Het is een hele gebeurtenis als je, na 42 jaar, voor de eerste maal
terugreist naar het land waar je gehoren hent.
Niet dat het land ooit helemaal uit je gedachten is geweest.
Je hleef er vaak aan denken. Je heht erover gelezen.
Je heht steeds de ontwikkelingen gevolgd. Het is dan ook je
geboorteland. Yin je geboorteland vergeet je niet gauw.
Zo zit dat. Yen klas van de lagere school heh je er nog gevolgd,
voordat je Indonesië verliet. In de Lomhokstraat in Handoeng.
Zou Indonesië erg veranderd zijn
Je kan het verwachten na 42 jaar.
ou, die walmende stad was
er vroeger niet. Met die
hoge, witte gebouwen.
En met die zesbaanswegen propvol met
autootjes en mensen. Vreemd. In het
oude gedeelte van de stad, daar ligt een
stuk dat afgebrand is. Hoe kan dat zo?
KembangJ sepatu
Maar buiten de walmende stad - vlug
maar weg daar - ligt de natuur van
Indonesië. De groene sawah's liggen er
nog. De groeiende rijstplantjes staan nog
met hun voetjes in het water, het water
dat blikkert in de zon. En in de verte de
blauwe bergen. Mooi van die afstand.
Maar dreigend als je er op loopt.
En daar is het toefje oranje-rood in het
landschap. Dat is de flamboyant die
bloeit. En dichterbij een waterval van
paars. Dat is de bougainvillea.
En de heggen vol vurige, rode bloemen.
Dat is de kembang sepatu. Die hebben
ze in Holland ook. In een kleine pot dan.
Zo tegen de herfst. Hibiscus heten ze
daar. En die gele bloemen aan de
sappige struiken. Alamanda's geloof ik.
Ja, daar ligt de natuur van Indonesië
voor je. Onveranderd zeker.
De natuur dan.
De oude lagfere school
Na een paar dagen komt de taal van zijn
geboorteland terug. Jacky kan met de
mensen praten. Weliswaar niet in het
Indonesisch, maar in het gewone Maleis,
de taal van iedere dag.
In Bogor komt een zwerm jonge
studenten om Jacky heen staan.
Ze gesticuleren, ze praten snel en druk.
Ze willen hem vertellen, wat erop hun
hart drukt. Wat de moeilijkheden zijn
waarin Indonesië nu verkeert.
Als de bus Bandung binnenrijdt, vertelt
Jacky aan de reisleidster dat hij hier nog
een jaartje op de lagere school heeft
gezeten. In de Lombokstraat.
Ze smoezelt wat met de chauffeur.
Dat is niet zo'n gek idee, een goed idee
zelfs. Immers, de Javaanse pijit staat
goed bekend, bijna over de hele wereld.
'Een tukang pijit. Natuurlijk,' zegt de
vriendelijke man achter de balie van het
mooie hotel. Hij staat daar, in zijn
welgesneden pak, om het de toeristen
naar de zin te maken. En om zoveel
mogelijk rupiah's uit hun zak te Hoppen.
Niet alleen van de toeristen. Maar uit de
zak van iedereen. Alle beetjes helpen.
Jack gaat op het bed liggen. Na een
Die draait aan zijn stuur. Kort daarop
stopt de bus. Waar? In de Lombokstraat.
Tegenover Jacky's school, de school van
vroeger. Die is er nog steeds. Jacky stapt
uit en begint zijn oude school te filmen.
Plotseling vliegen de ramen open en een
vloed van joelende en roepende kinderen
puilt naar buiten. Ze lachen, ze
schreeuwen waar hij vandaan komt,
waar hij heengaat. Zij weten wel niet
waarom die man hun school wil filmen,
maar het is toch aardig dat ze op de film
komen te staan. Waar zou die later wel
gedraaid worden? Jacky wuift terug naar
de kinderen.
I ukang pijit
Jacky ziet het nu terug. Het enige plekje
van Indonesië dat hij gekend heeft.
Weldra zal hij meer zien van het mooie
Java, van Bali, van Lombok. Iedere dag
dat de bus verder reist, ziet hij nieuwe
dingen, doet hij nieuwe ervaringen op.
Vermoeiend is het wel voor je hoofd.
Niet alleen voor je hoofd. Ook je spieren
raken verkrampt. De botten draaien niet
zoals ze behoren te draaien. Jack moet
wat rusten.
'Een tukang pijit,' suggereert iemand.
uurtje staat zij daar voor hem. Ze is niet
zo jong meer. Ze loopt al wat gebogen.
Magertjes, het grijze haar is wat dun, de
ogen schijnen wat troebel, maar ze kan
nog goed zien, hoor! Haar stem Hinkt
oud, maar vriendelijk als ze zegt:
'Tukang pijit, tuaaaan.'
Herboren
Zangerig is het nog altijd, die stem.
Oude vrouwtjes zijn het beste als je
gepijit wil worden, hadden ze Jack
verteld. En dan begint ze. De oude,
benige vingers - nog sterk hoor! - doen
hun werk. Ze weet ieder Hein spiertje te
bereiken, ieder spiertje dat om
ontspanning vraagt. En ze kan ook nog
wat babbelen met die meneer van ver
over de zee.
Het lijkt alsof Jacky langzaam van het
bed omhoog wordt getild. Hij zweeft in
het niets, een gelukzalig niets.
De geluiden komen van ver. Als het
oude vrouwtje, na een uurtje, zegt dat ze
Haar is, veert Jack op van het bed.
Hij voelt zich als herboren.
Hij vraagt haar wat hij haar zal geven.
Ze noemt het bedrag. Hij diept een
bundeltje bankbiljetten op. Biljetten met
moessQn
ang
12