was aangekomen, gedroeg zich zeer tactisch tijdens de eerste ontmoeting en de latere onderhandelingen met de regent van de vijf jaar oude sultan en begon met het uitreiken van het hoofd geschenk voor de sultan, namelijk een gouden beker. Deze regent die het aan de stok had met de Portugezen, wilde zich graag de steun van de Hollanders verwerven en aldus verliepen de onderhandelingen goed, zij het dat ook deze keer de Hol landers schandalig overvraagd werden. Miltheyt Toch tawarde Van Neck niet te lang, want ten eerste wilde hij zijn schepen vlug vol zien te krijgen en ten tweede, wilde hij goed maken wat de Hollan ders van de Eerste Schipvaert verkeerd hadden gedaan. Hij schreef namelijk in het journaal: '...dan discreetelyck de saecke insiende, sullen moeten beken nen, dat ter plaetse daer ons natie op andere tyden als vyanden vandaen ge scheiden waeren, wel enighe miltheyt van nooden was'. Op 5 december 1598 hepen, onder commando van Van Waerwijck, de vijf andere schepen de rede van Bantam aan en '...werden sij seer blijdelijclc ontfanghen en wellecom geheeten'. Op 8 januari 1599 vertrok Van Neck alvast met zijn drie tot aan de delcbal- ken volgestuwde schepen. De achter blijvende schepen die naar Banda en Ternate zouden gaan, losten nog enige saluutschoten, '...welck gheclanck, also het een stille naght was, maeckte sul- eken vervaerlijcken echo in de omleg- ghende hoghe bergen, dat het scheen oft den donder alles vernietighen wilde wat daer omtrent was'. Van Neck kwam op 20 mei 1599 in Amsterdam aan en de mensen waren dermate verbaasd over de rijke carga- soen die men meebracht, dat een kro niekschrijver schreef: 'Soo langhe als Hollant Hollant is gheweest en zijnder so ryckelycke beladen schepen niet aenghekomen'. De manschappen van Van Necks retourvloot werden met trompetgeschal verwelkomd, kregen op stadskosten wijn aangeboden en wer den onder het gebeier van de stads klokken uitbundig in het feestgedruis betrokken. De opbrengst van de lading van deze vijf schepen dekte niet alleen de totale expeditie van de acht nieuw gebouwde schepen, maar leverde daar naast nog eens een winst van honderd procent op. Inmiddels hadden Van Waerwyck en Van Heemskerck nog de Javaanse ha vens Soenda Kelapa, Toeban en Grissee aangedaan en vertrokken na goede za ken gedaan te hebben, van daar naar de Molukken. Van Waerwyck kreeg zijn schepen op Hitoe (Ambon) gedeeltelijk snel vol en ging van daaruit naar Ternate en Tidore om de rest van zijn scheepsruimen vol te stuwen met kruidnagelen. Toen Van Waerwyck in de vroege mor gen Ternate aanliep, zag hij hetzelfde dat Pohon Linde in 1991 zag (zie de foto) toen die een stukje omvoer, spe ciaal om Ternate eens in ogenschouw te kunnen nemen, namelijk dat: 'des morgens als de sonne deur sijn schijn sel een dicken damp (daer die hooghe berghen mede bedeckt waren) hadde doen verdwynen'. De eerste multinational Van Heemskerck kwam er tijdens de nootmuskaat- en foelie-onderhandelin gen met de Bandanezen al snel achter dat 'sij soo bedrieghelijck ende onbe- schaempt sijn, dat se geen weergae en- de hebben'. Ook tijdens de belading van zijn sche pen ondervond Van Heemskerck enige oneerlijkheid en dus moest men 'met seven oogen tegelijck toesien ofte sou den dapper bedrooghen werden'. Ook de schepen van Van Heemskerck kwamen na een goede retourreis eind augustus 1599 behouden en wel op de rede van Texel aan. Nadat de lading in Amsterdam gelost en in pakhuizen op geslagen was, hing er over de gehele buurt de 'soeten reucx en goede lucht van specerijen'. Kenners bevonden de kwaliteit dermate voortreffelijk 'dat men van Lissabon nogh noyt soo goe den heeft ghebracht'. De tevreden admiraal Van Neclc schreef, dat het succes van de reis langs vrede lievende weg was behaald, 'niet onghe- rechtelijck ofte doer tijranie, maer doer oprechtelijck met de uijtheemsche na- tien te negocieren'. Het succes van de retourvloot van Van Neck had wel de oogjes van zaken doend Holland geopend, maar het duurde nog enige jaren voordat een staatsman van groot formaat, namelijk Johan van Oldenbarnevelt, er op 20 maart 1602 in slaagde om de op winst beluste, geïrriteerde en prikkelbare concurrenten te verenigen in de VOC. En over deze VOC, de allereerste super multinational die de wereld ooit ge kend heeft, hebben we het weer een andere keer. Maar zonder het succes van deze Tweede Schipvaert, waren specerijen, sambal en rijstgerechten op Indische wijze bereid, in Nederland onbekend gebleven. Hier en daar is er nog een écht restau rant en kenners en fijnproevers weten die te vinden en geven zo'n adresje door aan een sobat die dat waarderen kan. En als ik dan weer eens, gezeten aan een stijlvol gedekte tafel beladen met verfijnde gerechten, m'n eerste zorg vuldig samengestelde hapje in m'n mond steek, dan moet ik altijd aan het jaar 1599 en de VOC denken. Bolèh; 47 Dit zag Pohon Linde in I 99 I toen die kapitein was aan boord van de Carola Smits: het vulkaaneiland Ternate opdoemend aan bakboordse boeg 42ste jaargang - nummer 10 - april I 998

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 47