Jan van Kuppeveld K.A.R. Bosscha In de herdruk uit 1991 van de oor spronkelijk in 1934 uitgegeven Geïllus treerde Encyclopaedie van Nederland- sch-Indië staat niets over de vooruit strevende planter Karei Albert Rudolf Bosscha (1865-1928), noch over de door hem opgerichte Sterrewacht bij Lembang. Wel staat Lembang vermeld als toeris ten- en herstellingsoord. Bovendien wordt genoemd dat Lembang bekend werd door het verblijf van de natuur vorser Franz Wilhelm funghuhn, die aldaar is begraven. Nergens iets over Bosscha, zijn aandeel in de oprichting van de Bandoengse TH (1920) of de grotendeels door hem gefinancierde refractor, die in die tijd de grootste op het zuidelijk halfrond was. Wie heeft hiervoor een verklaring? Johan van Leer, Sanla Monica (CA), Verenigde Staten Merkwaardig geval Na lang wikken en wegen of ik er wel verstandig aan zou doen om te schrij ven over een voor mij nogal merkwaar dig geval, doe ik het toch. Op 13-3-1998 's middags kreeg ik weel een zéér pijnlijke aanval in mijn rech ter pols. Ook in mijn rug had ik veel pijn. Sinds één jaar ben ik onder behan deling van een reumatoloog. Ineens kreeg ik een vreselijke huilbui, waarom weet ik niet precies. Toen ik gekal meerd was en versuft voor mij uitkeek, zag ik op de kalender van de Bond Zonder Naam, dat het 13-3-1998 was en realiseerde ik me dat op die datum een vroegere vriend en kantoor-collega uit Surabaya van de Bank Indonesia jarig was. Als hij nog leefde zou hij 68 jaar zijn geworden. Vreemd genoeg zocht ik in mijn foto-album naar zijn foto's en zag op een van zijn vele foto's - in totaal twintig stuks - dat aan de achterkant een jaartal is vermeld: 1968. Zijn vele brieven had ik voor mijn huwelijk met Janssen verscheurd, maar niet zijn foto's en mooie prent briefkaarten. Zodoende weet ik dat het dertig jaar geleden is dat ik schriftelijk contact met hem had. Hij was in die tussentijd naar Biak overgeplaatst. Of hij erom had gevraagd, weet ik niet meer precies. Als ik blijf ademhalen, zal ik op 31 december 1998 ook 68 jaar worden. Dan is er ook nog iets vreemds, name lijk dat ik op 13-5-1971 in het huwe lijk trad met Janssen en op 27-1-1980 is hij aan nierkanker overleden. Hij was 58 jaar. Op dinsdag 17-3-1998 ben ik naar beneden gegaan (ik woon op de eerste etage van een seniorenflat) om te kijken of er post is en, ja hoor. Maar wat voor post; een rouwkaart van de schoonzuster van wijlen mijn man. Zij was een lieve, hartelijke vrouw. De enige nog van de Janssen familie die mij elk jaar een jaarwisselingkaart toezond. Zij was nooit ziek, maar plot seling voelde zij zich niet goed en bin nen vier weken tijd is zij overleden, op 13-3-1998. Ik ben maar een eenvoudige huis vrouw, dus niet paranormaal begaafd of helderziend, maar ik huilde die middag om deze vrouw terwijl ik hier niets vanaf wist. Zoals u ziet, zijn de cijfers 13 en 8 vet gedrukt. Mijn vraag is nu: hebben deze cijfers misschien een boodschap voor mij? Zijn er lezers die ook zo iets heb ben meegemaakt en die mij kunnen zeggen wat hier achter zit? Mevr. A. Janssen-Small, Den Bosch Sanering Het moet circa 52 jaar geleden zijn, dat gepensioneerden die voor de oorlog voor het Nederlands-Indisch gouverne ment hebben gewerkt, een zogenoemde back pay uitbetaald kregen. Wat waren deze mensen de koning te rijk met deze uitbetaling. Zo ook mijn vader, die meer dan 25 jaar voor de BOW (Burgerlijke Openbare Werken) als ar chitect in West-Java te werk was ge steld. In deze tijd, 1946, was ik scholier en zat op het Christelijk Lyceum in Bandoeng. Ik herinner me dat er in deze periode sprake was van inflatie. De Nederlandse regering achtte het noodzakelijk deze zogenaamde inflatie subiet weg te vagen en kwam met het duivelse idee op de proppen om van de gepensioneerden en alle back payers, hun rechtmatig verdiende pensioen te confisceren door het geld in omloop door midden te knippen en met één helft mochten de arme mensen dat ge deelte bij de bank inwisselen. Ik heb alle oude Moessons doorgesnuf feld en ook de exemplaren van Tong Tong, maar ik heb geen artikel gevon den over 'Sanering van het geld' in ons voormalig Nederlands-Indië. Na deze gewelddaad van de Nederlandse wetge vers zochten de gedupeerden naar een uitweg om de resterende helft van hun pensioen in veiligheid te brengen. In hun wanhoop gaven velen hun geld mee aan een 'betrouwbaar persoon', die deze gelden via de Nederlandse Handel Maatschappij in Nieuw-Guinea, naar Nederland zou overmaken. Mijn arme ouders hebben nooit iets gezien of ver nomen wat er met die gelden is gebeurd. Na deze tegenslagen vond mijn vader het noodzakelijk om in het arbeidspro ces terug te keren en hij heeft tot medio 1950 gewerkt voor de Gemeen telijke Huisvesting in Bandoeng. Zo heeft hij kans gezien om in augustus 1950 met de familie naar Nederland te 'repatriëren' en hij heeft voor zijn meer derjarige zoon (mijn persoon) de reis kunnen betalen. Gaarne zou ik vernemen of er ooit over de 'sanering' van het Nederlandse geld in Indië is geschreven en wie de minister is geweest die met het duivel se idee op de proppen kwam, de gang bare munt te halveren. René Schneider, Punta Gorda (FL), Verenigde Staten Met heel veel verdriet moesten wij voorgoed afscheid nemen van mijn lieve zoon, onze broer, zwager en oom Pasuruan NOI 4 dec. 1931 Bergen N-H. 28 juli 1998 Uden: Mammie (Jo van Kuppeveld-van Gemert) Laren: Thijs en Annet van Kuppeveld-Grijmans Ede: Rob en Edith van Kuppeveld-van Bommel Uden: Martien en Riet van Kuppeveld-Meurs Santpoort: Afra van Kuppeveld- Engel Kinrooi (B):Cees van Kuppeveld Santpoort: Frank en Evelien van Dongen-van Kuppeveld en neven en nichten Wij wensen Jos en de kinderen veel sterkte toe met de verwerking van dit grote verlies. 5 43ste jaargang - nummer 2 - augustus I 998

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 5