Wie weet... moessQn Europese en een deel van de Indo-Eu- ropese vrouwen en kinderen werden in afgesloten wijken opgesloten. De mees te Europese en Indo-Europese mannen moesten dwangarbeid verrichten in de len van het "Japanse rijk". De levens omstandigheden waren in alle kampen verschrikkelijk. Groot menselijk leed en een zeer groot aantal doden waren het gevolg.'!2) Wat ontbreekt, is het leed buiten de kampen, waarover wel iets staat in het volgende fragment uit een ander boek, waarbij echter weer andere zaken on vermeld zijn: 'De meeste Nederlanders werden in kampen opgesloten, waar vele omkwamen door ziekten, onder voeding en te zwaar werk. Ook Indische Nederlanders hadden het moeilijk, om dat ze als 'Nederlander- vriendjes' wer den beschouwd.'!3) Met betrekking tot de Japanse bezet tingstijd wordt in de meeste schoolboe ken geprobeerd evenwichtige aandacht te schenken aan het lot van zowel de Europeanen als de Indonesiërs. Dat le vert bij de tegenwoordige jeugd niet al leen meer, maar ook andere kennis op. grip getoond voor de Indonesische rol in het Nederlands-Indonesische conflict. Dat de onveiligheid van Nederlanders in Indonesië voor de Nederlandse rege ring een belangrijke reden was om te proberen langs militaire weg orde en gezag te herstellen, lezen we zelden. Mijn volgende artikel gaat over een belangrijk gevolg van de Indonesische dekolonisatie: de Indische migratie naar Nederland Literatuur 1 Vragen aan de geschiedenis 2mhv (1995) 183, 193, werkboek 115, handleiding 119. 2 Sporen 3 (1993) 245, 248, 249. 3 Stappen in de tijd 3 (1995) 194. 4 Historia (1994) 243. a 'Het gesphiedenisonderwijs in Neder- lands-Indië en Indonesië' in: Kleio 9 (1987). b 'Het einde van Indië in schoolboeken' in: Moesson 3 en 4 (1995). Zie ook het Indisch Informatiepunt onder Onderwijs. De periode 1945-1949 De ontwikkelingen in de periode 1945- 1949 worden in schoolboeken meestal voorgesteld als een conflict tussen twee partijen, bijvoorbeeld: 'De oorlog in Indonesië had Nederland 2500 doden gekost, Indonesië een veelvoud daar van.'!4) De chaotische situatie in de bersiaptijd is in het volgende fragment ook ver eenvoudigd tot een tegenstelling tussen twee partijen. 'Toen Van Mook in okto ber (1945) in Indonesië arriveerde, ont dekte hij de kracht van het nationalis me. De Republik had zich stevig gevestigd. Nederlanders waren er niet veilig.'!4) Uit een in een ander schoolboek opge nomen uitspraak van een Indonesiër blijkt dat er meer aan de hand was: 'De Bersiap tijd was óók een sociale revolutie. De wreedheid richtte zich niet alleen tegen de Nederlanders, maar ook tegen de Indonesische machtheb bers die in vele streken werden afgezet, zo niet afgemaakt. Het was gericht te gen alle machten die niet meer erkend werden.'!2) In de afgelopen jaren hebben school boekauteurs steeds meer afstand geno men van het Nederlandse beleid en be- Tekst: Riny Boeijen Bandoeng 1936. Die avond was het dan zover. Ze waren de voorronden onge schonden doorgekomen en nu stonden ze in de finale van een traditionele danswedstrijd: Broer en Annie Brusse, uit de buurt van de Kebon Kawoeng in Bandoeng. De sfeer in de kleedkamer is gespan nen. Er wordt niet gesproken. De gri- meuse inspecteert nog één keer de fraai opgemaakte hoofden; transpira- tievocht wordt secuur gedept om te voorkomen dat de zware mascara- lijnen beschadiging oplopen. Terwijl de minuten verstrijken, lijkt de temperatuur langzaam op te lo pen. Broer en Annie hebben beiden een merkwaardig gevoel in hun buik. Een gevoel dat ze kennen uit de voorronden, maar dat nu veel sterker is; een opgewonden gevoel, een zachte druk op de maag die even verdwijnt als je diep adem haalt en daarna langzaam uit blaast. In de verte klinkt applaus. 'Kom,' zegt Broer, 'nu wij.' Het 'banjak oentoeng' van de grimeuse horen ze niet meer. In de coulissen worden ze opge wacht door de regisseur. Het applaus zoekt zich klaterend een weg door een opening in het doek. Stralend en opgelucht dansen twee andere deelnemers de trap af richting kleedkamer. Teiwijl het applaus verstomt en plaats maakt voor geroezemoes, kondigen de eerste tonen van de gamelan de dans van Broer en Annie aan... Een kwartier later zweven ze de trap af naar de kleedkamer, opgelucht en be dwelmd door de ovatie van het publiek. Broer en Annie behoorden tot de latere prijswinnaars. 'Hoeveelste, tante?' 'Ik weet het niet meer,' verzuchtte mevrouw Julia van der Veen, van wie ik deze prachtige foto kreeg. 'Kon ik het Annie nog maar vragen. Het laatste dat ik van haar weet, is dat ze in Den Haag woonde aan de Laan van Meerdervoort. Ze heette toen Samuels-Brusse.' 'Ach, wie weet,' probeerde ik haar ge rust te stellen. 'Wie weet, leest iemand dit en hoor je tóch nog van haar.' 'Ja, wie weet,' zei ze en staarde pein zend voor zich uit 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 16