Kapitein Hoepedibentjies 00 Olympisch Stadion Amsterdam 21 t/m 30 augustus 1998 27 en 28 augustus MOLUKSE DAGEN moessOn Bij de KPM voer men op bepaalde lijndiensten, waarbij ha vens en reden werden aangedaan en vakbekwame bootwer kers niet beschikbaar waren, met Badjau's aan dek. De Badjau's waren een zeevarend volkje dat van oudsher niet aan de wal, maar op schepen woonde. Soms waren het vissers, vaak waren het de lokale vrachtvaarders in de Indi sche archipel en zelfs als zij te oud waren om nog met vis sen of met vrachtvaren de dagelijkse hap nasi te verdienen, dan nóg woonden deze Badjau's met oma en kleinkinderen op hun boot. Het waren zoutwater-zigeuners, nooit bang voor water of voor hard werken. Geen wonder dus dat de KPM graag zo'n ploeg Badjau's aan dek liet meevaren. Het waren gasten die de woorden 'lange reistoeslag' uit hun woordenboek hadden geschrapt. Deze mannen voeren vaak jarenlang op hetzelfde schip, gingen nooit met verlof en werden ingezet om te laden op een rede, waar ze wadend door drie tot vier voet diep water, de lading op hun rug naar de sloep droegen. De noordkust van Celebes, met name het gebied dat tussen de Bocht van Poso en de Menado Baai ligt, is dicht begroeid met kokospalmen en de export van copra was daar voor de kustbevolking big business. De zakken copra werden op het strand gewogen en geteld, vervolgens door de Badjau's op de rug genomen en wadend door het water naar een van de gereedliggende sloepen ge bracht. Een stoombarkas sleepte dan zo'n vol beladen sloep naar het ten anker liggende schip waar een ploeg Badjau's de zakken stropten (in een strop deden) en op de laadhaak aan- hoekten. Een andere ploeg Badjau's hieuwden de hijsjes aan boord, vloerden de zakken in het ruim op de buikdenning uit en indien er nog andere stukgoedlading in het ruim lag of zou worden geladen, dan werd deze copra meestal tiersge- wijs in een klamp opgestuwd. Op het strand hield meestal de derde stuurman de tally bij en werd door een wijze Chinees wiens lading haast had, met koel bier gelaafd en van een goede hap eten voorzien. Deze zelfde stuurman moest na de belading de te gebruiken dekruimte van de nieuwe dekpassagiers met hun levende have opmeten, hun passageprijs berekenen en innen en ver volgens zijn stuwplan gaan bijwerken. Als hij dan daarna z'n wachtje gelopen had, schoten er meestal nog wel zo'n drie uurtjes slaap voor hem over. Tegen vier uur 's ochtens was het weer ankeren op de vol gende laadrede en begon het hele ritueel opnieuw. En de kapitein? Die ging soms de wal op. Om te telefoneren, om de scheepvaartagent te spreken of om aan de wal een hapje te gaan eten. En... en passant ging hij meestal even kijken hoe de zaken er op het strand voorstonden. Of z'n derde stuurman niet zat te pitten en of hij de Badjau's wel goed in de gaten hield en achter hun broek aanzat. Er was eens zo'n KPM-kapitein - we zullen hier zijn naam maar niet noemen - die hoogst persoonlijk de Badjau's (met zo'n zware zak op hun rug) tot sneller werken opzweepte door in z'n handen te klappen en vervolgens te roepen: 'Ajo, doorlopen jongens, vlugger! En hup met de beentjes.' De Badjau's hadden heilig ontzag voor hun baas, want aan boord was hij het die uiteindelijk uitmaakte of zij droge rijst te eten kregen met een stukje gedroogde vis, of dat ze rijst te eten kregen met sajoer, een sambalan en babi ketjap. Maar hun baas was ook de man die bepaalde of zij 'perskot' (een voorschot op hun gage) kregen in de zogenaamde stap- havens. De Tweede Wereldoorlog brak uit en zoals alle Nederlanders, belandde ook deze kapitein achter de Japanse kawat. In 1945 was het allemaal weer voorbij. Deze bepaalde kapi tein had het allemaal overleefd en de KPM-schepen die nog over waren, begonnen weer de oude, vertrouwde inter-insu- laire vaart te bedrijven. Ook op de copra-lijnen van Noord- Celebes werden weer de vertrouwde KPM-ers gezien. De eerste KPM-er die na de oorlog de Tolitoli Baai opstoom- de was de Both. De stoombarkas werd te water gelaten en de eerste man die het strand op stapte, was de kapitein die zo vaak de zwoegende Badjau's tot meer snelheid van lopen had gemaand. De Badjau's aan wal en nog zonder vast werk, herkende hun vroegere baas direct. Met ontzag ging het toen van mond tot mond: 'Kapten Hoepedibentjies datang kembali!' Feestelijke Aziatische Jaarmarkt met attractieve shows, muziek en dans. Diverse culturele en culinaire manifestaties uit o.a. Indonesië, India, Thailand, Hawaii en de Caraïben. Tientallen stands met tropische produkten. U bent van harte welkom! Selamat datang! Toegangskaarten per dag geldig: Volwassenen 12,50 p.p. Kinderen 5,- p.p. (6 t/m 12 jaar) 65+ 10,- p.p. Openingstijden: Vr. 14.00-23.00 uur Za. 12.00-24.00 uur Zon. t/m don. 12.00-22.00 uur Info: J. Vardon, 020 - 610 75 34 of H. Pieplenbosch, 020 - 610 00 90 Organisatieburo HENSEN - Edward Jennerstraat 68 2035 EP Haarlem - tel./fax 023 - 540 23 34 Tekst: Pohon Linde (Advertentie) 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 12