mensen in Indonesië hebben een soort frustratie ten opzichte van blanke mensen. Daardoor zijn ze vaak bot tegen hen. Maar het is vaak een kwes tie van niet aanpassen. Zoals veel Nederlandse toeristen zich niets aan trekken van onze normen en van alles aantrekken, al komen ze in een paleis of tempel. Kijk op straat, waar de Nederlandse meisjes bijna naakt inko pen doen en de Indonesische verkoper wordt gewenkt alsof hij hun slaaf is. Bovendien zijn Nederlandse mensen gierig, al hebben ze honger en willen een banaan, dan moeten ze eerst weten wat die kost. Dat doen Ameri kanen en Engelsen niet, die eten en vragen na afloop wat het kost. Er is ook iets positiefs te zeggen over Neder landers, zij doen hun best om met de Indonesische bevolking te praten, dat is heel leuk en Nederlanders gooien hun rommel in een prullenbak, terwijl wij Indonesiërs alles op straat gooien.' Een algemeen gelach klinkt bij dit antwoord alsof een ieder zich nu pas bewust wordt en de leerling vervolgt: 'Wat betreft de politionele acties, daar over heb ik geleerd, dat de Nederlan ders lcejam en licik, wreed en vals zijn.' Tijdens het nemen van enkele foto's in de hoogste klassen is er grote hilariteit ontstaan door over en weer wat opmer kingen te roepen. Dit resulteert in een om 6.15 uur beginnen. Dat vereist orde en discipline. Het is maandag, elf uur in de ochtend. Hier op het grote schoolplein konden we getuige zijn van de grondslag waar deze Indonesische orde en discipline op gebaseerd is. Als in een kazerne stonden enkele klassen met jongens en meisjes in het gelid. In koor zongen zij de Indonesia Raya, terwijl aan de zij kant van het plein de Upacara Bendara, oftewel de vlag werd gehesen door twee andere leerlingen. Na de laatste tonen van het Indonesische volkslied trad een van de meisjes naar voren en las hardop uit de Undang-Undang Dasar 45, de grondwet van 1945, gevolgd door het gezamenlijk opdreunen van de Pancasila. Dit ritueel wordt door iedere aanwezi ge zeer serieus genomen en maakt als een verplicht wekelijks lesuur deel uit van het vak maatschappijleer en sociale vorming. Het is dan ook een schril contrast met de scholen in Holland, waar de docent voor de klas er niet meer zo zeker van is of hij zijn pen sioen haalt in het onderwijs, omdat hij moet opboksen tegen een horde leer lingen die niet gestoord worden door enige fatsoensnormen, door thuis niet gemotiveerd worden en door de over heid te veel beschermd worden. Je ouders moeten hard werken voor jouw schoolgeld, is één, en je mag leren, het hoeft niet, dit is de gelegen heid, is het tweede argument van een doorsnee Indonesisch kind om te willen leren. Het geheel aan discipline en wil wordt ondersteund door het verlangen om iets te bereiken in de maatschappij en een sterk patriottisch gevoel, niet voor overheid maar voor de staat. Vraag een paar Indonesische jongeren wat zij vinden van Indonesië. Het meest genoemde antwoord zal zijn: Aku cinta Indonesia!' We zitten tijdens de pauze apart met enkele leerlingen van de examenklas. Na wat gevraagd te hebben over koe tjes en kalfjes verlaat de betreffende docent de Idas. We zijn nu alleen met deze leerlingen, die tot nu toe zeer voorzichtig en afwegend in hun antwoorden waren. Nu stel ik een eerdere vraag opnieuw en voeg er aan toe dat de leraar weg is, dus kan je nu alles zeggen. Na wat gelach durft één leerling een direct antwoord te geven op mijn vraag: 'Wat hebben jullie hier op school geleerd over Nederland tijdens de koloniale tijd en politio nele acties?' 'Wij vinden de Neder landers zeer slim terwijl ze uit zo'n klein land komen. Maar er is nog steeds een groot pro bleem. Ik bedoel, het klassenverschil tijdens de Nederlandse over heersing, dat is nu nog steeds merkbaar. De 31 Drs. Budi Santoso 43ste jaargang - nummer 6 - december 1998

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 31