moessOn heen meteen een blik over de brede, bruine rivier en een halve kilometer verder op de rimboe-achtige overkant. Opzij en vooral achter het huis gaf het erf ruimte genoeg. Daar had mijn moeder voor het eerst een bloemen tuin. En helemaal achterin stond een kippenhok, hoog als een fabriekshal. Na verloop van tijd kwamen een paar witte konijntjes met rode oogjes dit verblijf met de lappen delen. We waren verrukt: zo lief, zo zacht, zo grappig die roze, beweeglijke neusjes. Tot op een ochtend de diertjes ontdekt werden, dood en overladen met rode mieren. Hoe kon dit zo snel gebeurd zijn en die stomme lappen hadden nergens last van! Voorgalerij Vruchtbomen, manggistan, djeroek Bali, twee blimbingbomen, een advo caat en een sawoe, nog twee ramboe- tans, pisangbomen en een djamboe bidji, een muskus en een tak van een djamboe air - die weliswaar in de kam pong groeide, maar ver over onze pagger stak (en dus waren de vruchten voor ons, meenden mijn broertje en ik) - stonden verspreid over dit terrein. Bij de sawoeboom liep vanaf de was plaats een ondiepe goot die de grond rondom altijd drassig hield. Ideale begraafplaats voor dode vogeltjes of vermeend gestorven poppen (van cellu loid, want dat kon je afwassen) die daar dan ook geregeld onder natuurge trouw geweeklaag van 'lahilalah' ter aarde werden besteld. Mohammedaanse begrafenisstoeten zagen wij immers regelmatig voorbij komen. Ook met Chinees nieuwjaar de optochten met een woest kronkelende draak of op andere feestdagen het bamboe fluitorkest van de Molukse militairen, bijgelicht door laaiende fakkels. Van alles kwam langs ons huis en wij stonden met grote en kleine vrienden in de voorgalerij dit allemaal aan te zien. Nu bleek ook het voordeel van de glazen ruiten, dan hoef je je niet te verdringen boven aan de trap. Es gosok Wij woonden even buiten de eigenlijke kota. Als ik naar school moest - ik had toen nog geen fiets - liep ik die hele lange straat af. Herhaaldelijk werd ik achterop gereden door vrachtauto's volgeladen met stinkende karet sheets die regelrecht uit de rubberbossen kwamen en nu verscheept moesten worden. Verderop was de loods, waar de overlading plaats vond en aldaar vermengde zich de stank met de sterke, ranzige zweetlucht van de zwoegende koelies. De Chinese toko's waren dan allang open en in de eerste winkel voorbij ons huis woonde een vrouw met nog tradi tioneel afgebonden voetjes in gebor duurde schoentjes, zo groot als voor een kind van drie. Daarboven staken witte sokken onder een wijde, glim mende broek van zwarte zijde. Bij haar kocht ik 'goedje': glasachtige minia tuurtjes die je ook wel in zakjes Icwatji kon aantreffen: twee stuks voor een cent die ik van de kokki kreeg, 's Morgens was het nog uit te houden daar langs die kade, maar 's middags terugkomend uit school was de hitte verzengend. Ik kon het moment van thuis komen, waar een koel glas ajer djeroek klaar stond, gewoon niet af wachten en liet me verleiden door de es gosok kar. O wee, als mijn vader me dan snapte! Es gosok, es lilin en wat voor eetbaars er ook langs de straat verkocht werd, was het allergrootste taboe. Tweeënhalf jaar woonden wij in dit grote huis. Zou het er nog staan? Of zou het door de rajaps zijn opgegeten? Met de piano in de voorgalerij waren ze al aardig bezig. Iedere morgen werd de aangetroffen boeboek opgeveegd. Toen kwam de overplaatsing naar Java, met andere woorden: naar de gecivili seerde wereld. In zekere zin werd dat een heel ander leven, waarvan Djambi op Sumatra eigenlijk al het voorportaal was geweest Deze foto is voor de oorlog genomen (circa 1932) toen een groep soldaten van Magelang op de Boroboedoer was. Op de top een vriend van ons, Jan. Links, in het midden, kietelt een KNIL-soldaat een beeld. Ellen Sundah (Advertentie) Noveen St. Clara Belangrijk: Vraag alleen positieve dingen. Bid 9 dagen het Wees Gegroet bij een brandende kaars, ook als u er geen zin in heeft.Vraag 2 dingen die vast onmogelijk lijken om verhoord te worden en iets wat u heel erg ter harte gaat. Laat de 9de dag de kaars geheel opbranden en publiceer dit bericht. U krijgt wat u vroeg. Theo 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1999 | | pagina 16