Werk en huishouden Is de warung meer op de ver koop van dagelijkse levensbe hoeften gericht, dan is die meestal aan huis gevestigd. Een deel van de woonkamer doet in zo'n geval dienst als winkel. Soms is er alleen een luik in de muur en is de ven sterbank tot toonbank omge toverd. Zo proberen vrouwen werk en huishouden te com bineren. Buurtbewoners kunnen bij de warung-houdster bijverdienen. Ze bereiden hapjes die ze bij de warung in bewaring geven. Voor de hapjes die worden verkocht krijgen ze betaald. Dit zijn de vrouwen die in de 'onzichtbare huisindustrie' werken. De onzichtbare huisindustrie is met recht onzichtbaar te noemen omdat het werk in huis gebeurt, achter gesloten deuren. De bereiding en verkoop van de producten vindt bovendien voor een deel 's nachts plaats. In de huisindustrie draait het meestal om voedsel. Het maken van hapjes ligt dan ook in het verlengde van huishou delijke taken. De vrouwen hoeven er geen opleiding voor te volgen. Wel is het hebben van goede recepten van groot belang. Succes is namelijk grotendeels afhankelijk van kwaliteit en exclusiviteit. Goede recepten wor den zorgvuldig beschermd en geheim gehouden: afkijken, namaken en 'ste len' komt vaak voor. Het werk vindt in de keuken of huiskamer met gewoon keukengerei plaats. Het werk is vooral arbeidsintensief. Alles gebeurt met de hand en vooral het inpakwerk is, gezien de behoorlijke omvang van de productie, enorm tijdrovend. Grotere bedrijven hebben voor inpak werk van hapjes alleen al enkele vrou wen in dienst. Zij zitten meestal op een plastic kleed op de grond van de huiskamer in te pakken, terwijl de ei genaresse van het bedrijf in de keuken meehelpt. Haar kinderen helpen ook mee of spelen tussen de hapjes en in pakkende vrouwen in de kamer. groeien. Urbanisatie nam toe en daar mee het aantal vrouwen dat werk zocht. Vanaf de beginjaren zeventig was er sprake van een ware explosie in deze sector. Maar vanaf 1980 is er sprake van toenemende concurrentie en afname van productie en inkomsten. Toch prefereren vrouwen het werk in de huisindustrie boven een kantoor baan, omdat zij tegelijkertijd het huis houden kunnen doen en het gezin te eten kunnen geven. Bovendien heeft het zelfstandig ondernemerschap een J. Bijlmer: Ambulante Straatberoepen in Surabaya; Een studie naar kleinschalige economische activiteiten. Amsterdam, Vrije Universiteit, 1987 (dissertatie). A. Murray: No Money, No Honey; A Study of Streettraders and Prostitutes in Jakarta. New York, Oxford University Press, 1991. L.N. Schoch: Kaki lima and Streethaw- kers in Indonesia. Jakarta, PT. Indira, 1985. A. van Velzen: Onzichtbaar maar aan wezig; Vrouwen als zelfstandige onder neemsters in de huisindustrie Ciroyom, Bandung, West-fava. Leiden, Onderzoek en Documentatie Centrum Vrouwen en Autonomie, 1988. grote aantrekkingskracht. Voor de vrouwen is de bereiding en verkoop van etenswaren een belangrijke inkomstenbron. Daarnaast maken zij het mogelijk dat mensen kunnen kie zen uit een ruim aanbod van goed koop, kant en klaar voedsel. De vrou wen vervullen hiermee een sleutelrol in de economie van Indonesië. Indonesië heeft nog steeds te maken met een groeiende beroepsbevolking en een beperkte capaciteit van de formele sector om voldoende werkgelegenheid te scheppen. De straathandel en de huisindustrie zullen dan ook een belangrijke rol blijven spelen in de eco nomie van Indonesië Literatuur: Sleutelrol De huisindustrie is na de onafhanke lijkheid van Indonesië langzaam gaan Culturele dansgroepen, bekende artiesten, demonstraties, all-round band de Entertainers, spectaculaire show door Hawaiian Treasure live met Royal Hawaiian Minstrels, ook Indonesische artieste, Indische keuken, kwee kwee en nog veel meer!! Goed openbaar vervoer v/a NS-station Rijswijk, Darling Market, Volmerlaan 12. Via A4, Afslag Plaspoelpolder, veel parkeerruimte. (Advertentie) Open: vr. 14.00-23.00 uur, za. I 1.00-23.00 uur zo. I 1.00-20.00 uur Entree: volwassenen 9,-, kinderen (4-12 jr.) 6,- en 65+ 7,- Info: 0342-42 03 01 EMjE Organisatie 43ste jaargang - nummer 4 - oktober I 998 31

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 31