Hard to get, tastes best Java Anteak s' moessQn In Moesson van september 1998 vraagt Lilian Ducelle zich op pagina 47 af waarom Europese vruchten wel en tropische vruchten niet ongeschild kunnen worden gegeten. Nu zijn vragen over natuurlijke ver schijnselen vaak gemakkelijker gesteld dan beantwoord en ook deze vraag is daarop geen uitzondering. Toch wil ik proberen een antwoord te geven zonder al te veel op details in te gaan en zon der technische termen te gebruiken. Varkens en mensen Mijn oud-hoogleraar Van der Pijl zei tijdens een van zijn colleges: 'Vruchten in Europa zijn bestemd voor varkens en mensen.' Natuurlijk is dit zwaar overdreven. Wat hij wilde zeggen, is dat verspreiding van vruchten door dieren in Europa (in ge matigde gebieden) veel simpeler is dan in de tropen. In Europa zijn vruchten en zaden maar een korte tijd beschik baar. Voorzover zij niet door wind en water worden weggevoerd, gebeurt dit in hoofdzaak door vogels. In zijn boek Principles of Dispersal in higher plants uit 1983 (Grondslagen van de verspreiding van hogere planten) bespreekt Van der Pijl alles wat verant woordelijk is voor de verspreiding van vruchten en zaden. Voor zover het die ren betreft, zijn er vele groepen die in gematigde streken niet of nauwelijks een rol spelen. Wat dacht u van vleer- I lome Decoration leakhouten Hoekenkast van 990,—voor 790,— Noordeinde 192. Den Haag Tel. 070 - 345 84 05 muizen, reptielen en zelfs vissen? Daarnaast is de verscheidenheid van de groepen die in beide gebieden een rol spelen in de tropen veel en veel groter. Neem de vogels: in Europa geen pape gaaien, casuarissen, neushoornvogels en veel minder duiven. Bovendien is de plantendiversiteit in de tropen veel groter dan hier. Cauliflorie en geocarpie Alle mogelijke dieren, niet te vergeten de insecten, voeden zich met vruchten en zaden. Zij komen niet met de be doeling de planten te helpen, maar om hun buik te vullen. De plant heeft er belang bij dat zijn vruchten worden verspreid, maar dan moeten ze wel hun kiemkracht behouden. Met andere Sommige plantengroepen specialiseren zich op bepaalde diergroepen. Aan de vrucht herkent men zijn verspreider. Vogels zijn visueel ingesteld en zijn over het algemeen niet in staat tot het moeizaam openen van vruchten. Vogelvruchten zijn felgekleurd of heb ben contrasterende kleuren. Ze zijn sappig (kers, wuni) en/of hebben zaden die omgeven zijn door een sappig laag je (kardinaalsmuts, pala). woorden: de vruchten moeten niet te vroeg worden gegeten en de zaden moeten intact blijven. In de tropen zijn er geen duidelijke sei zoenen. Het hele jaar door is er een wisselwerking tussen planten en dieren waarbij planten hun vruchten 'aanbie den' aan en tegelijk beschermen tegen dieren, die hun uiterste best doen zo veel mogelijk binnen te halen. Ook op andere terreinen is er een wis selwerking, denk maar aan bestuiving en parasitisme. Dit heeft in de tropen geleid tot een veelheid aan vormen, die in gematigde gebieden onbekend is. Neem een verschijnsel als cauliflorie (het dragen van bloemen en vruchten aan stam en hoofdtakken: durian, nangka, duku en geocarpie, het 'ver stoppen' van vruchten onder de grond (vele gemberachtigen en vijgsoorten). Zeewater en vleermuizen In al deze gevallen is het zaad goed be stand tegen de reis door het darm kanaal. In de tropen worden de vogels vaak bedrogen: openspringende vruch ten met rode of zwarte onverteerbare zaden, die sterk contrasteren tegen de vruchtwand (bijvoorbeeld saga). Vleermuisvruchten hebben meestal een doffe kleur, zijn vrij hangend en hebben een weeïg zoete- of muskusgeur (mangga, sawo). Ook hier zijn de zaden goed be schermd. Apen kunnen in principe overal bij en zijn ook in staat vruch ten open te breken (manggis, rambut- an). De zaden zijn vaak glibberig of zijn bitter en wor den uitgespuugd. Veel soorten wor den door meer dan één diergroep ver spreid, zoals vijgensoorten, die vaak het hele jaar door vrucht dragen. De kleine zaden zijn goed bestand te gen de maagsappen van de dieren. Weer andere planten worden zowel door een biologische als niet- biologi sche agens verspreid, bijvoorbeeld lceta- pang vruchten worden door zeewater verspreid maar ook door vleermuizen. Het was mijn bedoeling kort te reage ren op mevrouw Ducelle. Bij het nale zen van dit stukje merkte ik dat ik erg onvolledig ben geweest. Hopelijk heb ik een beetje duidelijk kunnen maken dat er in de tropen voor een bioloog veel meer te beleven valt dan hier, van daar dat ik zelfs na mijn pensionering elk excuus aangrijp om er weer naar toe te gaan. Toch valt er ook in Neder land genoeg te beleven, mits men zijn ogen de kost geeft 36 Tekst: Max van Balgooy (Advertentie) O O O Gr.C* Vfl

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 36