POIRRIÉ'S
PERIKELEN
Stomme
akals
moessOn
Er zijn mensen die overal een
oplossing voor weten. Maar er
zijn er ook die meteen met de
handen in het haar zitten als
zich een probleem voordoet.
Omdat ik tot de laatste categorie be
hoor, ben ik verzot op de tip-rubrieken
waarmee de meeste damesbladen wor
den verrijkt. Daar staan vaak foefjes in
waar je niet van terug hebt. Zo van:
'Is de kurk van een wijnfles afgebroken
en lam je er met de kurkentrekker niet
meer bij, druk dan met je vinger het
onbereikbaar geworden stuk kurk hele
maal door de flessenhals: kun je ge
woon schenken'. En als logisch vervolg
daarop: 'Heb je wat naalden en spelden
over, steek ze in de afgebroken boven
ste helft van de kurk, slingeren die
puntige dingen niet overal rond.'
Die foefjes zijn ook daarom zo nuttig
omdat ze je soms inspireren tot het be
denken van nog meer handigheden.
Zo heeft eens een foldertje van tuinar-
tikelen me op het idee gebracht 0111 van
een houten keukenstoel een vogelhokje
te maken. Het eindresultaat was ver
bluffend, het hele dorp stond er paf van.
Voor de vogelminnende knutselaar:
ontdoe de keukenstoel van zijn rugleu
ning, zaag de poten tot op een centi
meter of twintig af, zet het stoelrestant
op zijn kop en timmer een afdakje van
schrootjes op de pootuiteinden.
Een laagje buitenbeits er op en je hebt
een pracht van een vogelhokje. Zo zie
je maar.
Een ander zelfbedacht handigheidje is
het repareren van een lederen of imita
tie-lederen horlogebandje, waarvan de
gespbevestiging het heeft begeven. Ga
dan niet meteen naar de stad om een
nieuw bandje te kopen, maar haal het
bandje weer door de gesp, vouw hem
om en nagel hem met een niet-machi-
ne vast. Twee keer: één keer van boven
en voor de zekerheid nog één keer van
onder. Een kind kan de was doen.
Mijn horlogebandje heb ik twee jaar
geleden zo gerepareerd en hij zit nog
steeds zo vast als een huis. Gewoon
even logisch denken. Nog een andere
akal, maar dan op levensreddend
gebied, heb ik opgedaan in de oedik
van Zuid-Sumatra. Daar kon het voor
komen dat een tani op een afgelegen
ladang je vroeg om wat kruitstaafjes
uit de patroon van
een Lee Enfield.
Hoefde je niet
direct de gevechts-
houding aan te ne
men, want dat
vroeg zo'n tani al
leen maar voor
een goed doel.
Die kruitstaafjes
werden namelijk
gebruikt bij slan
genbeten.
Kerfden ze een
kruis in de beet
wond en staken
daar dan een bosje
van die staafjes in.
Vlammetje erbij
en 'whoesjh': weg
gif. Om misselijk
van te worden.
Maar er zijn na
tuurlijk ook
handigheidjes die
achteraf grote
stommiteiten blij
ken te zijn.
Zoals ik eind november vorig jaar
ontdekte, toen ik na weken van uitstel
besloot om de laatste aarden tuinpotten
leeg te halen en op te bergen. De eerste
de beste pot was er een van het for
maat gentong.
Het ding was loodzwaar en nauwelijks
leeg te halen omdat aarde en wortels
zich onwrikbaar aan de pot hadden
vastgehecht.
Na enig denkwerk kwam ik op het idee
om de pot ondersteboven op de ge
opende groene container te laten rusten
en hem vervolgens leeg te schudden.
De inhoud had ik, zo goed en zo kwaad
als het ging, losgestoken. Maar hoe ik
ook schudde en ldopte, de klont bleef
zitten.
Mijn tweede slimme ingeving was om
het werk te vergemaltkelijken door wat
hoger te gaan staan, daarom trok ik de
container naar de bielsafzetting van de
tuin en ging daarop staan.
Dommer kan niet, want bielzen zijn
meestal glad. Gevolg was dat ik al
schuddend uitgleed en met pot en al
een treedje lager in de tuin terecht
kwam. Op één been.
Dat is niet zo erg voor iemand die nog
jong is en rap van lijf en leden, maar
voor een 72-jarige kan zo'n smalcje
rampzalige gevolgen hebben. Dat werd
me tenminste
onder de neus
gewreven: het lin
ker heupgewricht
schoot even van
z'n plaats, om
geluHdg meteen
weer terug te
schieten.
Op zo'n moment
heb je daar als
leek natuurlijk
geen weet van,
het doet alleen
maar zeer, daar
om neem je je
toevlucht tot het
tweemaal daags
pidjit met het
smeersel dat vol
gens een van die
bedrieglijke tv-
spots een 'helen
de en weldadige
dieptewerking
heeft bij verstui-
Hngen, verrek
kingen, sportbles
sures, reumatische- en andere pijnen.'
Kan niet missen, denk je. Maar na
twee tubes van dat dure nepmiddel kom
je er wel achter dat er meer aan de
hand is en ga je naar je huisdoekoen.
Alsof het niet op kan, verwijst die je
dan ook nog naar een toekang pidjit.
Een vrouwelijke, notabene.
De therapeute bij wie ik mijn hele ver
haal nog een keer moest afdraaien,
schudde haar hoofd afkeurend en vroeg
of het niet verstandiger was geweest
die zware pot gewoon los te laten.
8