Verpakking
Idols are forever
moessQn
De dag volledig verkeerd begonnen;
mijn enige kostuum geruïneerd.
Representatief gekleed was ik in de
keuken in gevecht geraakt met een pak
yoghurtdrank. 'Handig te openen', staat
er op. 'U drukt de flappen naar buiten
en trekt vervolgens het pak open'.
Die flappen wilden wel, maar het pak
niet. Wat ik ook pulkte en wrikte, het
wist van geen wijken. Ziedend nam
ik het pak in een wurggreep. Na vijf
seconden gaf het over. Letterlijk.
Een golf vanillesmaak gulpte over mijn
kostuum.
Het is me nog nooit gelukt een zuivel-
pak ertoe te bewegen vrijwillig haar
inhoud prijs te geven. Ongeacht merk,
smaak of gebruiksaanwijzing. Of ik nu
chocoladevla of boerenlandmelk pro
beer, mijn kloffie loopt steevast averij
op. Het gebruik van een vork om een
opening te forceren, levert hetzelfde
resultaat op; de verwondingen aan
mijn handen en krassen op het aan-
rechtblad niet meegerekend.
Ik kan er woest om worden. Ook de
vleeswaren voor een goed belegde bo
terham zijn funest voor mijn bloed
druk. Als je één ons ham bestelt, wordt
elke plak afgedekt met een onzichtbaar
velletje folie. Meermalen heb ik tijdens
de lunchpauze mijn slager vervloekt
om zijn taaie ham, terwijl ik een mi
lieuvriendelijk polytheen zat weg te
kauwen.
Vroeger zaten vla en melk gewoon in
de fles. Fles leeg? Fles naast de voor
deur en de melkboer bracht er een
volle voor in de plaats; met een prach
tig gekleurde dop er op. De flesdoppen
werden platgeslagen en gespaard voor
de arme, bruine kindertjes - wat die er
ook mee deden - of werden gebruikt
om de spaken van je fiets mee te ver
sieren. Schitterend gezicht, vooral als
de zon scheen, fe had ze in verschillen
de kleuren; rood, blauw, groen, zelfs
van zilver en goud. Als je langzaam
fietste, gleden de doppen langs de
spaken van boven naar beneden.
Dat gaf ook nog geluid.
Bij de slager in het dorp lag de ham op
een kartonnen schaaltje met bovenop
één velletje vetvrij papier. Op het buil
tje stond een vrolijk lachend varken,
zodat je er zeker van kon zijn dat het
beest met plezier zijn organen ter
beschikking had gesteld.
Uit die tijd stamt ook een van de eer
ste reclame-slogans: 'Het enige dat u
weggooit, is de verpakking.' Ik dacht
van King Corn; klef witbrood dat vol
gens mijn moeder ongezond was, maar
met een laag dikke melk wel erg lekker.
Ik heb die slogan vanmorgen meteen
in praktijk gebracht en het pak yog
hurtdrank in de grijze bak gedonderd.
Nu nog een brief naar die vla-flippen.
Vroeger vingen koeien alleen maar
hazen. Tegenwoordig leren die beesten
motorrijden en waterskiën. Zouden ze
geen flessen kunnen rondbrengen?
Bij het lezen van het artikel 'Idols are
forever' in het meinummer van Moes
son (pagina 18), komen beelden van
toen weer duidelijk voor ogen. Over de
verhuisploeg van de 'jongens van Ranti'
valt nog het volgende te vertellen.
De echte vaste bemanning bestond uit
de volgende jongens, toen in de leeftijd
van circa achttien tot twintig jaar:
Iwan Ranti, die ik nooit meer heb ont
moet, werd naar verluidt later kinder
arts, met een praktijk in Djakarta. Rudy
Grootings ben ik een poos geleden te
gen gekomen. Ik meen dat hij lucht
machtofficier was op de basis Soester-
berg. Chris Simon, destijds woonachtig
aan de Yap Djenedweg, ben ik hele
maal uit het oog verloren. Diens broer
daarentegen, Bert Simon, heb ik jaren
geleden nog gesproken. Hij was toen
actief als station-manager van Garuda
Indonesia op Schiphol. Door zijn inge
zonden stukjes in Moesson krijg ik zijn
naam nog wel eens onder ogen.
Zelf was ik de kleinste en de jongste,
op weg om veertien jaar te worden.
Dat de grote jongens mij toestonden
om toch mee te sjouwen - al was het
min of meer voor spek en bonen -
dankte ik waarschijnlijk aan mijn lan-
ge-afstand-loopervaring als venter van
thuis gemaakt kroketten, rissoles, lem-
pers, e.d.
De verhuiswagen op autobanden die
Han Meliëzer beschreef, droeg de naam
Sloebersbuggy. Een knap stuk werk!
Een soepel rijdende Mercedes onder de
traditionele grobaks. In een bepaalde
periode mocht eens per week gratis
bouillon worden opgehaald bij de vlees-
fabriek Jenne Co. op Goenoeng Sari.
Dit krachtige vocht werd verdeeld on
der de Indische families van Meester
Cornells. De uitdeling vond plaats ten
huize van de familie E.E. Martens,
Kerkstraat 44.
Deze ritten kenmerkten zich als heel
vrolijke tripjes, hoewel er een afstand
moest worden afgelegd van circa vijf
tien kilometer heen en dito terug.
De last was niet zo zwaar als de ver-
huisboedel en bestond uit mijn goed
gevulde grote aluminium pan.
In mijn herinnering wel zo groot als
een halve drum van tweehonderd liter.
Op dalende weggedeelten sprong de ge
hele crew op de wagen, terwijl de
stuurman losjesweg met zijn been de
disselboom bediende. We zongen dat
het een lust was, met als tophit inder
daad: 'Glorie, glorie, glorie, glooo-ri-
aa... Zwart zijn de meisjes van Ba-ta-
vi-aa...'
Wat een herinnering! Wat een kame
raadschap! Beslist van invloed geweest
op onze karaktervorming
Tekst: Riny Boeijen
Tekst: R. Zuidema
18