De relatie tussen Indonesië en zijn
Chinese inwoners blijft moeilijk
moessOn
In Indonesië 'was de nasi gaar' toen mil
jardair Soedono Salim onlangs liet weten
dat hij zijn onderneming Indofood, het
vlaggenschip van zijn concern, gaat over
hevelen naar een bedrijf in Singapore.
Tal van economen, parlementariërs en
kranten vinden dat verraad van het va
derland. Economische argumenten wor
den vemengd met venijnig anti-Chinees
sentiment. Salim is dan ook geen gewone
Indonesische zakenman. Hij is steenrijk,
dikke maatjes met president Suharto en
Chinees van origine. Vooral dat laatste is
in Indonesië geen aanbeveling.
Aanleiding tot de twist was een doodge
wone mededeling aan de media. De Salim
Groep, onder meer eigenaar van het
Nederlandse handelshuis Hagemeyer,
kondigde een ferme interne herstructure
ring aan. Via tal van tussenstappen
wordt voedselgigant PT Indofood Sukses
Makmur overgeheveld van de Indone
sische eigenaar en Salim-telg Indocement
naar QAF in Singapore.
Ook QAF is een loot aan de Salim-stam.
En stevige basis in Singapore vindt Salim
nodig om de internationale concurrentie
aan te kunnen als Zuidoost-Azië in 2003
een vrijhandelszone wordt.
Wat een normale operatie leek, al eerder
door andere Indonesische bedrijven uit
gevoerd bovendien, maakte in Jakarta
een orkaan van kritiek los. Zelfs presi
dent Suharto's halfbroer Probusutedjo
keerde zich tegen Salim. De economen
Ramli en Arryman van de Econit Advi
sory Group namen het voortouw. In een
open brief maakten ze gehakt van het
Salim-plan. De regering die een kwart
van de aandelen bezit, riepen ze op er
een stokje voor te steken. Volgens Ramli
en Arryman heeft Salim jarenlang met
hulp van de overheid zijn zakken gevuld
en neemt hij nu de benen naar Singapore.
'Het herstructureringsplan is camouflage.
In essentie is het kapitaalvlucht', aldus
Econit.
Anti-Chinees
Ramli en Arryman speelden ook ongege
neerd de in Indonesië zwaar beladen
anti-Chinese kaart. Nationale ethiek is
ver te zoeken, de Salim Groep jaagt
alleen zijn eigen belang na, schreven ze.
'De Salim Groep is opgegroeid in Indone
sië en wordt geleid door mensen die be-
Ook andere economen die zich niet door
groezelige sentimenten laten benvloeden,
huldigen die opvatting. Sadli drukte zich
nog netjes uit toen hij bevestigde 'dat het
inderdaad een anti-Chinese ondertoon
heeft'.
Al in de koloniale tijd bezagen autochto
ne Indonesiërs hun Chinese medeburgers
met wantrouwen. Dat kwam doordat de
Nederlands-Indische overheid Chinezen
gebruikte als scharnier tussen de blanke
en de inheemse economie. Chinezen met
privileges voeren daar wel bij, terwijl de
'inheemse' Indonesiërs arm bleven.
De tegenstelling kreeg extra reliëf, door
dat de meeste Indonesiërs moslim zijn,
terwijl de meerderheid van de Chinezen
christen is.
Treurig is wel, dat als het anti-Chinese
sentiment de kop opsteekt - en dat gaat
niet zelden gepaard met geweld - de dood
gewone etnische Chinezen het slachtoffer
zijn. Velen zijn nooit in China geweest,
spreken geen Chinees en moeten, net als
andere Indonesiërs, hard werken voor
een karig bestaan. Na de onafhankelijk
heid is de Chinese rol in de economie
alleen maar groter geworden. Sinds gene
raal Suharto in 1967 president werd,
ontstonden tal van conglomeraten, grote
weren dat ze Indonesische burgers zijn.'
Een Indonesische burger weet precies wat
daarmee wordt bedoeld: Indonesische
Chinesen zijn niet te vertrouwen en ze
vullen, parasiterend op de 'echte' Indone
siërs, alleen hun eigen zakken.
Volgens vooraanstaand econoom en oud
minister Mohammad Sadli is met Salims
plan echter niets mis. 'Zeker niet in deze
tijd, waarin voor het zakenleven geen na
tionale grenzen meer bestaan.'
bedrijvenclusters. De meeste zijn in han
den van etnische Chinezen en de Salim
Groep is de grootste.
Monopolie
Elke Indonesiër weet dat Soedono Salim
- in 1916 in Zuid-China geboren als
Liem Sioe Liong - zijn rijkdom voor een
belangrijk deel dankt aan het bewind
van Suharto, met wie hij al sinds de
Chinese tempel te Jakarta. Foto: R. Abrahams
10