POIRRIÉ'S PERIKELEN Genoveva moessQn Ik heb het al eerder verteld: ik stam uit een zeer kunstzinnige familie. Jammer genoeg alleen maar 'stam uit', want behalve de kunst van het rare pop petjes tekenen is er geen enkele aanwijzing voor de aanwezigheid van enig artis tiek talent bij mij te bespeuren. Dat was vroeger een ramp voor pa en ma, met name voor pa. Logisch, want als je een dochter en een zoon hebt en die zogenaamde stamhouder valt uit de artistieke familieboot, ga je al gauw denken dat er iets mis is met dat joch. En al helemaal als je hemel en aarde hebt bewogen om hem iets kunstzin nigs bij te brengen. Nou moet ik bekennen dat ik vroeger grote bewondering had voor wat pa, ma en mijn zuster Gon op het voor mij ontoegankelijke gebied van de lamst presteerden. Die drie konden niet alleen zingen als lijsters, maar waren ook ware meesters op de piano. Boven dien waren pa en ma voortreffelijke to neelspelers. Als de dag van gisteren kan ik mij nog herinneren hoe ze eens in de Amicitia van Meester Cornelis op de planken stonden. Pa vertolkte de rol van een eerbiedwaardige Mandarijn in zijn laat ste uren. Het leek misschien een ge makkelijke rol, omdat hij niets hoefde te zeggen en alleen maar op een met kussens bezaaide divan moest liggen zuchten, maar de manier waarop hij dat deed, was een Oscar waard. Ik heb daar toen als vijfjarige uk met een beklemd hart naar zitten kijken en luisteren. De professionele manier waarop pa die sterfscène bracht, greep me zo verschrikkelijk aan dat ik blij was toen het allemaal achter de rug was en hij weer springlevend op het toneel stond om met de andere spelers het applaus in ontvangst te nemen. Ma ging in dat stuk trouwens door voor de zeer mondige, favoriete bijzit van die Mandarijn en had wèl tekst. Veel zelfs, want ook bij de Mandarijnen had de njai nummer één meestal het meest te vertellen. Achter de schermen weliswaar, maar toch. Kabouter Puntbaard Voor mijn kunstzinnige ouders moet het een diepe teleurstelling zijn geweest dat ik hun voorbeeld niet kon volgen en al bij mijn eerste optreden als toneelspeler door de mand viel. Als een baksteen. Dat was twee jaar later, toen we naar Kotaradja verhuisd waren en ze me zonodig moesten laten meedoen aan de opvoering van Kabou ter Puntbaard. In de hoofdrol van Dromelaar notabene. Door mij uitgebeeld was het eigenlijk meer een 'hoofddrol', omdat ik toen nog een beetje bongol was en zelfs in wakende toestand in dromenland pleegde te verkeren. Als een standbeeld, met die eeuwige duim in de mond. Maar om niet af te dwalen: als de to verfee of boskoningin (Miep Aardewijn?) toen niet zo welwillend was geweest om ook mijn tekst uit het hoofd te leren en mij constant voor te zeggen, had mijn aandeel hoofdzakelijk bestaan uit een pantomime. Hinopipaaa! Pa en ma heten na die grandioze mis kleun ook alle hoop varen. Dacht en hoopte ik, maar pa zou pa niet zijn ge weest, als hij niet op een slinkse ma nier had getracht om mij tóch voor de wereld van de klassieke kunst te win nen. Dat deed hij op een regenachtige avond, toen ma en Gon niet thuis wa ren en wij met z'n tweeën op de voor galerij zaten te niksen. Pa begon te vertellen over zijn vrijgezellentijd. Vond ik altijd erg interessant, want ik wilde maar al te graag weten wal hij als boedjang allemaal had uitgevreten. Kon ik mis schien nog wat van leren. Hij vertelde mij hoe hij eens met een paar kornuiten een opera-uitvoering had bijge woond van het een of ander stamboelgezelschap Met Miss Riboet, geloof ik. Het betrof een klassiek stuk, waar ene Genoveva in voor kwam. Als ik me niet vergis, was het een puur Italiaans of Venetiaans liefdesdrama. Hoe de held heette, weet ik niet meer, maar volgens pa was die kerel in ieder geval smoorverliefd op Genoveva. Daarom was hij ook hele maal van de kaart toen zij in een prauw van hem wegvoer. 'Verteerd door liefdesverdriet riep hij haar na,1 vertelde pa. 'Het was ook hartverscheu rend om te zien hoe Geno veva achter de coulissen en dus uit het leven van haar geliefde dreigde te ver dwijnen. Handenwringend en met losgewaaide kondé stond ze op de voor plecht van de prauw, terwijl haar rade loze geliefde met gebroken stem haar 24

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 24