verschil met wat ik nu als docent op het conservatorium zie. Het leren spe len is nu veel visueler, de muziek staat op papier en de theorie komt uit boe ken. Bij mij kwam het allemaal via mijn oren naar binnen. Ik geloof erg in de kracht van je hersens, die alles op slaan wat je ooit hebt gehoord. Dat zijn je bronnen en wat je mooi vindt, komt er op jouw ma nier weer uit.' Gamelanmuziek, krontjong en Hawaiian zijn er bij Rob nooit uitgekomen. Als kind al, toen Madna's vader hem meenam naar slametans en andere feesten, had Rob een ontzettende hekel aan Indonesische en Indische muziek. Rob werd alleen ge boeid door jazz. Thuis draai de hij de platen van Ella Fitzgerald en Teddy Wilson helemaal grijs en op elfjarige leeftijd ging hij al naar een optreden van de Ramblers in het K&W-gebouw, in gezel schap van een achttienjarig meisje omdat hij er anders niet inkwam. Zijn eerste stappen in de muziekwereld zette Rob sa men met Hans Apontoweil die hij van het voetballen kende en die de broer was van de Honolulu Queens, een Hawaiian ensemble dat vooral in de beginjaren veer tig furore maakte. De band van Rob en Hans heette de Soedi Mampir Boys en speelde tegen een gratis maaltijd populaire muziek met een enkel Hawaiiannummer in het gelijknamige restaurant aan de Van Boetzelaerlaan. Die formatie is niet lang bij elkaar gebleven, omdat Rob vlak daarna, op z'n zeventiende, de protégé werd van pianist/trompettist Rob Pronk en arrangeur/trompettist Jerry van Rooyen. Met hen trad hij steeds vaker op met als gevolg dat het op de HBS steeds slechter ging. 'Ik wil de gewoon de muziek in, maar mijn moeder zat er erg achterheen dat ik toch mijn diploma zou halen. Dat ging heel moeizaam, want ik was alleen goed in wiskunde.' Meteen na zijn eindexamen werd Rob beroepsmuzikant en hij ging het jaar daarop al regelmatig op tournee naar het buitenland. Maar hij kreeg genoeg van het nachtclubleven en van de ver plichting om ook andere muziek te moeten spelen dan jazz. Na negen jaar zocht hij een baan als wiskundeleraar en trad alleen nog op als freelancer. Hij speelde met grote namen als Ack van Rooyen, Thad Jones, Freddie Hubbard en Dexter Gordon, kwam op de radio en televisie, leidde een repetitie-orkest voor jong talent waarvoor hij eigen ar rangementen schreef en begon met trompet spelen. Hij was een pur-sang autodidact, die volgens eigen zeggen moeilijk te onderwijzen was. Hij wilde het liefst zichzelf alles leren, door waar te nemen en daaruit conclusies te trekken. Zo ging het bij het muziek maken, met wiskunde en arrangeren, en die weerzin tegen opgelegde leerstof kwam hem goed van pas bij zijn eigen leraarschap, of het nu in de wiskunde was op een grote scholengemeenschap of als docent piano en improvisatie op het Hilversums conservatorium. Gewoon Haags Op de tentoonstelling Gewoon Haags is Rob Madna te zien en te beluisteren, in gezelschap van verschillende andere musici, zoals Hans Arno - de Surinaam se bandleider van de Indo-Rockband Jazzy Arno and the Firedevils - en Pop Apontoweil van de Honolulu Queens. Maar lang niet alle gewone Hagenaars op de tentoonstelling zijn muzikaal. Willy Fau is een modern restaurateur, die dim-sum introduceerde bij het Haagse publiek en zijn vaders Chinees- Indische zaak-naar-Hollandse-smaak van alle geijkte roodgouden tierlantijnen ontdeed om in een sobere, klassiek- Chinese stijl verder te gaan. Marian Markelo is docent verpleegkunde, tevens 'dresi-uma', iemand die spiritu eel kan genezen, en artistiek leider van winti-theatergroep Afu Sensi. Renzo Maduro organiseerde het Tropisch Car naval in Den Haag dat in 1988 meteen meer bezoekers trok dan de koningin in haar gouden koets. Bij al deze portretten hoort ook een scala aan voorwerpen: een 'tawa', de bakplaat waarmee George Giasi Den Haag op zijn eerste roti's tracteerde, het veertig jaar oude uithangbord 'Ru- mah Makan Indonesia' van restaurant Soeboer, een zelfgemaakte negen-snari- ge gitaar van menig Indoroclcer, een Shanghai-dress die in de jaren zestig veel werd gedragen door meisjes van de Indische jongerengang, de Plu, en een Picolet-kooitje van de zangvogelvereni ging Beef free. Al deze voorwerpen, foto's, videofrag menten en verhalen zijn geordend in thema's als eetcultuur, muziek, religie, sport en culturele organisaties. Daarin hebben nieuwkomers en hun nakome lingen een onmiskenbaar stempel ge drukt op het Haagse culturele leven. Hun levensgeschiedenissen hebben zich vermengd, met elkaar en met de geschiedenis van Den Haag. Hierdoor is veel van het door hen meegebrachte inmiddels Gewoon Haags geworden 35 Qewoon Haags vanaf 22 april: 'Migranten uit China en Indonesië, Suriname en de Antillen', Haags Histo risch Museum, Korte Vijverberg 7 'Vluchtelingen in de hofstad', Museum De Gevangenpoort, Buitenhof 33 'Geschiedenis van de arbeidsmigranten', Volksbuurtmuseum, Hobbemastraat 120 'Buitengewoon Haags, Haags Gemeente archief, Spui 70 Noch Rob Madna (piano) noch Hans Apontoweil (gitaar) kunnen zich herinneren wie nu toch de Hawaiiangitaar bespeelde in Soedi Mampir Boys. Deze opname is gemaakt in het gelijknamige res taurant. (z.j., part. collectie) 42ste jaargang - nummer 10-april 1998

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 35