Kampus Sepuluh V 'V 40 jaar 070 - 364 65 23 Susanto zat dromerig voor zich uit te staren. Met de ogen wijd open, drongen de beelden van wat hij zou kunnen zien niet tot hem door. Hij zag de hibiscus niet, die voor hem stond te bloeien. En ook de felgekleurde vogel tjes niet die zich aan de nectar tegoed deden. Hij was geheel en al in zijn eigen gedachten verzonken, zoals hij daar zat op het wankele, halfvervallen, houten bankje waar al minstens drie genera ties studenten op vertoefd hadden. Het stond op een paar meter afstand van een van de drie asrama's die elk aan een zijde van het carrévormige binnenplein waren opgebouwd. De asrama B waar Susanto zijn kamer met drie studenten deelde, was vier hoog, met open galerijen waar de ka mers op uit kwamen. Op de flanken waren de gedeelde toilet- en mandi- ruimten te vinden. Laki-laki links en perempuan rechts. Het geheel straalde wel een beetje het beeld van een kazer ne uit. Zeker in de plompe bouw van de jaren zestig, toen het als een van de modernste gebouwen in de omgeving gold. De glans van de gebouwen was er in middels wel af. Er was, zoals zo vaak, te weinig geld voor onderhoud beschik baar, en dat was aan het uiterlijk van de gebouwen niet voorbij gegaan. De verf was er afgebladderd, en je kon precies zien waar het water de doorge roeste en lekkende goten voortijdig had verlaten om langs de muren de kortste weg naar de grond te vinden. De scheuren die het gevolg waren van diverse lichte aardbevingen waren ook al lang niet meer gerepareerd. Toch had de wat ouderwetse binnen plaats van Kampus Sepuluh een sfeer waar menig modern complex dat ma- hasiswa's moest huisvesten, jaloers op was. Sfeer was er of was er niet, en hier was de sfeer overduidelijk aanwe zig. Het was een van de redenen dat deze asrama meestal als eerste was volgeboekt en - ondanks dat andere complexen niet altijd volzaten - zelfs nog kon selecteren op wie er wel en wie er niet mochten huren. Op die sfeervolle binnenplaats op het wankele bankje zat Susanto in zijn eigen wereld weg te dromen, tot hij op zijn schouder getikt werd door Sri Kar- tini. 'Hé, Santo, wat ben jij een verrek te eind weg, joh!' lachte Sri hem toe. 'Ik sta al zeker een minuut of vijf tegen je te praten, en je reageert nergens op. Pas toen ik je op je schouder tikte, schrok je wakker. Heb je gisteravond soms te lang gewerkt, door dat bijbaan tje van jou?' Susanto werkte in de avonduren bij een krantenredactie. Het was een nieuw krantje op tabloid formaat dat vooral lokaal Jakartaans nieuws bracht. Hoog uit een van de acht pagina's was aan het internationale en nationale nieuws besteed. Voor de rest waren het vooral de lokale roddels en actuele nieuwtjes die ruim onder de aandacht van de le zers werden gebracht. Susanto maakte voor de redactie, die vooral uit studenten en andere jonge mensen bestond, de selectie van het internationale en overige Indonesische nieuws. Zijn studie Engelse Taal- en Letterkunde stond er borg voor dat hij snel de, meestal in het Engels, aangele verde teksten van internationale gebeurtenissen in het Indonesisch kon vertalen. Het jonge blad moest zich nog een plaatsje op de al volle markt van tweede keus bladen verwerven en veel verdiende hij er dan ook niet mee. Toch was het beter dan niets en deze tijdsbesteding zorgde voor de noodza kelijke aanvulling op het karige maand bedrag dat per postwissel van zijn ou ders uit een dorp in de buurt van Malang aan hem werd overgemaakt. In de ogen van zijn ouders kostte hun studerende zoon hen een vermogen. De prijzen in Jakarta logen er niet om. Werkelijk was er niets voor niets te krij gen in de hoofdstad, die uitpuilde van de inwoners. De aanvulling via het werk van de redactie was voor Susanto dus broodnodig, of liever gezegd rijst-nodig. De opmerking van Sri had hem pijnlijk geraakt. Hoewel ze het zeker niet zo bedoeld had, legde ze daarmee wel de vinger op de zere plek. Sri had makke lijk praten. Haar ouders woonden in Bandung in een riante woning, die meer als een klein paleis aan te merken was. Haar vader had een hoge positie bij het stadsbestuur en genoot daar naast nog inkomen uit een aantal ad viesdiensten aan bedrijven in de stad. Het maandbedrag waar Sri op kon bo gen, was een veelvoud van waar Santo het mee moest doen. Ze hoefde zich dus niet om een bijbaantje te bekom meren, zoals Santo dat wel moest. Nee, het was niet de vermoeidheid van dat bijbaantje die Susanto parten speel de. 'Nee, dat heeft er nu eens niets mee te maken, mijn beste Sri,' ant woordde hij na enige tijd het meisje dat nog altijd lachend naar hem keek. Ze deed dezelfde studie als Santo, en omdat ze ook op Kampus Sepuluh woonde, hadden ze regelmatig contact met elkaar. Sommigen, die het van een afstandje volgden, zeiden wel dat hun contact verder ging dan het praten over de studie, en het kon goed zijn dat ze daar gelijk in hadden. 'Nee, ik zit te piekeren over het cijfer van het essay over Engelse reisversla gen uit de negentiende eeuw. Zoals je weet, heb ik - al zeg ik het zelf - een stand 410 - tent 4 Bami Kwa bestaat Indonesische Catering Party Service oudste standhouder Standhouder Pasar Malam Besar Malieveld Den igg Tv aanwezig i.vm WK voetbal! 35 Tekst: H. Roes Daarom vieren we fees samen met onze gasten. (Advertentie) Bezoek ons op de Pasar Malam Besar, 17 t/m 28 juni op het Malieveld in Den Haag en ontvang ons Jubileumpresentje (zolang de voorraad strekt) na genoten te hebben van onze feestelijke Indonesische Specialiteiten: Bami Kwa Basso - Bami Kwa Pangsit - Babi Pangang (compl.) - Nasi Rames (compl.) - Gado Gado (compl.) - Ajam Pedis (compl.) - Rawon (compl.) Soto Ajam (compl.) - Gula Kambing (compl.) - Lontong - Witte Rijst - Saté Babi Saté Ajam - Saté Kambing - Pangsit Goreng - Loempia - Hele Spekkoek IJs Klapamuda - Tjendol - IJs Shanghay. 42ste jaargang - nummer I I - mei I 998

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 35