Een verhaal van onze padvinderstijd Het oorlelletje moessQn Tijdens een Braga-reünie in Zuilichem, waar ik aanwezig was als echtgenoot van een Bandoengse schone, werd mijn vrouw aangesproken door een man. Zijn naam heb ik voor de oorlog vaak thuis door mijn ouders horen noemen in hun verhalen over vroeger in Padang. Mijn ouders behoorden, zoals de oude ren onder ons het zich nog wel zullen herinneren, tot de vertel-generatie uit de tijd dat er nog geen tv was en dat zelfs de radio een bijzonder ding was. De man en ik kwamen met elkaar in gesprek over onze familie-afkomst en hun toenmalige verblijfplaatsen. Adoeh seh! Plotseling zei hij: 'Onze families zijn aan elkaar geparenteerd.' Vroeger zei men dat, om een soms ver re en vaak vage familieverbondenheid met elkaar aan te geven. Wat was er nu aan de hand? Een voor ouderlijk familielid van hem was in het verleden op Padang in mijn familie opgenomen. Na'h toe... inhe'wikkelt of niet soms? In ons gesprek kwam ook ter sprake dat mijn biologische oma een inheemse vrouw uit Nias was. Shame and scandal in the family, anno 1891. Mijn grootvader van vaderskant was indertijd civiele gezaghebber over het eiland Nias. Vandaar mijn oma. Maar alles kwam wel goed, hoor. Mijn Engels-Nederlandse opa erkende mijn vader. Mijn gesprekspartner zei toen dat hij ook Nias-bloed had en greep plotseling naar mijn oorlel! Schrik van mijn kant... 'fa klop,' zei hij toen. En in één adem vervolgde hij, met zijn hand nog steeds aan mijn oorlel: 'Jij heb Nias-bloed. Jou oorlel sit eg fast. Jij heb geen los lelletje. Alle mensen van Nias hebben een fast oorlelletje,' beweerde mijn ge sprekspartner toen triomfantelijk. Ik was met stomheid geslagen. Dit heb ik nooit geweten. Zou het waar zijn? Onze hopman was meneer Van Gende- ren, die ook onze leraar van de zesde Idas in Salatiga was. Een geweldige man. Ja, bij de padvinderij leerden we vele dingen, ook omdat er oorlog was in Holland, Europa en er misschien ook oorlog zou komen in Indië: de Japan ners waren al in China begonnen. Dus als padvinders werd ons toen EHBO geleerd: bloedingen stoppen, met stok ken en touwen een brancard maken en hoofd- en knieverbanden aanleggen. Eerste hulp was het voornaamste, maar we leerden ook branden uit te slaan met aan een stok gebonden kle dingstukken. Ja, als padvinders waren wij paraat. We hadden ook morse-code geleerd en vlaggen-seinen, zoals de mi litairen. Toen kwam de grote oefening. Verschil lende jongens moesten slachtoffer spe len met papiertjes op hun borst waarop stond wat eraan scheelde: ik heb een gebroken arm, ik ben duizelig, ik heb een open buikwond, et cetera. De rest van de groep werd naar vier, ver uit- elkaar liggende hoeken van straten ge stuurd om met vlaggen-seinen uit te leggen waar de gewonden zich bevonden. Maar dat seinen met vlaggen pakte niet zo goed uit. Het uiteindelijke be richt was zoiets als: 'Japanner in rawah, Salatiga in bom, over and out.' Toen moesten we natuurlijk die arme kerels vinden, die in de alang-alang la gen met hun breuken en doorgesneden slagaderen. Onze hopman was niet erg tevreden. Ondertussen naderden de Japanners tot dichtbij Indië. De mobilisatie van ons leger was begonnen en meneer Van Genderen werd opgeroepen. Mijn zes jaar oudere broer - eerst assis tent-hopman - werd nu hopman van onze groep, maar dat duurde niet lang: Japan viel Pearl Harbour aan en Neder- lands-Indië verklaarde de oorlog aan Japan. So my brother, who was eigh teen at the time, also had to go into military service. Geen padvinderij meer, maar toch ging ik met sommige vrienden naar het padvindershuis, totdat het gebouw, een log cabin, door brand verwoest werd. Aangestoken. Wie had dat gedaan? En waarom? Baden-Powell's bust was there and obviously destroyed. You wonder why Dit is dan het verhaal van een padvin- dersgroep in Indië die heeft geprobeerd om de oorlog te winnen maar - helaas - dat gebeurde niet. Ik zou graag willen weten hoe het verder met meneer Van Genderen is gegaan. Mijn broer is gesneuveld in Frankrijk on June 8, 1944, in a Mitchell bomber. Als er jongens zijn van die Salatiga group van padvinders, please contact me, just to say hello Feite Posthumus, 19735 - 39th Ave S, Seattle WA 98188-5431, Verenigde Staten. Tekst: George Welborn Tekst: Sinjo Petah 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 8