Het Erasmus Huis, cultureel centrum in een land vol crisis moessQn Jakarta. Het Erasmus Huis herinnert qua uiterlijk in niets aan de tijd dat Desiderius Erasmus zijn kritische werken het licht deed zien. Het sobere, betonnen gebouw ligt in de schaduw van de Nederlandse ambassade, aan de Jl. Rasuna Said waar de meters dikke verkeersstroom een ogentranende walm achterlaat. Wat betekent de economische malaise voor dit culturele centrum? Een gesprek met David Korthals Altes, de scheidende deputy director. De taxichauffeur antwoordt 'belunï als ik hem vraag of hij het Erasmus Huis weet. Maar met behulp van de Jabota- bek, de gids met plattegronden van Jakarta en haar voorsteden, sta ik drie kwartier later op de stoep van het Nederlands Cultureel Centrum. In de expositieruimte hangt een collectie schilderijen van Cobra-schilders, waar onder Corneille, Appel en Lucebert. Twee jonge Indonesiërs bekijken de kunstwerken met aandacht, terwijl een oudere Nederlandse man ongevraagd veronderstelt 'dat ik dat zeker mooi vind'. David Korthals Altes ontvangt me in zijn eenvoudig ingericht kantoor; een bureau, een p.c., een zitje, twee kasten en een paar afbeeldingen aan de muur. David is een gedreven man die zijn liefde voor zijn werk en voor Indonesië niet onder stoelen of banken steekt. Korthals Altes: 'Ik heb geen zeer diep zinnig bedoelde beleidsfunctie. Uitein delijk zijn we toch in zekere zin ama teurs op cultureel gebied. Er is geen professionele vakkennis aanwezig, maar dat hoeft ook niet. Belangrijk is een grote dosis enthousiasme en goede adviseurs om je heen, zowel hier als in Nederland. De rest leer je in de prak tijk, vooral door te luisteren naar de reacties van de bezoekers.' De bezoekers zijn voor zestig tot zeven tig procent Indonesiër, voor het overige bestaan de belangstellenden uit Ameri kanen, Europeanen en Nederlanders. De samenstelling van de bezoekers varieert met het aanbod. Zo trok de opening van de Cobra-expositie veel Indonesische studenten van de kunst academie. Niet alleen het programma speelt daarbij een rol, ook degene die de manifestatie opent. Dat is bewust beleid. Korthals Altes: 'Het Erasmus Huis heeft een zeer low profile-karakter. Dat zie je aan het gebouw en aan de aankleding. Dat moet ook zo blijven. Wij richten ons vooral op de 'gewone' Indonesiër, ook de mensen uit de kampong. De doorsnee-Indonesiër is van nature verlegen. Hij zal niet snel een groot, luxe hotel binnenstappen om naar een expositie te gaan. Daarom houden wij onze drempel zo laag mogelijk. Al onze voorstellingen, exposities en andere activiteiten zijn gratis, of het nu een eenvoudige dans voorstelling of een concert van Wibi Soerjadi is. Daar heeft men aan moe ten wennen. Want wat in Nederland geldt, geldt hier ook: Wat gratis is, kan nooit goed zijn.' Maar we hebben vol gehouden en zijn in ons streven be loond. Dat is belangrijk, vooral nu er een crisis door het land waart.' De krisis moneter, zoals de economi sche malaise in Indonesië wordt aangeduid, gaat niet ongemerkt aan de medewer kers van het Erasmus Huis voorbij. Korthals Altes gaat vandaag nog informeren bij een aantal festival-organisaties of de activiteiten wel doorgaan. De geldkranen druppelen nog slechts of zijn volledig dichtgedraaid. Vorig jaar zou het bijvoorbeeld nog mogelijk zijn geweest om het Nederlands Danstheater naar Indonesië te halen. Dit jaar is dat uitgesloten omdat de Indonesiërs geen sponsors hebben kun nen vinden. Korthals Altes: 'Bij de organisatie van een festival betaalt de ambassade de tickets en een onkostenvergoeding aan de artiesten. De organisatoren moeten het onderdak en transport voor hun re kening nemen. Daarnaast dienen ze ook de uitnodigingen en de publiciteit te verzorgen op het moment dat het festival elders in het land wordt gehou den. Dat kost geld. Op dit moment zijn er echter nauwelijks nog sponsors te vinden en de bijdragen van andere Aziatische landen, zoals Japan, Korea en de Filippijnen, zijn stopgezet. Ook die landen hebben met een crisis te kampen.' David werd in 1991 benaderd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken om de vacante functie bij het Erasmus Huis in te vullen. Tot dan toe had hij als onderwijzer dertien jaar voor de klas gestaan. Hij had geen enkele band met Indonesië. Korthals Altes: 'Het was de uitdaging; een volstrekt andere baan en dat mys terieuze land. Ik heb die uitdaging aan gepakt, niet gehinderd door enige ken nis over Indonesië. Ik geloof niet dat 22 Tekst en foto's: Riny Boeijen

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 22