Kessi... onze kebon Hij zag ons nietliep te bedelen tussen die andere bedelaars met nog de kleren aan van pa Tekst: Ed, Brodie Opeens stond er voor het huis een bedelaar vragend om een aalmoes. Oma, heel streng, joeg de bedelaar weg met de woorden: "mak lomee!' Ik dacht dat het woordje afkomstig is van maklumlah oftewel, sorry, maar het is zo. Heel zielig en verslagen keek hij de twee dames na en liep verder. Ma stond op en riep: 'Pak sebentar, toenggoe ini oeangnja!' De bedelaar kwam terug om zijn aalmoes in ontvangst te nemen. Lief voor Kinaeren 'Waarom werk je niet', vroeg mijn moeder, 'je bent nog zo jong!' 'Niemand wil me hebben mevrouw. Ik zou dolgraag willen werken hoor.' 'Wat voor werk wil je en kan je doen dan', vroeg ma weer. 'Kan je ook in de tuin werken?' 'Sagget ndoro, sagget'. ('Ik kan het' in het hoog Javaans)Ma liep naar hem toe en zei: 'je kunt hier werken bij ons in de tuin, maar ga eerst naar de badkamer van de bedienden, hier heb je zeep, was je heel goed en gooi je kleren maar weg.' Ma gaf baboe Tjoetji instructies om een stel oude kleren van pa aan hem te geven. Na het baden moest hij bij ma komen en zij legde hem uit wat zijn dagelijkse werkrooster was. 'Als ik merk dat je steelt, laat ik je oppakken door de politie. Dus niet stelen en doe je werk goed!' We noemden hem Kessi en lief dat hij was voor de kinderen. Hij kon heel goed goochelen, muziek maken, verhaaltjes vertellen, dingetjes maken van papier en nog veel meer. Voordat hij ging slapen liep hij om het huis om te kijken of alles op slot was. Het was toen een rumoerige tijd in de jaren '48-50'. O, wat waren we gelukkig met de nieuwe kebon Kessi. Gehandicapt Jaren gingen voorbij en wij waren nog altijd blij en tevreden met onze Kessi. Soms moest hij ons van school ophalen, maar het duurde altijd zo lang want Kessi was gehandicapt. Zijn rechterbeen was korter dan z'n linker, maar toch leerde hij mijn broer polsstokken. Ra, ra, hoe kan dat? Als hij met een volle emmer van de kraan naar de voortuin liep dan bleef er nog maar een halve emmer water over. We begonnen dan te lachen maar daar trok hij zich niks van aan. Hij liep dus twee keer zo veel. Kehon Angirn Vader kwam met het bericht dat hij eindelijk een huis kreeg toegewezen op Kebon Agung, dus bij de suikerfabriek. Oma, ma en wij allemaal blij natuurlijk. Een mooi groot huis op de onderneming met een grote tuin er omheen met mangga-, djamboe- en pisangbomen. Maar Kessi werd verdrietig en vertelde dat hij niet mee wou naar Kebon Agung. Wij vonden het erg jammer, maar ja, hij moest het zelf wel leuk vinden, dachten wij. Wij verhuisden naar Kebon Agung en Kessi raakte uit beeld. We hadden inmid dels een nieuwe kebon. Pak Slamet, een saaie man! Alleen maar patjollen, gras babat en als je op het gras liep werd hij kwaad. Laclifilm Een hele poos later gingen we met z'n allen naar de bioscoop in Malang, dicht bij de aloon-aloon, bioscoop REX. Ik kan me nog herinneren dat het een lachfilm was. Enfin, pa liep naar het loket om de kaartjes af te halen en opeens riep mijn broer: 'hé, kijk Kessi daar, tussen de bedelaars, daar, kijk!' Het werd even stil in de auto en ja hoor, daar liep inderdaad onze manke Kessi. Hij zag ons niet, liep te bedelen tussen die andere bedelaars, met nog de lderen aan van pa. Ma begon te snikken en wij voelden met haar mee op dat ogenblik. Pa kwam de auto binnen om ons op te halen, maar begreep er niets van toen hij ons zo verdrietig zag zitten. 'Wat is er', vroeg hij verbaasd. 'Kessi schat', zei ma, 'kijk daar.' Pa keek in de goede richting. 'Jeetje', zei hij zachtjes, 'hoe komt hij daar terecht.' 'Zal ik hem geld geven ma', vroeg mijn broer heel ongeduldig. Zonder aarzelen gaf ma mijn broer geld om het aan Kessi te geven. 'Hier Kessi, van ons allemaal. Je mag bij ons komen hoor in Kebon Agung. We missen je zo. Kom gauw naar ons nieuwe huis Hjken.' Kessi bleef naar de grond staren, nam het geld aan en heel even keek hij in onze richting. Ik was nog nooit zo trots geweest op mijn broer als die avond. Toen we uit de auto stapten en richting bioscoop gingen, zagen we Kessi niet meer. Daar zaten we dan in de bioscoop. De lachfilm begon. Iedereen zat af en toe te lachen maar wij, wij waren heel rustig, terwijl ma zat te snilvken. Het was net of we naar een andere film keken: The story of Kessi of zo! I moessQn I let was ongeveer zeven uur In de ochtend in Malang aan de djalan Lebaksari, een zijstraat van de djalan I jelaket. Pa was net de auto ingestapt richting zijn werk suiker fabriek Kebon Agung. Ma, als altijd, ging dan lekker op bet voorterrasje samen met oma van bun oebtend kopje koffie genieten. 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1999 | | pagina 12