Kerstmis bij het Leger des Heils in Semarang 1 selama uitnodi maar Tekst: K.J. Bourgonje Al enkele keren nam ik mij voor om aan het eind van het jaar een voor mij bepaalde herinnering op papier te zetten, maar het bleef steeds bij voornemen. Nu ik de ging in Moesson las om het in ieder geval te proberen, moet het er toch van komen. Men zegt dat bij het verstrijken van de jaren het den zich meer gaat aandienen. Dit is ook zo, want wat ik wil vertellen, vond al weer een halve eeuw geleden plaats. Het was eind jaren veertig en bleef als dienstplichtig militair in Indië en wel op Midden-Java. Onze eerste standplaats was Djokja. Na verloop van tijd werden we verplaatst naar Ambarawa en later nog naar Salatiga en Semarang. Ons verblijf in het onvergetelijke Indië liep op het eind en mede daardoor ont stond er tamelijk veel bewegingsvrij heid. Er was dan ook een regelmatig vervoer vanaf Salatiga via Djatingaleh naar Semarangs benedenstad en wel door middel van militaire trucks, compleet met conducteur achterin. Moest iemand er uit, dan werd de chauffeur hiervan op de hoogte gesteld door met een stuk ijzer een ram te geven op een stang van de truck. Zo liet ik mij - het was Kerstmis - droppen bij het Centraal Burger Ziekenhuis (CBZj. Het was daarvan daan een klein eindje lopen naar Roe- mah Sakit Mata, het ooglijdershospi- taal van het Leger des Heils. Hier kwamen namelijk in de loop van de tijd heel wat militairen even binnen als ze in Semarang waren. Even een Tekst: Hans Leidelmeijer In liefde en respect kijk ik naar je, vanuit de oprijlaan. Eens zijn hier mensen gekomen en gegaan. Voor hen was je niet alleen een verzameling vair stenen en cement. Je gaf ze gastvrijheid, warmte en je was hun liefdevolle monument. Waar zijn de moeders nu, die bij jou in liefde hun kinderen baarden? Zijn die nog wel op deze aarde? Waar zijn die trotse vaders, die vrolijk waren bij een glas wijn? Waar is de kinderstem die jouw hart verwarmde, de kinderen die thans volwassen zijn? Ze hebben je hart gebroken, maar één ding moet je weten. Ondanks dat ze niet meer komen, ze kunnen en zullen je niet vergeten! Wat heeft de huidige eigenaar met je voor? Verval trekt reeds een duidelijk spoor. Ze dienen je te omringen, met bloemenpracht en schitterend groen. Wat zou ik dat graag voor je doen! Dit is onwaarschijnlijk, net als het gevoel dat ik je al heel lang ken. Ik tel reeds de dagen dat ik hier nog ben. In de warmte van mijn familie, logeer ik aan de overkant. Ik ben helaas maar een passant, een toerist in jouw heerlijk land. rustig en bijna huiselijk ogenblik. Het hoofd van dat hospitaal was mevrouw majoor Baas, op haar verzoek door ons mams genoemd. Haar assis tente was de kapiteine Zoethout. Het was dus Kerstmis en ik was uitge nodigd om een tan mee te maken met het voltallige personeel in de koempoelanzaal van het hospitaal en dat zal ik nooit meer vergeten: een opgesier de kerstboom in de hoek van de zaal, een lange, uitgebreide rijsttafel, een paar blanke jongens tus- bruin van het personeel, proberend op te treden als tafelheren en dat alles in een tropi sche atmosfeer! Ook de zo ver trouwde melodieën, bij Kerstmis behorend, maakten grote indruk. Werkelijk om nooit te vergeten. Na afloop moest ik nog terug naar Salatiga en ik herinner mij dat we ter hoogte van Oengaran panne kregen, zodat ons kleine konvooi even moest stoppen. Het contrast tussen de zoëven beleefde bijzondere avond en dit opont houd in deze stikdonkere omgeving vol geluiden en geuren (onder andere muskietenverjagende, smeulende, droge koeienvlaaien van de kampong- wachten) was groot 43ste jaargang - nummer 6 - december 1998 33

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 33