Taalperikelen triangle tours Okan BaCi moessQn 'De taal is het beste instrument om je gedachten te verbergen', moet ooit de Franse diplomaat Talleyrand hebben gezegd. Van de Nederlandse pedagoog Langeveld is de uitspraak: 'De taal is de bedding waarlangs de rivier van het denken stroomt.' Kort en krachtig, of in mooie metafo ren, één ding staat vast: zonder taal geen optimaal denken en zeker geen gestroomlijnde communicatie. Met woorden hebben we greep op de dingen en kunnen we mededelingen doen aan onze naasten. Maar dan moet je wel de woorden kennen en dezelfde taal spre ken. En dat heeft Herman op zijn reis door Indonesië wel gemerkt. De alleen reizende, kort aangebonden vrijgezel was overtuigd van zijn talen kennis. Ooit werd hij door Bert, de reisleider in Indonesië, betrapt bij een conversatie met een hotelmanager. In een taal die Herman voor Engels wilde laten doorgaan - maar die bij de toehoorder overkwam als een zelf ver zonnen reeks klanken - probeerde hij aan de man enige informatie te ontlok ken. Deze hmctionaris (hotelschool in Lausanne, jaren ervaring in diverse ho tels in Europa) begreep uit de vragende toon dat van hem een antwoord werd verwacht. Maar omtrent de inhoud (Advertentie) Individuele reizen Indonesië Maleisië Nieuw Zeeland Australië Vliegen met Singapore Airlines Let op: gewijzigd tel.nr. telefoon/fax 0412 - 655 266 INDONESISCH SPECIALITEITEN RESTAURANT DEWATA Beeklaan 269 - Den Haag Tel. 070 - 346 76 97 van de vraag tastte hij volkomen in het duister. Zijn ingeboren beschaving, nog versterkt door zijn beroepsopleiding, dwong hem de haast gebiedende toon in Hermans stem te negeren en gedul dig te blijven. Beleefd trachtte hij de inhoud van dit koeterwaals te door gronden. Tevergeefs... Bert meende dat Herman iets wilde weten over de omgeving van de stad en sprong bereidwillig in om zijn diensten als tolk aan te bieden. Dit werd hem door Herman niet in dank afgenomen. Integendeel. Met een: 'Ze mogen hier hun talen wel beter leren beheersen,' keerde deze zich abrupt om en verdween met driftige stappen uit de lounge-, een verbouwereerde Bert achterlatend. Die kon zich alleen nog maar verontschul digen voor het grove gedrag van de gast. In het vervolg van de reis gedroeg Herman zich kortaf en stug tegenover Bert. Regelmatig had hij smalende op merkingen over de talenkennis van 'die mensen in de hotels'. Berts pogingen tot toenadering bleven onbeantwoord. Tijdens minder interessante trajecten van de vaak lange busreizen hield Bert de groep wel eens bezig met wetens waardigheden over de historie en de cultuur van het land. Vaak vertelde hij dan ook wat over de taal, daarbij nooit vergetend een paar leuke voorbeelden te geven van oorspronkelijk Nederland se woorden in het Indonesisch. Woorden soms uit een ver verleden, in Nederland zelf niet meer gebruikt, zo als 'senapan' (vuurwapen), 'jelai' (jam) en 'kalaïs' (wc) van het oude 'snap haan', 'gelei' en 'kakhuus'. Uit ervaring wist hij dat 'het feest der herkenning' ook op reis geldt. Iedereen stelde dit soort informatie altijd op prijs. Zo niet Herman, die alleen maar op merkte dat 'ze maar beter goed Engels konden leren.' Overigens breidde zijn ontevredenheid en kritiek zich uit over meer zaken en gebeurtenissen op de reis. Hier duurde een stop veel te lang ('oninteressant'), daar weer 'kreeg je nauwelijks voldoende tijd om foto's te maken'. Nu eens was 'altijd maar weer rijst' niet te verteren, dan weer konden ze die 'pogingen om een Europees menu te serveren' liever nalaten. Herman ontwikkelde zich tot een stoorzender die dreigde de stemming in de groep grondig te verzieken. Nie mand had sympathie voor de eeuwige mopperaar en ook bij Bert begon mede lijden om te slaan in tegenzin; waarvan hij natuurlijk niets het blijken, want de ldant blijft koning. Doch ook een reisleider is slechts een mens en diep in zijn hart hoopte Bert dat Herman een keer zijn trekken thuis zou Wijgen. Op Bali gebeurde het dat het lot wraak leek te nemen voor de groep. Bert hoorde het verhaal van één der reisgenoten, die het hem niet zonder leedvermaak vertelde. Deze had zijn bungalowtje naast dat van Herman en was oorgetuige van een boeiende dis cussie tussen de boze gast en een be reidwillige roomboy. Genietend was hij blijven luisteren. Kennelijk deed het licht op de veranda van Herman het niet. De kamer jongen was geroepen en alras komen aanzetten met een nieuwe lamp. Toen die ingedraaid was, brand de hij onmiddellijk door. Ook een tweede, nieuw aangebrachte peer knap te ogenbliWcelijk. Een ongeduldige Herman was in een onbeholpen ge brabbel uitgebarsten, waarbij hij zijn sprakeloze toehoorder geen gelegenheid gaf tot interruptie. Waarschijnlijk pro beerde hij duidelijk te maken dat het euvel dieper lag en niet zou worden verholpen door het herhaald indraaien van een nieuwe lamp. De bediende had al enige malen eerder willen weglopen om technische assistentie te halen, maar steeds weer had een verse stort vloed van Wanken hem hiervan weer houden. Hij bleef beleefd wachten tot dat de tuan was uitgesproken. Zo was het hem geleerd. Het verbale geweld van Herman kwam op hem af als een op drift geraakte rol prikkeldraad: drei gend, maar vooral onontwarbaar en niet aan te vatten. De heimelijke luis tervink stelde zich een rood aangelopen Hollander voor, hevig gebarend tegen over een tengere, gedienstige Baliër en amuseerde zich zeer! Ineens, na een minuut of tien, toen Herman even een adempauze nam, kwam de hoge Weet van opluchting: 'Aab tuan, you mean korslèèèting!' en om de gast te helpen eraan toevoegend: 'You know: short-cir cuit' en Herman sprakeloos achterla tend rende hij weg om de technische dienst erbij te halen. Bert hield zich van de domme toen hem later, in het bijzijn van Herman, door enige leden van de groep gniffelend werd gevraagd of hij nog wat Nederlandse woorden in het Indonesisch wist. Kortsluiting bij voorbeeld. Bert had droog geantwoord dat je met het Engelse short-circuit ook een heel eind kon komen 18 Tekst: R. Binkhuijsen (lid SGR)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 18