hier ooit iemand is begonnen die zo
groen was als ik. Nu ik terugkijk, kan
ik zeggen dat we mooie dingen hebben
gedaan. Het heeft wel tijd gekost om
aan deze maatschappij te wennen, aan
de afstandelijkheid bijvoorbeeld. Colle
ga's die al jaren samenwerken, spreken
elkaar nog steeds aan met mas, niet
met hun voornaam. En de verschillen
tussen arm en rijk, daar blijf ik me on
gelukkig bij voelen. Toch heeft dit land
me geraakt. Ik zou aanvankelijk vier
jaar blijven. Het zijn er zeven gewor
den. Dat zegt genoeg, lijkt me.'
Het Erasmus Huis heeft in deze perio
de meer dan vierhonderd culturele eve
nementen georganiseerd of tot stand
helpen komen. David heeft ook zelf op
de planken gestaan; tijdens een kinder
toneelvoorstelling. Dat was voor hem
de meest ontroerende belevenis gedu
rende zijn verblijf in Indonesië.
Korthals Altes: 'De Indo
nesische straatkinderen
zijn de mooiste en meest
charmante kinderen van
de hele wereld. Ik heb de
eer gehad samen met ze
op te treden in Solo en
Yogyakarta. Ik speelde
een rijke buitenlander
die getrouwd was met
een Indonesische. Ach,
die rol was verder onbe
langrijk. Maar het om
gaan met die kinderen,
dat was een feest. Daar
ligt ook een groot deel
van mijn liefde voor het
land. Daar, waar de cri
sis het hardst aankomt.
Recentelijk heb ik voedselpakketten
naar een kindertheater gebracht. Een
jaar geleden leek dat nog een nare
droom.'
Ons gesprek wordt onderbroken door
een leverancier. Met een brede
glimlach wordt een stapel drukwerk
aangereikt. David tekent de bon en
maakt in rap tempo een praatje.
De drukker kan door de economische
malaise nauwelijks nog het hoofd bo
ven water houden. Het Erasmus Huis
is één van zijn weinig overgebleven
klanten.
Korthals Altes: 'Het liefst zou ik tegen
deze man willen zeggen: 'Verhoog je
prijzen, zet er maar wat bovenop. Wij
kunnen het betalen.' Maar dat lean ik
natuurlijk niet maken. In mijn woon
wijk is men bezig geweest met het in
zamelen van voedselpakketten. Tot
mijn grote opluchting heb ik ook de
rijke Indonesiërs een bijdrage zien leve
ren. Toch gaat het allemaal schoorvoe
tend, minder spontaan en royaal als in
Thailand en Korea. Ik weet niet waar
dat aan ligt.'
Gevraagd naar zijn persoonlijke
mening, denkt Korthals Altes dat cor
ruptie - een van de oorzaken van de
crisis - onder meer wordt veroorzaakt
door de lage ambtenarensalarissen. Een
lagere ambtenaar met een salaris van
honderd gulden per maand voelt zich
niet gestimuleerd en wil wat 'bijverdie
nen'. De Indonesiërs hebben hier
eigenlijk ook wel begrip voor. Bekosti
ging van de hogere salarissen zou kun
nen plaatsvinden door invoering van
een belastingsysteem. In zijn werk
heeft Korthals Altes geen ervaring met
corrupte praktijken: 'Gelukkig is de
culturele wereld nog gevrijwaard van
corruptie. Het enige dat voorop staat is
de inhoud van de programmering. Het
publiek moet een leuke, interessante
avond hebben. En de kunstenaar wil
waardering voor zijn werk. Pas daarna
komen de geldzaken op tafel. Natuur
lijk is het altijd schrapen, dat is nu
eenmaal zo in cultuurland. Maar ik
heb nog nooit meegemaakt dat iemand
iets extra's vroeg. Ik zou er trouwens
niet aan meewerken. Never. Misschien
dat ik die uitstraling ook heb.'
Het Erasmus Huis groeit steeds meer
naar een Europees centrum; een beeld
dat beter past bij de toekomst. In Indo
nesië vervormt de belangstelling voor
Nederland langzaam tot een bredere
interesse,- voor Europa en Amerika,
voor het westen. De primaire functie
van het Erasmus Huis, het uitdragen
van de Nederlandse en Europese cul
tuur, komt daarmee niet in het
gedrang. Voor David Korthals Altes
breekt echter de tijd aan om terug te
blikken. Zijn toekomst ligt niet meer
in Indonesië.
Korthals Altes: 'Het grote enthousias
me heeft zijn tijd gehad. Bovendien is
een verblijf van zeven jaar in een stad
als Jakarta niet levensverlengend. Dat
betekent overigens niet dat ik deze stad
niet zal missen. Ik hou van Jakarta,
met al zijn ongemakken. Ik geniet nog
elke dag van het stadsbeeld. Ook mijn
baan zal ik missen; de levendigheid, de
contacten. Het bezoek van de Konin
gin, de concerten van Ronald
Brautigam en Wibi Soerjadi, het optre
den van Hella Haasse en Daniël Sahu-
leka, de ontmoeting met Orlow Seun-
ke. Maar vooral ook de kleine
dingetjes; het na afloop bab
belen met de Indonesiërs
over de voorstelling. Hoe ge
sloten de Indonesiër ook is,
op die momenten blijkt toch
weer zijn toegankelijkheid.'
Teiwijl Davids woorden
stroom even stokt, schuife
len vier jonge Indonesiërs
langs de schilderijen. Van
daag zijn het de Cobra-schil
ders, gisteren een expositie
van de World Press Photo,
morgen een tentoonstelling
van de Kunsthal uit Rotter
dam. Een nietig stukje cul
tuur in een wereldstad waar
de kunst lijkt opgedroogd.
De restauratiewerkzaamhe
den van monumentale panden zijn af
geblazen, de bouw van theaters ligt
stil, fundamenten wachten al negen
maanden op hun betonnen last. De ra-
ja van het Erasmus Huis, zoals David
liefkozend door mevrouw Hatta wordt
genoemd, laat dit alles na aan zijn op
volger. Met weemoed.
Korthals Altes: 'Vóór alles moet mijn
opvolger een goed contact onderhouden
met zijn staf. Over de rest zou ik wil
len zeggen: 'Lain orang, lain cara', 'an
dere mensen, andere denkwijzen'. Ik
hoop dat hij het maar voor de helft zo
leuk heeft als ik het heb gehad.
Dan zal hij nog een unieke ervaring
hebben. Voor mij is het een droom ge
weest. Ik laat alles los. Behalve de twee
kinderen voor wie ik zorg dat ze naar
school kunnen. Dat is het enige.'
23
42ste jaargang - nummer I I - mei I 998