Iets gfeven betekent iets krijgen
if
en ik ijl een snelle vlucht tussen planeten,
tussen duizend dromen, tussen licht en wind,
grensloos is de ruimte achter a He einders,
waar het kleine leven eindigt,
en heqmt...
Minnie Hoogland-de Winter
Tekst; Lilian Ducelle
kent dat gevoel ook
als je die ene iets
grotere envelop
tussen de dagelijkse post vindt:
wie, wie zou het deze keer zijn?
Onderdrukte spanning en
dan pijn als je de naam leest.
In de meeste gevallen niet
verwacht, tenminste niet zo
gauw, blijkt zij of hij te zijn
heengegaan en lees je voor het
eerst de naam voluit. Zoals ik
nu weet dat mijn lieve sobat
Minnie Hoogland eens als
Pauline Wilhelmina
Alexandrine de Winter bij de
Burgerlijke Stand in Meester
Cornelis negentig jaar geleden
werd ingeschreven. Ze over
leed op 17 mei jl.
Ruim dertig jaar hebben we
een vriendschapsband gehad
die, al zagen we elkaar jaren
niet of zelden, nooit minder is
geworden. Ik wist dat zij er
was, Minnie wist dat ze me
altijd kon vinden als ze er
behoefte aan had. Hoe ik haar
heb leren kennen?
In 1969 had ik op de Pasar
Malam een Indische sarong
kabaja show. De eerste keer
dat we in Nederland die altijd
witte kabaja van de Nederland
se vrouw lieten zien. Een paar
dagen later kreeg ik een pakje
over de post: een beeldschoon,
geborduurd miniatuur
schilderijtje, voorstellende een
dame in sarong-kabaja.
Afzendster: Minnie Hoogland.
Dat ze erg genoten had van
de show.
Niet lang daarna kwam ze op
bezoek. Ze woonde in
Bilthoven en vanaf die dag
zijn we sobats gebleven.
Ze was onderwijzeres.
Grootste hobby: borduren en
schilderen. Haar
vaardigheid in
deze kunst
gaf ze
door
aan
kabouters, dieren. Als ik
vroeg: 'Minnie, wil je weer
wat kaarten maken?', dan had
ik binnen een week
jongeren
en vol
wassenen
Haar tweede hobby was
schrijven van kinderverhalen
(ze schreef vier boeken) en
dichten. Prachtige gedichten,
waarvan enkele ook in
Tong-Tong!Moesson zijn
opgenomen. Voor de
Moesson-winkel heeft ze in
de loop der jaren zeker wel
duizend prachtige kaarten
beschilderd. Zo mooi, dat ik
ze wel allemaal had willen
houden. Met de punt van
haar penseel kon ze een tak
bougainvillea, een alamanda,
een melati neerzetten. Voor
kinderen tekende ze
tweehonderd
stuks, waar ze nooit
een cent voor wilde hebben,
zelfs geen materiaalkosten.
'Voor de Bruine Bus of de
Poekoel Teroes Pot', was het.
'Veel te leuk dat ik het kan en
mag doen. Iets geven betekent
altijd iets krijgen. Voldoening,
dankbaarheid!'
Éénrichtingsverkeer
Ze overwinterde bijna ieder
jaar in Spanje. Lezen,
borduren, dichten. Twee keer
ben ik bij haar geweest in
Bilthoven. Door mijn
oriënteringsvermogen kwam
ik een uur later dan de
afgesproken tijd.
'Heb je een bekeuring
gehad?' vroeg ze.
'Neen, hoezo?'
'Nou, ik zag je van die kant
komen en daar is het
éénrichtingsverkeer. Je hebt
dus geboft en ik ook, anders
was je nog later gekomen.'
Ze had een groot gevoel voor
humor. Haar man was
ingenieur, hij overleefde de
oorlog niet.
Een half jaar geleden hadden
Minnie en ik na jaren weer
telefonisch contact. Als je
ouder wordt, deel je je leven
anders in.
'Ja, ik nader de bekende
tunnel al', waren haar laatste
woorden.
Gezond was ze allang niet
meer, al hield ze zich voor
haar familie goed.
Deze dichtregels geven haar
toestand weer.
Wees welkom goede Dood en
neem me mee in Uw armen,
dit lichaam is zo dodelijk
vermoeid.
Geen vonk van levensmoed
vermag het nog te verwarmen,
het is volledig uitgeblust en
uitgegloeid.
Ik wed dat Minnie, als ze
haar penseel en verf bij zich
had op die laatste tocht, ze
niet zal hebben nagelaten hier
en daar snel nog wat bloemen
op die tussenwand te zetten.
Ik zal er op letten Minnie,
straks. Eenrichtingsverkeer
kan niet missen. Tot ziens!
moessQn
42