-££D£«°° krtiL kon geen wetenschapper leveren om de tentoonstelling vanuit het Indonesische perspectief te ondersteunen. De verkla ring hiervoor is eenvoudig: niemand houdt zich in Indonesië bezig met de Japanse bezettingstijd, een conclusie die ook tijdens de eerder genoemde confe rentie boven kwam drijven. Deze periode in de Indonesische geschiedenis wordt namelijk hoofdzake lijk beschouwd als een aanloop naar de onafhankelijkheid, de geboorte van de republiek. Het lot van de duizenden romusha's ten spijt. Onderbelicht Wat overbleef, is de Nederlandse inbreng. Evenals bij de verslaggeving van de herdenking bij het Indisch Monument het geval was, blijft de geschiedenis van degenen die in de bezettingstijd buiten de kampen verbleven (veelal Indo's) zwaar onderbelicht. En dat niet alleen. De rol van het KNIL en met name het lot van de Ambonese militairen worden in de tentoonstelling niet of nauwelijks genoemd. Een geschreven reactie in het Rijksmuseum luidde: 'Misselijk voor beeld van geschiedvervalsing. Geen aan dacht voor het Moluks verzet'. Toen duidelijk werd dat noch van Japanse, noch van Indonesische zijde enige officiële inbreng te verwachten viel, had de organisatie zich af moeten vragen of het overigens interessante idee van een drieluik nog wel uitvoerbaar was. Er moesten wetenschappers uit de VS wor den opgetrommeld om die leemte te vul len. De objectiviteit is daarmee in het geding gekomen. Door toch voort te gaan op de ingeslagen weg lijdt de expositie aan vrij blijvendheid en het uiteindelijke doel, vergroting van kennis en het kweken van wederzijds begrip, wordt niet bereikt. De Zaanse Schans Eén ding lijkt de tentoonstelling ongewild wel duidelijk te maken: op enig officieel excuus van Japanse zijde hoeft niet te worden gerekend. Het NIOD mag voor onderzoek jaarlijks een miljoen gulden incasseren van de Japanse regering, maar daar blijft het bij. De Nederlandse regering heeft geen belang bij een knieval van Japan. Integendeel. Volgend jaar worden de vier honderd jaar oude betrekkingen tussen Nederland en Japan gevierd. En zoals zo vaak in de politiek, moeten de humanitai re belangen het afleggen tegen de econo mische. Bovendien hebben de voormalige bewo ners van Nederlands-Indië en hun naza ten al een presentje gehad. Na 54 jaar is ook aan de herdenking op 15 augustus een nationale status toegekend; de vlag hangt uit, maar wel halfstok. De oproep van Mgr. Bahr tot verzoening lijkt in dat opzicht de enige weg van de realiteit. Vanwege de vierhonderd jaar Japans- Nederlandse betrekkingen zal ook keizer Akihito zijn opwachting maken. Op de vraag wat ze van de komst van de Japanse keizer vond, antwoordde een Indische dame: 'In de grond van de zaak kan het me niets schelen of hij wel of niet komt. Ik woon tien minuten van de Zaanse Schans. Daar struikel ik over de Japanners die met busladingen vol wor den aangevoerd. Daar kan die keizer nog wel bij.' KAL AU T/DAk S3 nDUfZ... bej&jae ik maakte deze prent naar aanleiding van een debat op de VPRO- radio, uitgezonden op 13 augustus 1999- Het tliema van bet debat was: vierhonderd jaar betrekkingen met Japan en bet tentoonstellings gebeuren van bet NIOD. (H ans Plas) 44 ste jaargang - nummer 4 - oktober 1999 35 Japanse expansie Japanese expansion -v A//A/A gQgo a/WA BO&O HOLukkJEkRS DJ»tRb UHEK tlVAMHt SfAATb w>/ip |H FTrrc-,MD£ls/ Rfr( k Ti 3<J/DQA/^Ï>

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1999 | | pagina 35