te zetten. Sinjo wist toch wel wat een
circus was? Nee, schudde hij.
Hoe Karto ook probeerde het hem dui
delijk te maken, hij kon er geen touw
aan vastknopen.
Toen hij weer in de Idas zat, vertelde
de juffrouw hetzelfde. Dat er in de
komende twee weken een circus in
Gombong zou zijn. Haar uitleg werd
door de Idas direct begrepen, tenmin
ste, dat dacht de juf. De klas was er erg
onrustig van geworden. Olifanten, tij
gers en paarden die kunstjes vertoon
den, mannen en vrouwen die door de
lucht slingerden aan rekstokken die
met touwen aan de nok van de tent
hingen.
Iedereen was blij dat de bel van
twaalf uur ging. De meeste
kinderen dachten er niet aan
om, zoals gewoonlijk,
meteen naar huis te
gaan. Neen! Ze wilden
naar de aloon-aloon.
Karto was Jan tege
moet gekomen en
samen hepen ze naar
de half opgerichte
tent. Er was daar een
drukte van belang.
Allemaal vreemde
kerels, die allerlei be
velen gaven in half
verstaanbaar
Hollands en Maleis,
aan koelies, die het
zware werk moesten
doen.
Verder op de aloon-
aloon stonden er grote
kooien onder lage ten
ten, om de dieren die er
in zaten, wat te bescher
men tegen de felle zon.
Karto wees naar die kooien
en Jantje besloot eens te gaan
kijken. Twee leeuwen zag hij en
een zwarte panter. Ze toonden
geen interesse voor de toeschouwers,
maar iedere keer als ze geeuwden de
den de mensen een stapje achteruit.
Wat een enorme tanden!
In een wat ruimere tent stonden twee
olifanten. Voor kinderen die er nog
nooit een in werkelijkheid hadden ge
zien waren het uiteraard enorme die
ren. Toch waren ze er niet bang voor.
De dieren aten rustig van het vers ge
sneden gras en als een van de toeschou
wers wat dichterbij kwam, werd er vra
gend een slurf naar hem uitgestoken.
Karto vertelde, dat er nog acht paarden
waren, maar die waren op het empla
cement van het station blijven staan in
een loods. Hun tent had door de over
tocht vanuit Achter-Indië en de trein
reis van Banjoemas, de plaats waar ze
het laatst waren opgetreden, naar
Gombong wat geleden.
Als ze moesten optreden, overmorgen,
zou alles wel weer in orde zijn, hoorde
Karto vertellen.
Toen ze een half uur op het circuster
rein hadden zoek gebracht zei Karto,
dat ze nu maar naar huis moesten gaan.
Wat had hij veel te vertellen thuis,
maar veel gelegenheid kreeg hij niet,
want mama vond dat hij eerst naar de
badkamer moest om zich te ontdoen
van 'kwalijke geurtjes'.
Toen zijn vader thuis kwam, had hij
een belangrijk nieuwtje. De circus
directie had aan de garnizoenscom
mandant gezegd, dat alle gezinnen die
aan de aloon-aloon woonden, een
kinder- en een gewone voorstelling
gratis mochten bijwonen, vanwege de
overlast.
Beide circusweken gingen snel voorbij
De directie was opgetogen over de toe
loop. Van alle kanten waren ze geko
men, vanaf Karanganjar af. Voor kleine
Jan was deze circuservaring heel speci
aal geweest.
Bijna iedere namiddag keek hij met
nog wat andere kinderen naar de oefe
ningen van een achtjarig Duits jonge
tje, dat meedeed in een acrobaten-
nummer. Zijn bijdrage aan het
nummer bestond uit het zich
omhoog laten werpen door
een springplank, waar een
volwassen man aan de an
dere kant op sprong om
dan de jongen te laten be
landen boven op een
menselijke piramide.
'Wel twaalf meter hoog,'
vertelde zijn vader na
de eerste gratis voor
stelling.
In de vlucht moest de
jongen ook nog een
salto maken. Al de, bij
de repetities toekijken
de, kinderen brachten
wat lekkers mee voor
de kleine acrobaat.
Het was zo'n aardige
jongen, dat hij na de
oefeningen met zijn be
wonderaars mee ging
voetballen. En ook daarin
was hij de djago! Toen de
circustroep met de nacht
trein verder ging naar Soera-
baja wilden alle bewonderaars
naar het station, maar dat werd
door de ouders niet goed gevonden.
Stel je voor: om tien uur 's avonds
naar het station!
Het duurde een week voordat de aloon
aloon er weer normaal bij lag. De mili
taire dokter had verboden om sporten
te laten beoefenen op het veld, vanwe
ge de paarden- en olifantenpoep, die
niet helemaal verwijderd had kunnen
worden. Maar vliegeren mocht wel
39
43ste jaargang - nummer 4 - oktober I 998