Kebon Zieke kip Wat is nu het verschil tussen de drie spellingen? Een van de verschillen is de schrijfwijze en de zinsbouw. Ten aanzien van de uitspraak is er bijna geen verschil. Enkele voorbeelden: 1901 1947 1975 djoega djuga juga= ook stasioen stasiun setasiun= station dia ada diroema dia ada diruma dia di rumah= hij/zij is thuis Een andere vraag was: waarom wordt een zelfde naam verschillend geschreven? Ik denk dat het antwoord ligt in de geboortedatum. Is iemand geboren voor 1947 dan zal het bijvoorbeeld 'Soedjaja' zijn. Is hij geboren na 1947 dan zal het 'Sudjaja' zijn en als hij na 1975 geboren is dan zal het 'Sujaya' zijn. Met andere woorden: van hoe iemand zijn haar naam schrijft kunt u afleiden wanneer deze persoon ongeveer geboren is. Omdat het Indonesisch van oorsprong een spreektaal is, spreekt het voor zich dat de intonatie en de lichaamstaal belangrijk is. Een zin die op verschillende manieren wordt uitgesproken kan verschillende betekenissen hebben. Een voorbeeld hiervan is: Ayah makan ayam salcit Vader eet een zieke kip Ayah makan ayam salcit Vader eet, de kip is ziek Ayah makan ayam salcit Vader heeft kip gegeten, (hij) is ziek (geworden) Ayah makan ayam salcit? Vader heeft kip gegeten, is hij ziek (geworden)? De Indonesische taal is een taal in ontwikkeling. Bijna elke dag komen er nieuwe woorden bij. Maar... oolc met uw Maleis van toen leunt u in Indonesië terecht. Men is zeer tolerant en probeert u steeds te begrijpen Een tijdje terug - Moesson maart, pagina 38 - heb ik de kans gekregen om wat over onze soepir in Batavia te schrijven. Nu zou ik het graag hebben over een ander per soon achter bij ons thuis in dezelfde gemeenschap. Onze kebon, met een plaatje als introductie. Ze zeggen dat een beeld meer spreekt dan vele woorden en dat is mis schien hier ook het geval. Daar staat hij dan: eenvoudig, gespierd, wat klein en schuw. Een man van weinig woorden, nooit zonder zijn songlcolc en wat ver legen voor de lens van mijn kiektoe- stel. En een pisang-tros, ook van ach ter uit de tuin. Hij verscheen 's ochtends vroeg en verdween later in de middag als een schim. Een landar beider in hart en ziel, bekend met zijn patjol en gieter. Volgens velen was het rustig in zijn hoofd. Eens in het jaar was er bij ons thuis een inentingsfestijn. Vader, als arts bacterioloog, stond erop dat de familie geregeld werd ingeënt tegen tyfus- paratyfus-dysenterie-cholera. Dat alles kwam uit een spuitje. Onze bedienden deden vanzelfsprekend mee aan dit feest en hun soedara's waren ook welkom. Het werd soms een kleine pasar malam daar bij ons in de eetkamer achter. Een injectie is altijd een krachtig medicijn geweest, veel beter dan een pilletje. Spuitjes en naalden werden uitgekookt boven een gasvlammetje en het vaccin kwam uit de ijskast. In al het geroeze moes ontsnapte het vader nooit dat de kebon er niet was. Zo dom was hij toch ook niet. Hij keek uit over bruine en witte hoofden en vroeg dan: 'Mana kebon Er waren ineens zoekende en vragende gezichten. 'Kebon, mana kebon Er werd gegrinnikt en er was commentaar. Dat was het moment dat broer Wim en ik aanpakten om schijn heilig mee te doen, te lachen en het te hebben over die 'domme kebon'. Er werden dan geen vragen meer gesteld, het woord was er uit en iemand was al op weg naar de bijgebouwen om kort daarop terug te komen met de kebon. De man werd met een bescheiden hoeraatje aan vader gepresenteerd voor zijn 'injelcsi'. Ik geloof niet dat hij veel van deze rompslomp snapte, maar hij nam gewillig deel aan dit experiment met de schuchtere bescheiden heid, die zo goed paste in zijn leven. Ook hij is niet vergeten 9 Tekst: Guus Mertens 43ste jaargang - nummer I 2 - juni I 999

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1999 | | pagina 9