vele nullen. Hoeveel is dat dan? Zeven gulden vijftig. Zeven gulden vijftig! Dat is niet veel. Maar ook niet weinig, tenminste als je op Indonesische voet leeft. Als je iedere dag zeven gulden vijftig zou mogen verdienen dan zou het best gaan. Je zou je misschien welgesteld mogen voelen. Maar zo is het niet. Ze moet wachten tot ze weer eens geroepen wordt. Zo nu en dan. Maar vandaag heeft ze een goede dag. Terima kasik Ze moet nog wel even langs de balie van het hotel gaan. Dat wel. Het is een heel bijzondere dag geworden voor het oude vrouwtje. De tuan heeft niet eens getaward. Integendeel, hij heeft haar nog een paar bankbiljetten extra gegeven. En die zijn helemaal voor haar. Ook als ze straks nog even langs de balie moet gaan. Daarom klinkt haar afscheidsgroet oprecht: 'Terima kasih, tuaaan. Terima kasih.' Het klinkt nog altijd zangerig. Jacky kijkt haar na als ze naar de uitgang van het hotel schuifelt. Bij de balie blijft ze staan. Ze diept wat bankbiljetten op uit haar tasje en legt ze op de toonbank. Hoeveel is dat dan? Vijf gulden. Voor wat koort wat Vijf gulden! De vriendelijke man achter de balie, haar landgenoot, in zijn welgesneden pak, neemt de bankbiljetten in ontvangst. Hij glimlacht nog steeds. Tekst: Carl Roggen Hij bergt de bankbiljetten in zijn geldla. Zo is het goed. Ieder het zijne in de wereld. Het oude vrouwtje vindt het toch ook wel billijk. Immers, hij heeft haar laten komen. En voor wat hoort wat. Zonder hem had ze die zeven gulden vijftig aan bankbiljetten niet gehad. Zouden de rupiah's van de tukang pijit nou helemaal voor de vriendelijke man achter de balie zijn: Misschien een klein deel ervan. En de rest, gaat die naar de eigenaar van het hotel? Alleen het oude vrouwtje heeft niemand beneden zich om haar iedere dag wat rupiah's toe te stoppen. Zij heeft slechts haar magere, oude vingers - maar nog sterk hoor! - om wat bij te verdienen. Niet elke dag. Zo nu en dan, als ze geroepen wordt om de vermoeide spieren van een toerist weer soepel te maken. En daarna moet ze na haar werk, wel iedere keer even langs de balie van het hotel gaan. Ach, zo is het wel goed in de wereld... Sayang Indonesia, sayang. 44 ste jaargang - nummer l - juli 1999 13 sSSsSsSa mesiasayang

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1999 | | pagina 13