Bericht uit de
Moluklcen
Julia
moessQn
Tekst: Kees Heij
Toen ik eind december op een ochtend
al lezende naar muziek van The Dutch
Swing College Band zat te luisteren,
kwam Julia me de krant brengen en
vertelde me, dat ze naar de universiteit
ging en dat ze 's avonds weer thuis zou
komen.
Op dit moment realiseerde ik me, dat
Julia zonder dat ze het ons gevraagd
had, al drie maanden bij ons thuis
woont, eet en slaapt. Julia is als baby
door haar Javaanse moeder aan een fa
milielid, die het beter had, weggegeven.
Ze heeft ongeveer vijftien jaar haar
moeder niet meer gezien en heeft daar
geen moeite mee.
Momenteel is ze achttien jaar en ze is
met Paul en zijn Javaanse vrouw mee
naar Ambon gekomen. Toen Paul met
zijn familie op vakantie naar België
ging, kwam Julia in een asrama (stu
dentenhuis) terecht, waar ze het niet
zo naar haar zin had. Omdat ze drie
maanden geleden wel eens met onze
zoon optrok, schijnt iedereen het nor
maal te vinden, dat ze hier in huis is.
Julia is een lief meisje, dat graag een
handje helpt, in de keuken haar huis
werk maakt en goed met het personeel
omgaat. Ze houdt ze ook wel eens uit
de slaap door om 02.00 uur naar de tv
te kijken. Onze meisjes liggen dan
voor de tv op de grond te slapen en
moeten de volgende dag weer vroeg
werken, teiwijl Julia nog lekker blijft
liggen. Soms zie je haar een paar dagen
niet en dan is ze weer een tijdje aan
wezig.
Van het begin af aan hebben Lydi en ik
er voor gewaakt, dat we niet een halve
kampong in huis kregen. Tot nu toe is
het ons aardig gelukt wat privacy te
hebben. Opvallend is wel, dat iedere
bezoeker de weg in ons huis weet.
Waarschijnlijk komen ze hier regelma
tig als wij weg zijn. Dit merk je aan de
kinderen, die rond de Kerst de beste
wensen komen aanbieden. Op zo'n
moment met Julia realiseer je je dat je
toch maar betrekkelijk baas in eigen
huis bent.
Toen Paul en Dina naar Bali verhuis
den, hebben we Julia verteld, dat ze
zelfstandig moest gaan wonen. Ik heb
haar nu als studente tot mijn secreta
resse benoemd, zodat ze tijdens de vele
uren dat er colleges uitvallen op kan
toor klusjes kan doen. Van haar eerst-
verdiende loon heeft ze een bril met
vensterglas gekocht, omdat ze er vol
gens haar zo als secretaresse uit moet
zien. Hoewel haar loon laag is, heb ik
toch niet de indruk dat ze het nodig
heeft, want de laatste tijd komt ze
steeds minder. Ik zal haar toch een
keer moeten vertellen, dat echte secre
taresses wel af en toe op kantoor moe
ten verschijnen.
Monseigneur Sol en de Zijnen
Een opvallende verschijning op de
Molukken is de bisschop van Ambon.
Deze bisschop kwam vlak na de oorlog
op de Kei-eilanden terecht. Daar was
hij hard nodig, want de Japanse bezet
ters hadden in 1942 de plaatselijke
bisschop en twaalf priesters doodge
schoten.
De door de Nederlanders toch al ver
waarloosde eilandengroep, was na de
Japanse bezetting een grote ellende.
Toen de jonge priester er na een korte
tijd achter kwam, dat het gezegde: 'Een
hongerige maag, bidt niet graag' hier
ook opging, is hij zich meer met soci
aal werk gaan bezighouden.
In 1964 werd Andreas Sol tot bisschop
benoemd, standplaats Ambon, en in
1994 is hij met emeritaat gegaan.
Monseigneur Sol is een opvallende ver
schijning, vooral als hij op de fiets
door Ambon rijdt of met teenslippers
en vrijetijdskleding zijn gasten ont
vangt. Doordat men in Indonesië lid
moet zijn van een van de wereldgods
diensten, kan het voorkomen dat soms
hele dorpen of eilanden rooms katho
liek worden, als er toevallig een priester
is die in de smaak van de mensen valt.
Toen in de jaren zestig de Chinese
scholen gesloten moesten worden en
de Chinese kinderen op de openbare
scholen geplaagd werden, bood de kerk
een uitkomst. Veel Chinezen werden
protestant of katholiek en konden zo
doende elkaar ontmoeten in de eigen
kerk. De katholieke kerk en de Chine
zen hebben elkaar nodig. De Chinezen
zijn een minderheid, opgenomen in de
kerk en de kerk zelf is weer een min
derheid in Indonesië. De kerk loopt de
Chinezen niet in de weg als ze met
nieuwjaar wierookstokjes branden voor
hun voorouders. Vooral de katholieke
rituelen bij begrafenissen spreken Chi
nezen aan.
Wij komen graag bij de bisschop, want
er zijn altijd wel Nederlandse paters,
die vanuit allerlei buitengewesten op
Ambon komen bijtanken. Verder heeft
de bisschop een mooie bibliotheek.
Daarnaast is het er gezellig en is er al
tijd een glas miswijn voor onze avond
diensten. Dat deze diensten veelal be
staan uit praten en scrabbelen, maakt
niet zoveel uit.
Als wij een feestje hebben, nodigen we
altijd de clerus uit en die brengt dan op
zijn beurt weer wat Nederlandse zus
ters en paters mee die in diverse zie
kenhuizen werken. Het is een stukje
Rooms leven, dat je alleen in dit soort
gebieden nog tegenkomt.
Deze mensen hebben veel mee ge
maakt. De meesten zijn Indonesiër ge
worden, omdat ze Nederland niet meer
zo zien zitten. Wij kunnen ons verhaal
daar toch niet kwijt, zegt men hier.
Voor de meesten is het een verschrik
king als ze naar Nederland moeten om
gekeurd te worden. Ze voelen zich hier
goed en ze zijn in Nederland nog niet
in het ziekenhuis of men vindt allerlei
kwaaltjes, die eerst genezen moeten
zijn, voordat ze weer terug mogen. Ik
herinner me dat ik vroeger in het Sint
Franciscus gasthuis te Rotterdam op de
afdeling 'Rimboe' kwam, om naar de
merkwaardige mensen die daar lagen,
te kijken.
Men is altijd voor een grapje in en we
hebben tijdens een door ons georgani
seerde zuurkoolfuif op een avond twin
tig rookworsten zien opeten. Voor de
meesten was dit een stuk nostalgie.
Voordeel van dit soort avonden is dat
het nooit laat wordt.
De 74-jarige chauffeur van de zieken
wagen, broeder Piet, krijgt rond 22.00
uur last van zijn botten en staat dan
op. Dit is het sein voor de hele groep
om allemaal in een zeer lange auto te
stappen en naar huis te gaan. Voor de
gastvrijheid laat men dan twee flessen
miswijn achter.
Koning
In iedere gemeenschap kom je ze
tegen, maar hier op Ambon lopen er
een paar rond. Bovendien vallen ze in
deze kleine gemeenschap extra op.
32