Het stadhuis in Batavia
moessQn
Tekst: Oei Tat Ie
Zoals bekend kon men
vroeger in de stad Batavia
drie gedeelten onderschei
den, namelijk Meester-
Cornelis - nu Jatinegara -
vervolgens Batavia-centrum
of Weltevreden - nu Jakarta-
pusat - en de benedenstad of
Jakarta-kota.
Nu Jakarta een metropool is
geworden, merkt men deze
onderverdelingen niet meer.
Bijna overal ziet men nu moderne
hoge gebouwen en tijdens spitsuren
lange verkeersopstoppingen. Gelukkig
is niet alles vernieuwd of gemoderni
seerd. Hier en daar vindt men nog an
tieke, deftige gebouwen.
We nemen nu een van deze oude
bouwsels onder de loep. In een recente
uitgave van het dagblad Suaia Pemba-
ruan kon men een artikel hierover vin
den. Iedereen weet waar het grote
spoorstation Jakarta-kota is.
Ongeveer honderd meter verwijderd
van dit station vindt men het oude
stadhuis van voormalig Batavia.
Dit gebouw, naast enkele andere in de
buurt, is opgetrokken in de zeventiende
eeuwse, Gotische stijl.
In het begin werd het stadhuis gebruikt
als administratie-kantoor van de Veree-
nigde Oost-Indische Compagnie (VOC).
Gouverneur-generaal Jan Pieterszoon
Coen had voor administratieve doel-
kante meter en de bouw begon in 1626
en eindigde in 1627.
Een jaar later viel het leger van Sultan
Agung van Mataram Batavia aan; ze
werden echter verslagen. Zijn man
schappen stierven aan de gevolgen van
malaria, ondervoeding en het ongezon
de klimaat van Batavia. In 1629 her
haalde Sultan Agung zijn aanval over
land via de rivier en via de zee. Deze
strijd had tot gevolg dat het prachtige
koloniale stadhuis vernield werd.
Naast de materiële schade brandde de
helft van het gebouw af. Een afbeelding
van Sultan Agung's aanval plus bijbe
horende kaart, hangt nu nog aan een
van de muren van het huis.
Een opvolger van Coen, gouverneur-
generaal Joan van Hoorn restaureerde
het stadhuis
in 1707. Drie
jaar later
werd het huis
weer normaal
in gebruik ge
nomen. Niet lang daarna werd Van
Hoorn opgevolgd door Abraham van
Riebeeck. Deze bewindvoerder richtte
het stadhuis volgens zijn smaak in.
Van Riebeecks interpretatie is tot op
heden ongeschonden gebleven en het
stadhuis doet nu dienst als museum.
Museum Fatahillah, heet het.
Vlakbij dit museum is het bekende
einden een representatief gebouw nodig.
Voor dit doel liet hij het stadhuis bou
wen op een plaats die ongeveer een
kilometer verwijderd was van de oude
haven Sunda Kelapa. Het stuk grond
had een oppervlakte van 13.588 vier-
VOC-kanon Kyai Jagur geposteerd.
Dit kanon lag vroeger in de buurt van
Pasar Ikan en werd druk bezocht door
mensen die graag een nakomeling wil
den hebben. Blijkbaar interpreteerde
het volk de gesloten vuist met duim
30