Pramoedya Ananta Toer Een koude kermis ling 'Nederlands Indië en de jonge staat Indonesië' geschonken aan het Neder lands PTT Museum en waar het gedeel telijk permanent wordt geëxposeerd. Op de achterflap van het boek Zijn stempel gedrukt/The stamp of authori ty staat onder meer: 'De historicus Charles Boissevain en de filatelist Leo Vosse plaatsen de ver zameling in een breder historisch ka der. Hierdoor wordt niet alleen een moeilijk filatelistisch verzamelgebied nader verklaard voor een breed geïnte resseerd publiek, maar tevens een ori ginele invalshoek geboden voor ieder een die belangstelling heeft voor de geschiedenis van het voormalige Nederlands-Indië. Aan dit werkje zijn ook hoofdstukken toegevoegd over de postgeschiedenis van Nederlands-Indië in de periode 1602-1942, over de Japanse expansie drift, over de voortgang der oorlogshan delingen in 1942 en over de vroege pe riode van de Republiek Indonesia. Een Nederlandse en een Engelse versie van de tekst staan naast elkaar. Het boekje is rijk geïllustreerd en maakt een goed verzorgde indruk^ De hoofd stukken geven - ondanks het beknopte karakter - een practisch compleet over zicht van de gebeurtenissen in de periode 1942-1949 en hun postale ge volgen. De prijs is voor een boek van deze kwaliteit uitzonderlijk laag te noemen. De vormgeving wordt wel modern genoemd. Wat mij niet opti maal voorkomt, is het kleine formaat van de letters en dat de gedrukte tekst in beide kolommen (de Nederlandse en de Engelse versie) vlak tegen de vouw eindigt en begint. Is dit boek alleen voor filatelisten? Nee, iedereen die meer over Indië en Indonesië wil weten dan anecdotes en liedjes over waringins, melati en derge lijke, zal aan dit boekje veel leesplezier beleven Zijn stempel gedrukt/The stamp of aut hority is geschreven door Ch.F.C.G. Boissevain en L.B. Vosse, uitgegeven door Seapress en het Nederlands PTT Museum en aldaar (bij het museum aan de Zeestraat 82 in Den Haag) ver krijgbaar. Het is een paperback, telt 120 pagina's en kost 24,50. U leunt het boek ook thuis gestuurd krijgen door overmaking van 29,50 (inclusief verzendkosten) op giro 354556 o.v.v. 'Zijn stempel gedrukt'. Bahasa Indonesia is nog altijd een groeiende taal, nog altijd veel leenwoor den en woorden met meer dan één betekenis. Als vertaler van een boek wordt dan ook vereist dat hij met de auteur meedenkt, mééschrijft als het ware. Een verschrikkelijke moeilijke en verantwoordelijke taak en daarom zou ik willen beginnen Alfred van der Helm en Angela Rookmaker - de vertalers van Pramoedya Ananta Toer's Een koude kennis - een enorme pluim te geven. Ik betrapte mezelf vaak op het terug vertalen van een woord of zin, het bleef altijd gissen. De oorspronkelijke tekst is uit 1989. Het eerste deel van Toer's nieuwste boek - het zal wel niet zijn laatste zijn - is een novelle, daarna volgen drie korte verhalen uit de revolutie. En zoals het zich laat raden, spelen haat (tegen de Nederlanders), verbitte ring, cynisme de boven- en ondertoon in de nooit aflatende strijd tegen on macht en overmacht. De novelle heeft Toer al eens eerder fragmentarisch gebruikt in zijn eerste boek Berichten uit Kebayoran (1980). Nu is het verhaal over het bezoek aan zijn stervende vader in Blora (een stad je in noord Midden-Java) beter uitge werkt, betrekt de zoon zichzelf bij het lijden en de achtergronden daarvan. Een vriend zegt: 'Als uw vader in de grote stad had gezeten dan had hij zich kunnen ontwikkelen tot een groot man en had hij misschien minister kunnen worden. Nu heeft hij zich gehouden aan de hoogstaande leer van Ronggowarsito en wilde hij niet meedoen en als een dwaze clown tekeer gaan.' Tragisch is dat Toer wél die aspiratie heeft gehad, maar tijdens de Onafhanke lijkheidsstrijd en daarna zich niet heeft kunnen waarmaken en door de Neder landers en door de Indonesiërs knijp is gezet. Genoeg deceptie om die bittere onder- en boventoon in al zijn boeken te verklaren. Je kunt niet aan de indrulc ontkomen dat Toer het schrijven als een soort zelf- herapie beschouwt. Om het niet-kunnen- en-willen vergeten wat de Nederlanders hem en zijn volk hebben aangedaan, drie en een halve eeuw lang. Er wordt in zijn verhalen opmerkelijk veel ge huild, de pagina's zijn doordrenkt van tranen. Erg aangrijpend vaak. 'Wraak' is ingenieus uitgewerkt, de bloedspetters vliegen in het rond, spio nage en toch weer niet, kortom het dra ma dat onder de naam van revolutie en vrijheidsstrijd in vele andere boeken is weergegeven. Ik kan het niet helpen telkens te denken aan de vertalers, wat moeten ze wel gedacht hebben? Zouden ze iets begrepen hebben van wat er zich afspeelde onder de klapperbomen en op de groene Lassie toverrijstvelden? Een halve eeuw onafhankelijkheid voor de Indonesiërs, voor Indische Nederlan ders een halve eeuw afhankelijkheid van een land dat niet hun moederland is geweest: Nederland. Dankzij een stroom van boeken over Indonesië, ge schiedenis, politiek, Indische boeken die de andere kant van de Onafhanke lijkheidsstrijd lieten zien, is de hype om alles wat uit de koloniën komt voor rotte vis uit te schelden, aan het afne men. Misschien juist door Pramoedya, misschien door de vele herdenkingen, smeekbeden, om inlossing en ver(geld) ing. Alles gaat over als je maar lang ge noeg wacht. Voor Toer betekent wachten: schrijven. Hij heeft zo'n twintig boeken geschreven sinds zijn gevangenschap die hem de status van vrijheidsheld hebben gege ven. Maar ook die van onruststoker. President Suharto moet Pramoedya Ananta Toer vrij laten, zijn beperkte bewegingsvrijheid opheffen. Laat Toer over Pigalle, Trafalgar Square, 42nd Street, de Dam, desnoods over het Spui in Den Haag wandelen. Laat zijn boeken door elke Indonesiër in hun eigen taal lezen. Ik gun Toer zijn Onafhankelijk heid, zijn eigen onafhankelijkheid. Wat heb je aan een bankrekening als je niet zelf leunt pinnen? Misschien schrijft hij dan eens een vrolijke roman. Schrijven kan hij, onze verta lers staan klaar Een koude kermis door Pramoedya Ananta Toer De Geus: 126 pag. (gebonden) prijs 34,90 39 Tekst: Lilian Ducelle 42ste jaargang - nummer I 0 - april I 998

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 39