Gevoelig en trots
moessOn
'Dichter bij mezelf'
Het overlijden van haar moeder heeft
veel bij Sara Joan losgemaakt en roept
nog steeds emoties op: 'Mijn moeder
zei altijd: Als ik doodga, val ik om als
een boom. En dat kwam uit. Ze was
niet iemand om ziek te zijn. Een jaar
voor haar dood heeft ze nog een
wereldreis gemaakt. In haar eentje.
Ze was heel erg actief; samen gezellige
dingen doen - een levensgenietster.
Ik zou dit jaar samen met haar naar
Indonesië zijn gegaan. Toen we dat in
1996 afspraken, leek het gewoon leuk.
Nu is het beladen. Ik kan haar niets
meer vragen. Als ik nu door een park
of een bos wandel, omhels ik altijd een
boom, het symbool van mijn moeder.
Dan is het net of ik haar even vast
mag houden...'
Sara Joan is zich er inmiddels van
bewust dat ze veel op haar lijkt.
Haar moeder vond het leuk dat ze
theater ging doen. Vader was leraar op
de HTS en wilde dat zijn dochter
natuur-, wis- en scheikunde ging stu
deren. Net als hij had gedaan. Sara
Joan is op zoek gegaan naar haar eigen
verhaal - geen sprookje - ze ging op
zoek naar zichzelf: 'Ik ben dichter bij
mezelf gekomen, maar heb het eind
doel nog niet bereikt en zal dat waar
schijnlijk ook nooit bereiken. Want zo
gaat dat in het leven. Toch?'
Boekingen:
Stichting Orchidee
St. Severusstraat 22
5616 NZ Eindhoven
Tekst: Ed Brodie
'Ajoo lui eten... laat het eten
niet wachten hoor!' Op tafel
staat de rijst te dampen, de
babi ketjap, ajam pedis, bami
en andere gerechten netjes
naast en voor elkaar uitge
stald. Inge staat naast de tafel
met een paar borden in haar
handen. Uiteraard eerst de
oudere mensen en dan pas de
jongelui, zo hoort het en het
zal altijd zo blijven.
Gezellig, zo maar een verjaardag
vieren met de familie en
vrienden. Op de achtergrond
hoor je country en western muziek van
The Mavericks en wat je duidelijk
hoort, is het door elkaar praten van de
aanwezigen en het getik van de lepels
op de borden.
De eerste klappen
Ngobrollen over verre vakanties naar
Indonesië, Australië en de USA, over
pasar malams, Indische avondjes en
reünies en uiteraard over vroeger.
Je school in Soerabaja of Bandoeng.
En natuurlijk heb ik het druk met
mijn verhalen, moppen en bediening.
Het moet gezellig blijven.
En dan, dan pas besef je eigenlijk hoe
redelijk goed wij het hebben, maar hoe
was het eigenlijk met onze ouders,
broers en zusters, toen zij omstreeks
1956 Holland binnentraden?
Ging het ook zo als nu of hadden ze
meer moeite om zich gemakkelijk te
bewegen in een totaal nieuwe wereld,
in een totaal andere stijl van leven?
Al die verhalen over knokpartijen
tussen Indische jongens en totoks,
moeilijkheden met het aanpassen op je
werkplek, communicatiestoornissen en
misschien, ik zeg het heel voorzichtig
een beetje discriminatie? Toch wel
lcasian voor onze broers en zusters,
want zij waren het die de eerste klap
pen moesten opvangen. Zij hebben het
voor ons gemakkelijker gemaakt om
hier als Indo's te kunnen leven, vind
ik. Er waren heel veel Indische mensen
die Holland hebben verlaten en naar
Australië of de USA zijn gegaan.
Knokpartijen
Onze ouders, broers en zusters hadden
het eigenlijk altijd al moeilijk gehad.
Denk maar terug aan de tijd na de
Tweede Wereldoorlog. In 1945 was
Europa bevrijd, maar in Indië begon de
bersiaptijd met veel ellende. Wij waren
toen misschien nog maar kleuters of
nog niet geboren. In 1947 de eerste en
in 1948 de tweede politionele acties en
niet lang daarna de kwestie Westerling
en in de jaren zestig Nieuw-Guinea.
En toen zij in de jaren rond 1956 naar
Nederland gingen, was Nederland
bezig met het repareren van haar
economie en met de wederopbouw en
daar waren onze ouders, broers en
zusters wel goed voor. Dus werken
jongens en niet stil zitten! Dus geen
tijd om over die rumoerige tijd in Indië
te praten, over het verlies van ouders
of van een familielid of beste vriend
en, trouwens, er waren volgens mij in
die tijd nog geen gesprekstherapieën,
kortom, geen tijd om het verleden te
kunnen verwerken.
Soms denk ik dat al deze nare herinne
ringen een van de redenen zijn van de
vele knokpartijen en misverstanden
tussen de Indische en de Hollandse
jongens. Gevoelig en trots, dat zijn wij
en dat hebben wij Indischen in ons en
trots ben ik zeker op hen, onze ouders,
broers en zusters.
'Ed, Ed, vertel eens die mop over die
twee tantes!'
Daar ga ik dan weer, gezellig doen en
leuk zijn voor mijn familie en vrien
den, maar toch blijf ik vaak terugden
ken aan hen, aan onze dappere ouders,
broers en zusters. Trots en gevoelig!
Ik hou van jullie lui!
28