Pas verschenen
SPOREN
PARADIJS
Geschiedenis van de specerijenhandel
moessQn
Verkrijgbaar in de boekhandel, niet bij Moesson
Wie heden ten dage in de supermarkt
een busje peper of nootmuskaat koopt,
zal zich er niet altijd van bewust zijn
dat deze specerijen in voorbije eeuwen
de motor zijn geweest achter de ont
dekkingsreizen en inzet zijn geweest
van conflicten tussen mogendheden.
Charles Corn heeft met Sporen van het
paradijs (oorspronkelijke titel: Scents of
Eden) voor een breed publiek een boek
geschreven over de specerijhandel.
Met het paradijs uit de titel van het
boek worden de specerij eilanden, de
Molukken, bedoeld. Als enige produ
cent van kruidnagel en nootmuskaat
werkten de Molukse eilanden als een
magneet voor handelaren uit alle wind
streken. Corn beperkt zich tot de acti
viteiten van Europeanen in het gebied.
De eerste Europeanen die zich in de
Molukken aandienden, waren de Por
tugezen die direct na de inname van
Malakka in 1511 een eskader schepen
naar de Molukken stuurden om daar
handel te drijven. Dat was het begin
van een eeuw Portugese aanwezigheid
in de Molukken.
Corn vertelt het verhaal aan de hand
van belevenissen van sleutelfiguren uit
die tijd. Zo passeren Portugese kapi
teins als Serrao en Magelhaes de revue.
In de zestiende eeuw waren handel,
politiek en geloof onlosmakelijk met
elkaar verbonden. Een apart hoofdstuk
is gewijd aan Franciscus Xaverius, een
van de mede-oprichters van de orde der
Jezuïten. Xaverius kreeg vanwege zijn
missiewerkzaamheden in de Molukken
de erenaam 'Apostel der Molukken'.
Ook de Spanjaarden, met wie de Portu
gezen een ongemakkelijk bondgenoot
schap hadden, toonden vanuit de Fili-
pijnen belangstelling voor de Molukken.
Was de verhouding tussen de Portugezen
en de sultans in de Noord-Molukken,
het oorspronkelijke kruidnagelgebied,
aanvankelijk goed, gaandeweg ontston
den er toch problemen, omdat het nro-
nopoliestreven van de Portugezen bot
ste met het belang dat de Molukse
heersers bij vrije concurrentie hadden.
De Nederlanders die zich aan het ein
de van de zestiende eeuw in de Moluk
ken aandienden, maakten daar dank
baar gebruik van. Ze slaagden er in om
aan het begin van de zeventiende eeuw
de Portugezen uit de Midden-Molukken
te verdrijven.
Dat betekende overigens niet dat ze nu
helemaal vrij spel hadden. Engelse
handelaren hadden zich inmiddels op
de Bandanese eilanden Ai en Run ge
vestigd en vormden daar voor de Ban
danese bevolking een aantrekkelijk al
ternatief voor het aanbieden van de
nootmuskaat.
Hoewel de Engelse aanwezigheid de
Verenigde Oost-Indische Compagnie
Ckarles orn
VAN HET
HET VERHAAL VAN
DE SPECERIJENHA NDEL
een doorn in het oog was, kon de
Compagnie daar jaren weinig aan doen.
Corn gaat uitgebreid in op de conflic
ten tussen Engelsen en Nederlanders
in de Banda-eilanden. Het aardige daar
van is dat hij dat doet vanuit Engels
perspectief. Uiteindelijk was het Jan
Pieterszoon Coen die in 1621 in een
veroveringsoorlog een einde maakte
aan de Engelse factorijen en met de
verdrijving van het grootste deel van de
oorspronkelijke bevolking de basis leg
de voor de typisch Bandase perkeniers-
samenleving.
Ook elders in de Molukken werd, soms
na hevig verzet van de bevolking, con
currentie in de handel uitgeschakeld
waardoor de VOC een monopolie op
kruidnagel en nootmuskaat kon vestigen.
Aan het slot van zijn 'Molukse' verhaal
maakt Corn melding van de succesvol
le poging aan het einde van de acht
tiende eeuw om de kruidnagel op Zan
zibar te introduceren. Dat betekende
het einde van de unieke plaats van de
Molukken in de specerij enhandel.
Corn heeft een vlotte pen die veel
mensen zal aanspreken. Met name de
passages over de verwikkelingen tussen
Engeland en Nederland rondom Banda
zijn door het gebruik van Engels mate
riaal de moeite waard. Het feit dat
Corn geen gebruik heeft gemaakt van
Nederlandse bronnen, heeft wel als ge
volg dat de rol van de Nederlanders
wat onderbelicht blijft. Coen is een
van de weinige Nederlandse figuren
die in het voetlicht treedt, en dan
nog vooral in een negatief opzicht.
Het derde deel van Corns boek
- dat handelt over de peperhandel
op Sumatra - is een wat vreemde
verschuiving van lokatie. Waarschijn
lijk is het vooral met het oog op de
Amerikaanse markt opgenomen,
aangezien in dit gedeelte met name
beschreven wordt hoe Amerikaanse
handelaren actief hebben deelgeno
men aan die peperhandel.
Wie de geuren van nootmuskaat en
kruidnagel kent, zal overigens be
amen dat de oorspronkelijke titel
Scents of Eden waarbij scent zowel
spoor als geur betekent, iets meer
recht doet aan het onderwerp dan
de Nederlandse titel.
Tot slot een kritische kanttekening
bij de verder overigens goede vert
aling: moslims aan te duiden met
Mohammedanen kan echt niet meer...
Drs. W.Chr. Manuhutu
Sporen van het paradijs
door Charles Corn
Bert Bakker: 352 pag. (paperback)
prijs 49,90
46
UITGEVF.RII BERT BAKKER