Brieven moessOn De inhoud van de ingezonden brieven valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie Wie was Oom Tjoh? Rond 1936/1937 trad oom Tjoh op voor de Bandoengse Radio Vereniging. Zichzelf op een gitaar begeleidend, zong hij liedjes als 'Op een dag ik stelen pisang' en vertelde hij Indische mopjes. Grote clou was het taalgebruik. Snedig en hilarisch. Hoewel de ont vangst in Soerabaja niet altijd even helder was, luisterden we graag naar die grappige 'oom' uit Bandoeng. Voor mij als twaalfjarige was het een openbaring dat op de radio de taal van de straat ongegeneerd werd gesproken en gezongen. Helaas kwam hier gauw een eind aan. Naar ik jaren later in het kamp hoorde, was de omroepleiding gezwicht voor heftige protesten uit de Indische samenleving. Oom Tjoh's op treden zou beledigend zijn en boven dien slecht voor het beeld van de Indo. Maar wie was toch oom Tjoh? Kan iemand meer over hem vertellen? Han Veldhuijzcn, Den Haag Pao An Tui In deze voor Indonesië woelige tijden kunnen wij in de tv-beelden en -com mentaren weer zien dat de Chinezen als Kop van Jut fungeren. Velen vragen zich af waarom. Ik denk dat het is om dat er bij hen wat te halen valt en - zo denkt men - zij zich toch niet kunnen verweren. Nu is het zo dat in het pre- communistische tijdperk de regering in China zich nooit veel aan haar over zeese landgenoten gelegen heeft laten liggen. Men was ze liever kwijt dan rijk, vanwege de overbevolking. Pas in de tijd van Mao kwam er een Ministerie voor Overzeese Chinezen en verrees er in Batavia een ambassade als een fort. Ik weet niet of zij hun onderdanen veel hulp hebben kunnen bieden. Zij zijn echter niet altijd weerloos ge weest. In de bersiaptijd waren de Chi nezen ook de pineut. De Nederlandse regering heeft toen een soort burger wacht ingesteld, de Pao An Tui. Dit waren Chinezen die bewapend wa ren, ook met vuurwapens, zodat zij hun have en goed konden verdedigen. Ik weet niet of zij in alle gebieden on der Nederlands gezag opereerden; zeker wel in Batavia. Of zij effectief waren, weet ik ook niet. Bij de souvereiniteits- overdracht hebben zij hun wapens moeten inleveren en waren zij dus weer weerloos. In de Soekarnotijd zijn ex-leden van de Pao An Tui flink ge pest, zo niet erger. En nu raadt de der de president de Chinezen aan om weer burgerwachten op te richten. Dit advies kan ook als een boemerang werken. A. Kessel, Veldhoven Woonboten op Kalimantan In Moesson van april staat op pagina 11 een foto van woonboten op Kalimantan. Het grappige is dat ik een foto heb van juni 1935 waar precies dezelfde vlot- woningen op staan. Hoe weinig is er veranderd in de 63 jaar. Mijn vader, dr. M.K. Velds, toen wonende in Bengkalis, nam de foto op een van zijn tournees met het polikli nische schip Riouw. Hij en de geweste lijke gouvernementsarts van Medan, dr. Postmus, en ook de heren Ultee, Koerts, Van der Meulen en Sadran, reisden op de schepen Rokan, Wilhel- mina en Riouw door de wateren van onder andere Brouwerstraat en Kalimantan (mijn vader schreef: Kali Mandan), om patiënten te behandelen en in te enten. Itie Ytsma-Velds, Bethlehem (PA), Verenigde Staten Fighting Mieck Uit de Moesson van mei heb ik begre pen dat er een discussie is geweest over de naam en de woonplaats van Figh ting Mieck (op bladzijde 21). Omdat ik enige maanden in het buitenland geweest ben, heb ik de aanloop ervan gemist, hetgeen jammer is, want ik ken hem persoonlijk uit mijn jeugdja ren in Tjimahi. Zijn vader was Inspec teur bij de Veldpolitie. Hij heette Wafelbakker, voor zover ik mij dat nu nog kan herinneren. Tenslotte is het al 68 jaar geleden! Hij woonde aan een macadamweg die liep vanaf de spoor wegovergang, rechtsaf, komende van Gedong Delapan. Die weg werd ook gebruikt door de militairen als zij naar de schietbanen gingen, aan de voet van de Goenoeng Bohong. Hij ging naar de Europese Lagere School, naast de r.k. kerk op Baros. Omdat wij medio 1934 met verlof naar Nederland gingen en ik pas weer in 1938 terug kwam, heb ik hem verder uit het oog verloren. Als jongen was het al een stevige knaap, zodat het niet vreemd is dat hij voor een bokscarrière koos. C.G. Oudshoorn, Eindhoven Johan van Oldenbarnevelt In Moesson van december 1997, pagi na 40, zag ik een heel bekende foto van de 'jongens' van de Johan van Oldenbarnevelt. Mijn ogen rolden bij na uit mijn kop, ja, want feit is dat ik die foto heb genomen, plus nog twee anderen. Ik was zo 'rijk' een oude, vooroorlogse camera te hebben en een oud-HBS-genoot uit Malang had een oude, ongebruikte film. Of course geen garantie. Maar ik verschoot die film en alle foto's kwamen heel goed uit. De tweede stuurman bood aan ze te ontwikkelen en maakte een vergroting van die drie foto's. Ik heb ze toen er gens opgehangen met mijn adres erbij in Den Haag en wie afdrukken wilde hebben, kon mij daar bereiken. Mijn complimenten over de goede copy van de foto in MoessonVan de meesten ben ik natuurlijk de naam vergeten. Soedah loepah... Maar niet verwonder lijk, want ik woon hier al 47 jaar en ben ook met een New Zealander getrouwd. Enkelen op de foto wonen ook hier in Nieuw-Zeeland. Als ik Moesson lees, zie ik altijd bekende namen. Ja, die dingen vergeet je niet. 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 4