:J5 I
10. Uw kleinzoon wordt achttien jaar.
Dit is zijn verjaarscadeau:
11. U zoekt uw man of vrouw op in het
ziekenhuis na een zware operatie.
Wat neemt u mee naar het bezoekuur?
12 Dit is uw voorbereiding voor uw
13 Iemand komt onaangekondigd op bezoek
14. Wat doet u zodra u thuiskomt na uw
werk?
15 Stel: U komt een beetje krap te zitten en u
moet het zuinig aan doen. Welke uitgaven
gaan echter pertinent door?
i a) Boeken en tijdschriften
i b) Uitstapjes en benzine
n c) Eten en de wekelijkse lotto
16. Wat doet u als Moesson niet op tijd
verschijnt?
17. Er zijn muizen in huis. Wat doet u?
a)U strooit gif
18. Hoe verdraagzaam bent u tegenover
rokers?
19. Hoe reageert u als u ziet dat iemand
uitglijdt?
20. U staat bij de slager in de rij te wachten.
Er dringt iemand voor. Wat zegt u?
9U heeft twee zoontjes en die brengt u voor
het eerst naar de judoles. Wat zegt u tegen de
instructeur?
D a) Niets
b) Weest u een beetje voorzichtig met mijn
jongens?
c) Die twee bengels daar moet je extra hard
aanpakken
a) Een horloge
b) Een stereotoren
c) Een motorfiets
a) Een bloemetje
b) Iets te lezen
c) Een plastic zak met acht warm-dampende
loempia's
verjaardag:
a) U verstuurt uitnodigingen
b) U belt enkele familieleden en vrienden op en
vraagt ze uit eten
c) U begint drie dagen voor uw verjaardag met
koken voor een man of tachtig
vlak voor etenstijd. Wat doet u?
a) U zegt: 'Wat jammer dat je nou komt, we gaan
net aan tafel. Wil je een kopje koffie?'
b) U vraagt: 'Hoeveel aardappels eet j
c) De bezoeker krijgt zonder enige discussie een
bord met eten op schoot
a) U gaat zitten in een makkelijke stoel en leest de
krant
b) U gaat zitten in een makkelijke stoel en kijkt
naar de tv
D c) U trekt uw pyjama en sloffen aan
44 ste jaargang - nummer 1 - juli 1999
a) U belt na een dag de abonnementen-afdeling
j i b) U belt na een week de abonnementen-afdeling
I I c) U zegt uw abonnement onmiddellijk op
I b) U maakt uw huis helemaal schoon en u strooit
gif
D c) U wrijft in uw handen en gaat met de buks op
posteerjacht
I a) U rookt zelf niet en u steekt een langdradig
verhaal af over de gevolgen van roken
I b) Tolerant, u rookt zelf niet (meer), maar
presenteert een vuurtje en een asbak
U c) Zeer tolerant, u rookt zelf
a) U barst in schaterlachen uit
b) U zegt: 'Adoeh!'
Li c) U zegt: 'Kasian, kasian'
U a) U zegt: 'Hoho, dat gaat zomaar niet!'
b) U zegt: 'Sorry hoor, maar volgens mij... et
cetera
c) U zegt niets en inspecteert of uw schoenen niet
gepoetst moeten worden
ÉWi
if **V
a MmrMP'X1
mm
jet
- "Iv.WLtt'
27
^5 K xwiW^rM1 'i i