De K.P.M.-middagprak en het geld dat weer eens niet stonk moessQn lages waar de lobosium tegenaan groeit. En wanneer het treintje dan in een kleine plaats stopt, geniet ik van het uitzicht vanuit de trein op de binnen plaatsen van de Spaanse huizen waar de hele familie dan gemoedelijk bij el kaar zit en vol belangstelling kijkt naar alles wat zich om en bij de trein afspeelt. En iedere keer na zo'n leuke treinrit of na een fijne dag werken in die onmete lijk grote tuin, doen de geuren van de bloeiende heliostruiken - die naar va nille ruiken - en de melati mij denken aan de oude dametjes in het vroegere IndiU. Gekleed in sarong en kabaja, met in hun handen een zakdoekje waar ze melatibloemen in hadden ge stopt. Of ik denk aan zo maar een lie ve, oude tante die dan zo'n zakdoekje met melatibloemen in haar sleutel mandje had en overal waar ze liep, ver spreidde zich dan die heerlijke geur. En wanneer ik mijn kleine Spaanse slaapkamerraam open laat, komt mij de geur van de oleanderboom tege moet. En als ik iedere dag weer die gro te berg vanuit mijn eenvoudige serre zie, dan voel ik dat Indië voor mij hier in La Merced ligt. En wat vroeger voor mij de panter in Pasir Poetih was, ik heb er nu één in miniatuur. Van de zeven poezen die ik hier heb, zijn er twee die op kleine matjans lijken en één ervan heb ik Pasir Poetih genoemd, afgekort P.P. Om al mijn herinneringen nog vol maakter te laten zijn, hoor ik af en toe ook nog het zo bekende 'tjk-tjk-tjk' van de tjitjaks op de muur en in de zomer tijd het gesjirp van de djangkriks. Het contact met mijn kinderen, fami lie en vrienden uit Holland is goed en verloopt probleemloos. Over en weer bezoeken we elkaar zeker zo'n vier maal per jaar en het is dan altijd weer even gezellig (Advertentie) Ik plaatste een keer een oproep in Moesson met de vraag of er nog mensen waren die zich typische K.P.M.- gerechten konden herinneren en die iets konden vertellen over de indeling en de werkzaamheden aan boord van de civiele dienst. Dus de taken van de hofmeester kalau ada, de kok/bakker en de bedienden. Wel, om dit onderdeel van het opstel kort te houden, er kwam geen een bruikbare reactie op die oproep van mij... Wel een wat cynische ervaring van iemand met betrekking tot de middagprak aan boord van de K.P.M.- er Van Outhoorn (zie voor de Van Outhoorn Deel VIII, bladzijde 50 t/m 54 van de serie Oude K.P.M.-Schepen van Tempo Doeloe). Middagprak De enige reactie op mijn oproep kwam van een meneer die als dienstplichtig militair met andere lotgenoten in 1951 vanuit Tandjong Priok naar Nederland repatrieerde. Nu stond de K.P.M. er om bekend dat aan boord van haar schepen uitsteken de maaltijden voor de passagiers wer den geserveerd en uiteraard waren de kapitein, de eerste stuurman en de eer ste machinist de geneugten van zo'n voortreffelijke middag- en avonddis, eveneens deelachtig. Echter niet de soldaten die naar Soera- baja verscheept werden, die werden waarschijnlijk niet voor vol aangezien. Soldaten zijn goed om de kastanjes uit het vuur te halen en daar moet het dan meestal bij blijven. Waarschijnlijk was dit een buitenkansje om wat aan de strijkstok te laten hangen, omdat men hen als weinig geld opleverende deldading beschouwde. Hetgeen waar schijnlijk de verklaring is voor het schandalige feit dat zij rondom het noenuur als maaltijd een kommetje droge rode rijst kregen voorgeschoteld met... een rauw stuk blad van een rode kool er bij (sic). Dus je reinste kippen en konijnenvoer! De manschappen hebben toen una niem die troep over boord gekieperd waarna men in koor 'honger, honger', heeft gebruld. Of er toen nog wat eet- baarders is geserveerd, meldde de brief schrijver helaas niet. In Soerabaja stapten zij over aan boord van de Engelse New Australia die hen met nog eens zo'n duizend Ambone zen naar Nederland brachten. Waarschijnlijk was daar de middagprak iets beter. Ambonezen Nu nog even over het weinig elegante onderwerp 'geld dat niet stinkt'. Die zelfde briefschrijver meldde ook nog: 'Nadat wij ingescheept waren, zagen wij vanaf het dek tot onze grote erger nis hoe T.N.I.-soldaten van het Javaan se leger, met nota bene onze wapens aan het embarkeren waren aan boord van andere voor Ambon bestemde K.P.M.-schepen. Deze mannen gingen met onze wapens, het broedervolk van onze trouwe Ambonese wapenbroeders wel eens mores leren. Dit waren dan enkele tragische gebeurtenissen bij het afscheid van ons Indië waarvoor wij zo hard - en zoals achteraf bleek - voor Piet Snot voor gevochten hadden.' Schrijver dezes begrijpt deze veront waardiging héél goed. Hij heeft zich destijds ook kapot geërgerd aan die Soekarno-soldatentransporten naar Ambon met K.P.M.-ers. Wat moet er door die mensen op Ambon zijn heen gegaan, toen zij de vertrouwde K.P.M.- ers met de Nederlandse driekleur in top op de rede zagen en daarna de ge hate vijand hun stranden zagen betre den om dood en verderf te zaaien? Zelf heb ik uit mijn Indië-periode, ui teraard, ook slechts goede herinnerin gen aan de Ambonezen over gehouden. Nadat het bergoord Malino (nabij Makassar en te vergelijken met Bandoeng) door de Japanners bezet was Bali, thuis bij Diwangkara Beach Hotel Bung, 48 Tekst: Pohon Linde H'wangkar A a h- rcustiSe strand JL/6f*CHHomieuNG*iows /-\ Vtin Scinur. Schoon, comf., vriend. Spec. pr. lang verblijf, 56 dagen l.o. 2 pers. 2876,-. Geen vliegtickets. Via JBA kan men bij Diwangkara verdere reisdoelen voordelig regelen. Info/boeking 0316 - 24 73 30.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 48