natd act W en hato qcu H\ De ultieme oplossing moessOn breekt een moeilijke tijd aan. Dat be zorgt me slapeloze nachten. Ik red me wel, maar zij...' Een werkeloosheidsuitkering kent men in Indonesië niet. Eenmaal zonder werk is men op zichzelf aangewezen, of op familie. Sommigen proberen hun geluk als taxichauffeur, maar de meesten wor den ojek-rijder en vervoeren passagiers op een bromfiets. Het aanbod overstijgt echter in vele gevallen de vraag, zodat ook deze broodwinning gedoemd is te mislukken. Klaas (71) is niet van plan bij de pakken neer te zitten. Kemp: 'Ik hoop weer snel aan de slag te kunnen. Stilzitten kan ik niet. Daar voel ik me nog te energiek voor. Boven dien heb ik geen hobby waar ik me de hele dag mee bezig zou kunnen hou den. Ik zoek een geschikt pand om Memories opnieuw op te starten. Het liefst een woonhuis. Geen groot zaken- pand. Dat zal niet meevallen. De huur prijs moet betaalbaar zijn en de locatie aantrekkelijk. Maar ik ben er klaar voor.' Klaas is geenszins van plan om Indo nesië ooit de rug toe te keren,- een be lofte die hij zijn vrouw deed toen ze trouwden. Bovendien zou hij niet meer terug willen. Dit is zijn land geworden. For better and for worse. Hij verwacht niet dat de bevolking massaal de straat op gaat. De angst voor het alom aan wezige leger is te groot. En over de cor ruptie, een van de oorzaken van de economische crisis, heeft hij een dui delijke mening. Kemp: 'Met de VOC heeft de Indone siër 350 jaar lang een goede leermeester gehad. Ook toen vierde corruptie hoog tij. Nu dreigt de situatie echter uit de hand te lopen. Het uitbannen van deze wantoestanden zal niet meevallen. Het is teveel gewoonte geworden.' In het restaurant heeft het laatste uur geslagen. De 180 gasten verpozen zich met een drankje of luisteren naar het orkest. De zanger zet de wereldhit van Vader Abraham in: 'Het kleine café aan de haven'. De tekst klinkt zo perfect dat het onwaarschijnlijk aandoet. De gelaatsuitdrukking van de zanger verraadt dat de man absoluut niet weet waarover hij zingt. Of zou hij reeds met zijn gedachten bij morgen zijn? Een ouder echtpaar houdt eikaars hand vast. Ze komen hier al twaalf jaar, op Valentijnsdag, aan dezelfde tafel. Ze haalden herinneringen op in Memo ries, het restaurant dat vanaf nu enkel nog maar herinnering zal zijn Zij stonden samen bovenop een grote heuvel, omringd door bergen. De Bandoengse hoogvlakte. Een desolate toestand die nog werd versterkt door alle verschrikkingen die zich vooral de laatste uren om hen heen hadden afgespeeld. Overal heerste dood en verderf. De stilte die opviel was zeer beklemmend. De strijd was gestreden. Het laatste bolwerk was gevallen. De Japanse bezet ters waren in aantocht. De generaal die het opperste gezag voerde, keek zijn ondergeschikte aan die tegenover hem stond. Een van de weinigen die op dat moment nog in leven was. Daarna keek de bevelhebber vorsend om zich heen. Een ontsnapping aan deze gruwelijke situatie leek op het eerste gezicht onmogelijk. Op de wanhopige vraag van de jongste of er toch nog een uitweg voor hem kon zijn, schraapte de generaal zijn keel en vroeg: 'Zeg, je was vroeger, voor dat je hier verzeild raakte, toch zeeman?' De officier die door deze vraag volledig van zijn stuk werd gebracht, keek hem vragend aan. Het antwoord was 'ja', doch wat voor plan kon zijn hoog ste baas hem nu voorleggen? De situatie was immers zeer penibel. En wat had zijn zeemanschap in godsnaam met deze verschrikkelijke en uitzichtloze toestand te maken? Toch vertrouwde hij blindelings op het feilloze inzicht dat zijn baas voor dit soort militaire vraagstukken moest bezitten. Hij was tenslotte niet voor niets tot een dergelijke hoge rang opgeklommen. De generaal haalde diep adem en zijn ogen lichtten op. Hij wist nu wat te doen. Met een voldane trek rond zijn mond zei hij: 'Nou kerel, dat heb ik dus goed onthouden.' Hij veegde met de rug van zijn hand over zijn uitgedroogde lippen en sprak toen de volgende onvergetelijke woorden: 'Pak zo snel mogelijk een bootje en maak dat je hier wegkomt!' De officier geloofde zijn oren niet. Hij aarzelde voordat hij een antwoord gaf. Zelfs nu speelde het grote rangenverschil een rol. De man probeerde het sar casme in zijn antwoord niet te veel de boventoon te laten voeren. Hij zei: 'Generaal, u hebt mij zojuist de ultieme oplossing geboden. En daar dank ik u zeer voor.' Hij draaide zich om en zag opnieuw de uitgestrektheid van het land om zich heen. En in de verste verte - in geen honderden kilometers - geen kustlijn of zee te bespeuren. 24 Tekst: Tina Dame s

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 24