Spinazie rames de week komt er een militair vliegtuig op bezoek. Copra We gaan terug per Ms. Garuda die de dienst onderhoudt tussen Temate en Morotai. De Garuda zal om één uur aan komen en om drie uur vertrekken. Het eer ste klopt wel. We kopen kaartjes voor een cabin en dat blijkt de hut van onder andere de marconist te zijn. Het vertrek verloopt zoals het hoort. Veel schijnbare chaos, tóppen en krandjangs, lemperverkoopstertjes en een havenmeester met veel goud op zijn pet die de tickets controleert. De Garuda heeft geen radar. Is ook over bodig. Een bolkompas wordt in de juiste stand op de console voor de jurumudi neergezet en de schipper neemt plaats op de boeg. Hij roept: 'Duaratus delapanbelas,' de jurumudi herhaalt die koers en zet het schip keurig op koers 218. Zo simpel gaat dat als je een schipper hebt die de zee daar kent als zijn broekzak. De raak in gesprek met een planter die zijn copratuinen heeft op de noordpunt van Halmahera. Wijzend op 'zijn' rotsen vertelt hij trots van zijn bijverdienste; eetbare vogelnestjes die daar worden geplukt en voor_/ancy-prijzen in de dure restaurants in Hongkong en andere steden worden opge diend. Copra vindt hij een meer solide product. Als zoon van een copraplanter die te lijden had van de depressie in de jaren der tig, kan ik voor hem alleen maar hopen dat hij gelijk heeft. Sterrenhemel Evert gaat slapen maar komt na een uur tje weer op het voordek. 'Ik weet niet wat ik gegeten heb,' zegt hij, 'maar ik heb overal jeuk en hier op zee kunnen geen nyamuks zijn.' Ik ga ook te kooi, maar moet Evert gelijk geven. Er zijn kennelijk andere beestjes in bed aanwezig. Ilc wijk uit naar het dekluik dat ik deel met een onbekend beman ningslid. Mijn kleine rugzak als bantal geeft wel enig comfort dus met een paar hazenslaapjes kom ik de nacht door. En dat is maar goed ook, want zo'n ster renhemel - en nog wel compleet met maan - en zo'n zee heb ik immers 48 jaar gemist. Even voor we Ternate bereiken, worden we welkom geheten door zowel vliegende vissen als dolfijnen. Zelfs de kapal pcrang die op bezoek in de haven ligt, verhoogt de feeststemming. We gaan van boord, niet echt uitgerust, maar wel heel tevreden over onze reis naar Tobelo en Morotai. Tekst: Johan van Leer Dat is een Chinees-Indisch restaurant wat nooit goed kan zijn, twee totaal verschillende keukens, iets is Chinees of Indisch, je zou toch nooit naar een Chinees-Indiaas restaurant gaan?' En een Hollands-Indische warong?' vroeg ik eens. Ze veinsde onwetendheid maar wist drommels goed wat ik daarmee bedoelde. Hollandse host Mijn ouders, die in 1926 in Indië kwamen, hielden het bij de Hollandse keuken. Hoewel de toch meest verstokte totok op zijn minst 's zondags rijsttafelde, kwam bij ons uit sluitend Hollandse kost op tafel: aardap pelen, vlees en Europese groenten. Tot mijn misnoegen, want van jongs af aan was ik altijd omringd geweest met heer lijke geuren die uit de bijgebouwen of van de straat aan kwamen waaien. Eens per jaar, op mijn verjaardag, mocht ik Indisch (uit) eten en dan nog bestelden we een standaard en meest neutrale nasi-goreng. De rest van het jaar was het bloemkool, andijvie, postelein die boven in de bergen ver bouwd werden. Ik herinner me nu nog de lijfstraf toen ik eens - ik moet een jaar of zes-zeven geweest zijn - een bord gloeiend hete en zure rabarbermoes in de tuin leeg kieperde. Dat was in Pasoeroean. Later toen we in Soerabaja woonden en ik wat ouder was, sloop ik na het eten het huis uit naar de buren of andere families verderop in de straat die altijd wel nasi aten en waar ik dan met eten binnenkwam en trouw aan de Indische gastvrijheid aan mocht schuiven. Dat ging een tijd goed, maar ten slotte begon men zich af te vragen of ik thuis wel genoeg te eten kreeg en dat kwa men mijn ouders uiteindelijk te horen. Enfin, na de grote confrontatie werd een compromis gesloten en ik zou voortaan rijst met wat bijgerechten krij gen. Maar om bij mijn ouders gezichts verlies te voorkomen, moest en zou ik toch één kleine aardappel en een kwak- je groenten erbij krijgen: spinazie rames! aantekeningen als het niet authentiek was, melk in plaats van santen, zoete gesmolten pin dakaas in plaats van saus katjang, et cetera. En, was alles naar uw zin?' vroeg eens de eigenaar van een Indisch restaurant fijntjes toen we klaar waren met eten. Waarop mijn moeder prompt zei: 'In mijn gado-gado zat geen hard gekookt ei!' Later vestigde zich in het winkel centrum bij haar een toko die, per ons, uitstekende bijgerechten verkocht en waar ik vaak insloeg; mijn moeder hoefde alleen maar rijst te koken om de rijsttafel compleet te maken. Groot Los Angeles telt een stuk of vier nog echt Indische restaurants, die ik met vrienden en kennissen frequenteer en waar ze zich weieens hebben afgevraagd waarom ik mijn bord tot het glazuur toe leeg eet. Komt zeker door het kamp,' zeiden ze eens en ik knikte dan bevestigend maar zal ze toch eens uitleggen waar deze vorm van hysterie aan toe te schrijven is: grotendeels van nasi verstoken Indische jaren. moessQn Toen mijn moeder nog leefde, logeerde ik gedurende mijn vakanties in Holland altijd bij haar in Hen Ilaag, waar ze dan kaar best deed het mij naar de zin te maken. Als tegenprestatie vroeg ik wel eens of ze mee uit eten wilde, aan de overkant, hoewel ik van te voren al wist wat ze zou zeggen. Indische-gferechtenexpert In Holland, na de oorlog, was mijn moeder de expert op het gebied van Indische gerechten en ze maakte 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1999 | | pagina 20