Lieve Luitjes
Haar ouders hebben weinig over de
oorlog gepraat.
Harriets moeder heeft wel over de ber-
siaptijd gepraat en had die tijd erger
gevonden dan de Japanse bezetting.
Haar moeder was dertien toen de oor
log begon.
'Als je in een kamp zit, heb je ook een
soort regelmaat, je weet wie je vijan
den zijn. In de bersiaptijd was alles
veel minder voorspelbaar, met die plot
selinge schietpartijen. En ik denk dat
ze het heel raar heeft gevonden dat de
Japanner die eerst je vijand was, je nu
moest beschermen.'
'Ik ben ervan overtuigd', zegt Marion,
'dat mensen die de oorlog hebben mee
gemaakt dit in hun opvoeding over
brengen op hun kinderen. Mijn vader
kon dat niet bevroeden. "Stel je toch
niet aan, jullie hebben de oorlog niet
meegemaakt," zei hij tegen mijn jonge
re broer en mij. Maar als je onder zo'n
spanning wordt opgevoed dan kan het
niet anders dan dat de kinderen daar
vanaf hun eerste jaar door gekweld
worden. Maar dat is niet typisch
Indisch, het komt door de oorlog.
Typisch Indisch is, om je maar Hol
landser dan Hollands te gedragen en je
te verloochenen. Behalve dat ze dat
oorlogsgeweld in zich hadden, hadden
ze ook die verschrikkelijke buigzaam
heid en deemoed om die ander, die
Hollander, maar hoger te plaatsen.
Dus die kinderen kregen nog meer ge
weld thuis, omdat vader en moeder
buitenshuis zo hun eigen identiteit
kwijt raakten en zo weinig voor zich
zelf opkwamen. Dat is wel Indisch: het
is meer dan alleen het oorlogsverleden,
daarbij komt dat koloniale element.'
Migratie
Harriët vertelt dat haar moeder toch
wel heeft moeten wennen toen zij in
Nederland kwam.
'Ze heeft er wel eens over gesproken,
dat ze in de buurt van Soest werd op
gevangen in een hotel of zo en ze vond
het allemaal heel vreemd; om tien uur
moest het licht uit en moest iedereen
gaan slapen. Wassen deed je maar één
keer in de week. Maar het waren niet
alleen de andere gewoontes en regels,
het was vooral de bevoogding die je als
Indo in Nederland moest ondergaan
die nu nog indruk maken op Harriët
en Marion. Marion vertelt dat voor
haar ouders door iemand anders (een
Hollandse meneer) het huishoudbud
get werd gemaakt.
'Misschien konden Indische mensen
dat niet.' Maar Harriët is van mening
dat het absurd is dat de ene Nederlan
der aan de andere gaat zeggen hoe je
het hier in Nederland moet doen.
'Je moeder heeft zich in de oorlog en
daarna in de bersiaptijd toch ook moe
ten redden met weinig geld.'
'Waar ik nu mee bezig ben', zegt Har
riët, 'ik ben Indisch, dat is een deel van
mijn identiteit, maar dat mag ik nu in
ieder geval zijn en ik hoef me niet
steeds in een hoek te drukken dat ik
dat niet ben. Ik denk dat ik me minder
kwetsbaar wil maken, me niet meer zo
bekritiseerd wil voelen door het Hol
landse oog. Ik wil me niet alleen maar
aanpassen, maar ook zijn wie ik ben.
Ik merk ook dat ik mensen opzoek die
niet voortdurend op mijn nek zitten
dat ik mij moet uiten; ik zoek mensen
met wie ik een ander soort communi
catie heb, meer gevoelsmatig.'
Marion: 'Ik begin steeds meer te besef
fen dat de manier waarop ik naar de
dingen kijk ook getekend en gekleurd
is door hoe ik ben opgevoed; dat klaar
staan voor iedereen. Ik schijn zonder
dat ik het wist voor anderen klaar ge
staan te hebben. Ik denk dat ik nu een
beetje kan gaan mixen tussen die over
dreven toegewijdheid die je van huis
hebt meegekregen en die mijn moeder
had en het tegenovergestelde.'
Harriët: 'Maar je kunt er nu ook voor
kiezen om dienstbaar te zijn. Die over
levingsstrategie die onze ouders moes
ten hebben om maar aan te passen, die
is niet meer nodig. Maar dat wil niet
zeggen dat je minder Indisch wordt, al
leen een bepaalde vorm van Indisch
gedrag verandert.'
Het Indische gebrek aan zelfvertrouwen
en de onzekerheid die ook in het stuk
aan de orde komen, zijn er nog steeds,
maar zullen hopelijk in de loop der tijd
gaan afnemen.
'Ik denk', zegt Harriët, 'dat het gevoe
lens zijn die zijn overgebleven van
vroeger: het gevoel dat je iets minder
bent dan anderen, dat je buitengeslo
ten bent en ergens bij wilt horen.'
Hoewel zij ook vindt dat Indo's niet
alleen maar onderdanig zijn, maar ook
heel dwingend en dominant kunnen
zijn.
'Maar,' zegt Marion, 'de tweede genera
tie is mondiger dan de eerste en de der
de generatie zal nog mondiger worden.'
Zij denkt dat er ook wel dingen zijn
die zullen blijven bestaan, zoals de ge
makkelijke intimiteit die Indo's heb
ben, snel op een diepere laag kunnen
komen waardoor je je ook sneller ver
trouwd en op je gemak voelt bij elkaar.
'Dat is ook één van de redenen waarom
je er soms buiten leunt vallen, omdat je
een ander gedrag vertoont dan de Hol
landers, waar je je niet bewust van bent.'
Toch zijn Harriët en Marion blij dat zij
Indisch zijn. Zij hebben het gevoel dat
die vermenging van culturen wel veel
strijd kan geven in jezelf en met de
buitenwereld, maar ze vinden dat ze
daardoor ook veel meer open staan
voor andere culturen
(Advertentie)
33
Het liedjesboek van Tante Lien
Jarenlang werd er door veel mensen naar de muziek van haar liedjes gevraagd en eindelijk is het zover!
Het Liedjesboek van Tante Lien is een feestelijk boek vol mooie herinneringen, met teksten en muziek
notaties van 51 liedjes, krantenknipsels en sfeervolle foto's. Wilt u de tekst van uw favoriete liedjes eens
rustig nalezen en eindelijk de melodie kunnen spelen? Of heeft u gewoon zin om lekker te genieten van al
die foto's? Dat kan met Lieve Luitjes, Het liedjesboek van Tante Lien, een prachtig, groot boek in kleur.
Lieve Luitjes. Het liedjesboek van Tante Lien
Gebonden, 120 pagina's kleur, ISBN 90 75564 09 0
49,90 (excl. verzendkosten)
Verkrijgbaar bij de boekhandel en te bestellen bij:
Trude van Waarden Produkties
Meerweg 6,1405 BE Bussum
Tel/fax (035) 693 09 83
42ste jaargang - nummer I I - mei I 998