Uit de Gids voor Militairen in Neder -
landsch-Indië uit 1905 komt het volgen
de vrome en vaderlandslievende gedicht:
ik zijn onderstaande gedicht, oprecht ge
schreven, in tegenstelling tot het ergelij-
ke gekwezel van de dichter uit het Hand
boek Soldaat van 1905:
del van een Atjeh veteraan (samengesteld
uit authentieke brieven van Opa
Saueressig die meevocht in de Atjeh-oorlog)
en diverse tekeningen en rijmboeken.
Sta pal
Bij het dond'rend kanon,
In de hitte der zon,
Bij de knallende 'spuit',
Onder kogelgefluit,
Trots klewang geglans
De Indische krijger,
en hij handhaaft de eer
Van 't Nederlands vaandel,
als zijn Vad'ren weleer.
O, Mannen zoo dapper!
Sta evenzo pal,
Als 't kwade U aanlokt,
ten droevigen val.
M. Koornstra
En dat regeltje Als 't kwade U aanlokt,
ten droevigen val' slaat uiteraard op de
verleidingen van de 'inlandsche vrouw',
die onkuis is en het niet zo nauw neemt
met de Christelijke Moraal... Hoezo:
moraal?
Je zou ze, die schijnheilige koloniale on
derdrukkers. Maar dan, als ik me in mijn
gedachten weer naar 1997 wil gaan ver
plaatsen, naar Het Jaar van de Anti-Dis
criminatie, kom ik een passage tegen
over een Belanda, een Haarlemmer, die
zich niets aantrok van dit gebral en zon
der zich een moment te bedenken de
tangsi-kinderen aan zijn borst drukte en
het onderdak, voedsel en de mogelij kheid
tot ontplooiing bood, honderden en hon
derden en nog eens honderden.
Tusschen 't groene loof verborgen
Van Oost-Indies rijk geboomt',
Tusschen tamarinden, palmen,
Door natuurpracht rijk omzoomd,
Ligt zoo vriendelijk en zoo vreedzaam,
In haar schoonste kleed gehuld,
Midden-fava's garnizoensplaats.
(1898)
Daar op Midden-Java, in Magelang, be
gint Pa zijn opvoedingsgesticht 'Oranje-
Nassau'. Daar voegt hij de daad bij het
woord. Met een waas voor mijn ogen lees
Gebed van Pa van der Steur
O, mocht ik slechts een
schrijfstift wezen
een schrijfstift in des Heren hand;
dan zou ik schrijven van
Gods hefde tot heil en zegen van dit
land.
O, mocht ik slechts een beitel wezen,
gereedschap in des Heren hand;
dan kon ik werken tot Gods ere,
tot bloei en voorspoed van dit land.
Rest mij nog mede namens Poldi Carlos,
Ab van der Steur dank te zeggen voor
zijn bereidheid ons zijn persoonlijk ar
chief Johannes van der Steur spontaan
ter beschikking te stellen.
Voor al die Nederlanders die ons Indo's
niet (willen) begrijpen en het recht nog
immer niet laten zegevieren - en we hoe
ven maar te denken aan de kwestie van
de pensioenen, achterstallig loon, de ere
schulden, de erkenning van mannen en
vrouwen als verzetsstrijder in Oost-Azië -
volgt hier een couplet uit Pa van der
Steurs Bede:
Het is een zegen geweest dat op 10 sep
tember 1892 deze Johannes van der Steur
met de Conrad in Indië aankwam. Hij
behoedt mij om alle Nederlanders over
één kam te scheren voor wat betreft
'gevoel, compassie voor de Indische
Nederlanders'. Met al dit authentieke
materiaal zal het boek dat Poldi Carlos
Saueressig aan het schrijven is, zeker een
nieuw en verrassend licht laten schijnen
op het werk van Pa van der Steur en de
koloniale tijd.
Van Poldi verschenen eerder: Sudah, niet
meer pikir, de autobiografische roman
Tussen pruimtabak en sirih, Levenswan-
O, mocht ik slechts een spreekbuis wezen,
een spreekbuis in des Heren hand,
dan zou ik spreken van Gods recht,
want recht alleen verhoogt een land
47
Ab van der Steur (links) en auteur Poldi Carlos Saueressig. Vijftien dozen vol archiefma
teriaal werden nauwgezet gelezen.
42ste jaargang - nummer 9 - maart I 998