Wat vooraf ging aan de nasibal nta 0P moessOn Laten we ons eens proberen voor te stellen hoe het leven in de Lage Landen aan de Noordzee was zo tijdens en na de middeleeuwen. Een gezapige en muffe maatschappij, waarvan de verveling zo nu en dan onderbroken werd door de opwinding van de komst der Noormannen. Het gewone volk woonde in lemen hutten en de adel in kastelen. Verwarming was er haast niet, zeep en verfrissende eau de colognes waren nog onbekend en aldus zat men muffend aan de dis van een uiterst saaie, warme hap te genieten. Kruyden De val van het Griekse Constantinopel dat in Turkse handen viel en waardoor de vele bijtijds in veiligheid gebrachte kerkschatten en wetenschappelijke boekwerken de eerste aanzet hebben gevormd tot de renaissance, bracht voorlopig slechts een ongeuit verlangen voort naar een hogere levensstandaard en een wat zwieriger vorm van eten. De reislust nam toe en Noordeuropese handelaren die de markten van Venetië hadden bezocht, kwamen thuis met verhalen over de meest heerlijke kruy den die in de Oriënt verkrijgbaar zou den zijn. De stoutmoedigsten onder hen, namelijk zij die wisten dat je eerst een spierinkje moest uitgooien als je een kabeljauw aan de haak wilde slaan, hadden zelfs van het een en an der een onsje meegenomen en tot hun grote verbazing viel dat geurende spul bij de puriteinse Jan de Hollander goed in de pul. Het duurde daarom niet lang of de 'kruyden en specerijen' werden met ossenwagens vanuit Venetië over de Alpen naar de Nederlanden vervoerd en nog wat later kon men die specerijen per schip vanuit Lissabon halen. Handelaren die hun kokers goed op de wind gesteld hielden, vernamen hier en daar dat die geurige kruyden uit een héél ver land kwamen en dat Arabieren onder andere vanuit de Rode Zee, die kruyden aldaar opkochten en naar Port Saïd brachten. Christenhandelaren mochten daar die kruyden komen opkopen, maar betaal den naast een reeds forse prijs, nog extra toeslagen in verband met het feit grondgebied gesticht en werd Malakka op de Islam veroverd. Tweede Schipvaert Jan Huygen van Linschoten die aan boord van Portugese schepen de kunst van het varen in die contreien goed had afgekeken en opgeschreven, publiceerde het boek Itinerario. Voyage ofte Schip vaert van fan Huygen Van Linschoten naer Oost ofte Portegaels Indien. Het hek was nu van de dam! Begin 1594 belegden negen welgestelde Amsterdamse kooplieden in het wijn huis van Martin Spil, gelegen in de Warmoesstraat, in het diepste geheim een vergadering met als doel een expe ditie naar de grote Oost. Hierbij dient nog vermeld te worden dat Amsterdam een grote groep Vlaamse, protestantse asielzoekers toestemming had verleend om zich binnen haar stadspoorten te vestigen. Het resultaat van deze Eerste Schipvaert viel erg tegen, maar de route was nu bekend en er ontstond een dermate grote wedijver in Holland om specerijen uit de Oost te gaan halen, dat een his toricus uit die tijd schreef: 'Men seylde elckander het schoeisel van de voeten en het geldt uyt elkaers buydel'. Aldus zeilde in 1598 een Tweede Schip vaert uit, bemand met bekwame com mandeurs en kooplieden die beter ge schoold waren. Van Neck, die met zijn drie schepen op de rede van Bantam dat zij Christenhonden waren en van wege het tolgeld dat de sultan hief. De Portugezen waren de eersten die er achter kwamen waar de specerij-eilan den lagen en slechts enkelen weten dat hun ontdekkingstochten in wezen kruistochten waren tegen de Islam. Want gedurende enkele eeuwen hadden Spanje en Portugal onder de tirannie van de Arabische overheersers geleefd die met behulp van Moors voetvolk (negersoldaten), de Christenen onder de duim hadden gehouden. Toen dan uiteindelijk dat gehate juk was afgeschud, werd elke Portugese ontdekkingsreis een zegetocht met de kruisvlag in top. Aldus werden onder andere de encla- "I- 1 ves Ceuta en Me- Marokkaans 46 Tekst: Pohon Linde Een nog steeds bestaand VOC-pakhuis voor specerijen in Jakarta

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 46