I nave a dream
Z* GROTE
mm-mm
REÜNIE
Tekst: Mary Boltze
Ik leerde hen kennen toen de oorlogs
situatie ons noodzaakte van Soerabaja
naar Singosari te verhuizen. Opa - een
oudoom - had daar een groot, mooi huis
en het echtpaar Nini en Bawöh was al
jaren als hulp in de huishouding in dienst
bij hem.
Iedereen noemde hem opa. Hij was oud,
blind, hardhorend en zeer slecht ter been,
maar straalde autoriteit uit. Het zal wel
een verstoring van zijn rustig leventje
hebben betekend die invasie van negen
familieleden in zijn huis, waarvan zes
opgroeiende kinderen. Maar opa hoorde
niet veel meer en bovendien had hij zich
al jaren teruggetrokken in een van de
kamers van de bijgebouwen.
Klompen
Later heb ik mij vaak verbaasd hoeveel
geduld Nini met hem heeft gehad.
Zo afhankelijk als hij was van haar, zo
weinig dankbaarheid toonde hij.
Het was nooit goed of het deugde niet.
Zo herinner ik mij dat ik hem van Nini
zijn kopje koffie mocht brengen en dat hij
mij toen afsnauwde, dat de koffie naar
klompen rook. Ik was er helemaal
beduusd van en droop stilletjes met de
koffie weer af, richting keuken waar Nini
bezig was.
Maar zij had meer met dat bijltje gehakt,
gooide de koffie terug in een pannetje en
maakte het gewoon iets warmer dan
daarnet. Zonder verdere drukte werd de
koffie weer in het kopje geschonken en
waagde ik de volgende poging.
Hij slurpte de eerste slok gretig naar bin
nen en zowaar, hij glunderde vergenoegd
en riep: 'dat is pas koffie!'
Gaclo-Gado
Soms hielp ik Nini met de verkoop van
gado-gado. Ik ging dan met haar naar de
pasar en hielp met dragen van datgene
wat zij inkocht voor de verkoop.
Zij leerde mij hoeveel groenten ik voor
een portie gado-gado in een gevouwen
pisangblad kon scheppen en hoeveel
pindasaus daar overheen hoorde.
Trots dat ik was, als ik iets voor haar kon
verdienen! Hoelang die periode geduurd
heeft weet ik niet meer - het tijdsbesef
van een kind is zo heel anders - maar de
Japanners drongen ook door tot in
Singosari en verder en zij eisten het huis
op tot grote schrik van ieder van ons.
Waar moesten wij heen en hoe moest het
met opa?
TBC
Bij een laatste poging die ontruiming de
Japanners uit het hoofd te praten werd
verteld dat opa zware tuberculose had.
Opa deed zijn uiterste best voor die rol en
hij hoestte en proestte, waar je koud van
werd. Wij hoopten dat het de Japanners
zou afschrikken, want die waren als de
dood voor tuberculose, wisten wij.
Arme opa, ondanks zijn inspanningen
had het geen resultaat. Ze bleven wel op
afstand, maar wij moesten er allemaal uit.
Een ander huis werd ons toegewezen
maar voor opa bleek er geen aparte
kamer meer beschikbaar.
Bawöh en Nini waren niet verslagen en
kregen het voor elkaar elders een lege
kamer te vinden, waar opa zijn intrek kon
nemen. Meer dan een matras, waarop hij
verpleegd werd was er niet en Bawöh en
Nini sliepen op de grond. Hun sober
leventje was niet zo drastisch aangetast als
die van opa, voor wie deze verandering
niet te dragen was. Gelukkig heeft hij niet
lang zo hoeven leven en stierf op een
nacht, omringd door liefderijke zorg van
zijn twee trouwe bedienden.
Weggevoerd
Vaak was dit Javaanse echtpaar daarna
nog bij ons en het was haast vanzelf
sprekend dat zij toen op het erf aan de
straatkant opnieuw hun tentje opsloegen
om er hun eetwaar te verkopen.
Helaas heeft het niet lang mogen duren.
Bersiaptijd wisselde Japanse tijd af en ons
werd al gauw verboden contacten te
leggen met de bevolking.
Bawöh en Nini moesten weg.
Wat werden de tijden toen vreselijk
anders en angstig! De mannen - nog niet
lang terug uit het Japanse kamp - werden
opnieuw opgesloten, samen met de
jongens. Aanvankelijk onder het mom van
een bijeenkomst.
Later hoorde ik hoe de trouwe Bawöh
zich bij het kamp gewaagd had en
geroepen had dat alles wel weer gauw
voorbij zou zijn. Hij had willen troosten
en besefte niet hoe de haat woekerde
onder zijn eigen volk. Hij werd
weggevoerd en Nini heeft hem nimmer
weer gezien.
Droom
Hoe intens tragisch is het leven van dit
echtpaar eigenlijk geëindigd. Nini heb ik
nooit meer teruggezien. Ja toch, in een
droom, vele jaren later. Ik was toen al in
Nederland.
Ik droomde dat ik weer terug was in
Singosari en de kampong in ging. Hoewel
ik Nini nooit in de kampong had opge
zocht, wist ik in die droom haar huisje te
vinden. Zij zat daar, gehurkt op de grond
voor de opening van haar woninkje. Ik
was zo blij haar weer terug te zien na al
die jaren. Ik ging, eveneens gehurkt,
tegenover haar zitten want deze kleine
vrouw met haar grote hart scheen ik
slechts zo opnieuw te kunnen
ontmoeten. Wij zaten er stil, zonder woor
den, er was alleen verwondering in mij
om de vrede die van deze vrouw
uitstraalde. Verwondering, omdat haar
ogen van geen wrok of haat sprak.
Het waren stille, liefdevolle ogen, die mij
ontroerden.
Trouwe Nini, zou zij mij toch nog iets
hebben willen meegeven voor het leven?
Heeft zij gewacht tot ik bij haar
terugkwam?
Vast wel, en het kon gebeuren in die
droom.
Zaterdag 16 oktober 1999
PARTYCENTRUM ELSEN8URGH I
moessQn
Zouden zij het zien, dat ih nu over hen ga
schrijven Vast wel! En misschien
bescheiden glimlachen, omdat ih het de
moeite waard heb gevonden, om na zo n
vijf en vijftig jaar iets over hen te schrijven.
De geschiedenis van een Javaans echtpaar,
Nini en Bawöh - dat in hun trouw
onvoorstelbaar ver is gegaan.
ADVERTENTIE
Lange Kleiweg 4a te Rijswijk
INFO: Luc Leihitu, 071-5790143 - Boy Swart, 070-3667733
Zie ook de reünierubriek!
14