Brieven
Francisco A. Pereira
moessQn
allerlei instanties benaderd, maar ik
kreeg steeds nul op rekest.
Mijn gevangenschap is een gevolg ge
weest van de problemen tussen de
Nederlandse en de Indonesische rege
ring die in die periode steeds meer uit
de hand liepen. Als ik dat in mijn brie
ven als argument aanvoer, krijg ik te
horen dat ik me tot de Indonesische
regering moet wenden. Natuurlijk is
het zo dat de Indonesische regering mij
onschuldig gevangen heeft gehouden en
niet de Nederlandse - in zoverre kan ik
het standpunt van de Nederlandse re
gering wel begrijpen.
Maar ik ben een Nederlands onderdaan
en ik vind dat mijn regering zich er
met een jantje-van-leiden vanaf maakt
door mij verder met mijn problemen te
laten zitten. Ik voel me eenzaam en
verbitterd en weet me eigenlijk geen
raad meer.
Daarom zou ik graag in contact willen
komen met andere ex-Schmidt-arres-
tanten. Misschien dat we samen iets
kunnen bereiken.
Reacties graag aan: P.J.H. Wiersma,
K. Rustenburgstraat 380-III, 1072 HG
Amsterdam, tel. 020 - 662 18 00.
Ons Aller Belang
Op bladzijde 17 in Moesson van april
staat een foto van de organisator,
leidsters en collectrices van het sanato
riumfonds Ons Aller Belang voor het
militaire tehuis aan de Pabaton in
Buitenzorg anno 1934.
Zittend, van links naar rechts, num-
De inhoud van de
ingezonden brieven
valt buiten de
verantwoordelijkheid
van de redactie
Oproep Schmidt-arrestanten
Twee jaar geleden stonden er in Moes
son drie artikelen over 'Het vergeten
verhaal van een van de Schmidt-arres
tanten' Moesson van maart, mei en
juni 1996). Het stuk ging over de heer
f.H. Rath die in de jaren vijftig twee
jaar lang onschuldig heeft vastgezeten
in Indonesische gevangenissen.
Zelf heb ik in die periode ook vastgeze
ten, twee jaar en tien maanden lang,
op beschuldiging van staatsondermij-
nende activiteiten waar ik, net als de
andere Schmidt-arrestanten, niets mee
had uit te staan.
Tijdens mijn gevangenschap heeft de
Dinas Pengawasan Keamanan Negara
(D.P.K.N.) geprobeerd me allerlei zaken
te laten bekennen waar ik nog nooit
van gehoord had. Ze sloegen me met
stokken en dompelden mijn hoofd on
der water tot ik bijna stikte.
Ik was nog jong, maar ik heb het er
nog steeds moeilijk mee. Vooral met de
desinteresse van de Nederlandse rege
ring: die heeft weinig begrip gehad en
geen hulp geboden. Jarenlang heb ik
mer één en twee, meen ik mevrouw
Angkuw en mevrouw Monterie - respec
tievelijk wonende aan de Gang Baru en
Gestichtsweg - te herkennen.
Elke maandag werd er op de scholen
gecollecteerd en dat noemden we de
maandag of T.B.C.-cent. Als ik me niet
vergis, kreeg je voor elke cent een ze
geltje en als bladnja al vol, je krijg een
klein cadeautje, maar wat, weet ik niet
meer precies. Ik geloof een stief of pot
lood, kalau tidak salah. Voorloper van
de AH-zegeltjes, dese ja?
Met de kinderen Angkuw, Yet je (domi
nee), Jojo, Topsie (arts) en kinderen
Monterie - Rizie, Boy en Lex - heb ik op
de Christelijke Europese Lagere School
(Feithweg 3 in Buitenzorg) gezeten.
Met Jojo Angkuw en Zefnath
Manuputty, gepensioneerd Garuda
Indonesia employé, heb ik het voorma
lige militair tehuis aan de Jl. Jenderal
Sudirman 7 (nieuwe naam voor Paba
ton) for sentimental reasons bezocht.
Vroeger woonden Bernie en Zus den
Dekker, die ook op de Chr. E.L.S.
waren, in dit huis.
Het is nu Panti Asuhan G.P.I.B. Bina
Harapan (Geredja Protestan Indonesia
Barat) geworden en van het oude ge
bouw is niets overgebleven.
Het tehuis herbergt dertien meisjes en
twaalf jongens, variërend van Indo-
europeaan, Indo-chinees tot Ambon-
Manisé en Jojo en Zefnath zorgen voor
het onderhoud van het gebouw op vrij
willige basis want het is daar geen
saté-ketupatpat. Vooral nu!
Bert Simon, Amstelveen
Vlug en Vief in Batavia
In Moesson van februari staat bij het
Van ons is heengegaan
(Réré)
Bandjermasin f Long Beach,
10 juli 1933 Ca., USA
10 mei 1998
Rust zacht Papa.
Denie Pereira,
kinderen
en kleinkinderen
4
Panti Asuhan C.P.I.B. Bina Harapan (Ceredja Protestan Indonesia Barat)