Vier onbekende jkèhthaméraden uit liet
Moesson-archief. Bdhgit, 1927.}
Tekst: J.L. Rudelsheim
Moesson april 1QQ 'Het grote jachtverhaal'. Een dode tijger.
Een levend paveel in een microseconde van het leven beroofd.
Waarom Vanwege de onvermijdelijke foto, het vel, verhalen in de
soos? Een bekentenis: ook ik ben aan die behoefte om iets te dode)
niet helemaal ontsnapt.
Wild zwijn
In 1949 was ik - enige Indo in een
KL-bataljon - gelegerd in Pelaboehan
Ratoe, waar zich een eind verderop
langs de baai, een onontgonnen veld
bevond met een eenzame manggaboom
bij de bosrand. De gevallen vruchten
waren het natuurlijke lokaas voor het
wilde zwijnenvolkje. Voortijdig
opgeschrikt stoof er één dwars door
mijn gezichtsveld op twee honderd
meter afstand en ik legde hem netjes
neer met een dumdum-kogel in de nek.
Hij sprong op, kwam op zijn rug terecht,
en ofschoon morsdood, maakte hij nog
lang stuiptrekkende fïetsbewegingen met
alle vier de pootjes.
Dat laatste bleek die avond funest te zijn
voor mijn eeüust. De kok serveerde het
vlees met bruine bonen. Kon ik ook
maar een hap door mijn soldatenstrot
krijgen? Vergeet het maar, het beeld van
die fietsende pootjes liet me niet los.
Varaan
Na een paar dagen had ik mezelf ervan
overtuigd dat een dergelijke sentimentali
teit in een van Harer Majesteits krijgers
hoogst ongepast was en zette koers naar
een zekere stroom in de omgeving.
Ik kwam, ik zag en vermoordde een
varaan - een dikbuikige ouweheer van
twee meter lang. Met een voorhistorische
sprong vloog het in een grote boog naar
het midden van de kali, deed het water
kolken in rode LinLen en was weg. Jochies
uit de kampong begaven zich te water en
tastten, luidruchtig griezelend, met hun
voeten de bodem af. Deze operatie
slaagde wonderwel, waarna ook dit
slachtoffer triomfaal herwaarts werd
gedragen. De plaatselijke Chinees
ontfermde zich rap over het karkas en de
huid heeft later nog een mooie tas voor
mijn tante in Zwolle geleverd.
Eland
Precies acht jaar later kampeerde ik met
Jack in de wildernis van British
Columbia, ergens ten zuidwesten van
Kitimat. Jack was de enige andere Indo
in Kitimat en een merkwaardig noodlot
had er voor gezorgd dat we met onze
gezinnen in hetzelfde huis woonden.
44 ste jaargang - nummer 1 - juli 1999
35