Een reeks Djojokojo-voorspellin Hoogste tijd dat wij weer vertrouwen in de toekomst kunnen moessQn Ingezonden door: M. Bello April Q50. De voorspellingen van Nostrodamus hebben ons we! geleerd dat het zee moeilijk, is, soms zelfs gevaarlijk, over te gaan tot het interpreteren van anagrammen, symbolische voorstellingen en verdraaide tijdmaten, die in dergelijke voorspellingen heel dikwijls zijn verweven. 16 ij beschouwingen achteraf zijn al die omschrijvingen vaak logisch verklaarbaar of met bepaalde feiten in verband te bren gen. Vooruit de juiste draagwijdte, beteke nis en tijdmaat vastleggen, is maar al te dikwijls speculatief. Wat de voorspellingen van Nostrodamus voor het westen bete kenen, schijnen de Djojobojo-voorspellin- gen voor de archipel, inzonderheid voor Java, te zijn. Ailji Dalia Het is evenwel verstandig deze Djojobojo-voorspellingen met evenveel voorzichtigheid te verklaren als met die van Nostrodamus nodig is. Beweerd wordt dat de Djojobojo-voorspellingen door de eeuwen heen vermink zijn. Reden te meer om voorzichtigheid te betrachten. Toch zal men moeten toegeven dat de hier gepubliceerde tien punten reeds zeer frappante treffers bevatten, vooral wan neer men ze met het heden vergelijk. Djojobojo was een vorst, die regeerde van 1130 tot 1160 in het rijk Daha (Kediri), hoofdzakelijk dus in het vorstelijk deel van Oost-Java. Djojobojo liet de Mahabharata vertalen door Mpoe Sedak en die vertaling werd later voltooid door Penoeloem. Een zuive re vertaling bleek dit niet te zijn, want er werden slechts oude voorspellingen in opgenomen, die men beweert terug te kunnen voeren tot Adji Daha (Adji Daha is de man die de Javanen hun jaartelling gaf)- Zo althans luidt min of meer de legende. Deze onzuivere versie werd de Bharata Yudda-Broto joedi genoemd. De tien bekende voorspellingen zullen wij hierna laten volgen. Wanneer stemmen gehoord worden zonder dat men iets kan zien, zal het niet lang meer duren voordat de ganse wereld van de aller hoogste een afstraffing zal krijgen en dat de mensen het gevoel krijgen zich in een stik donkere nacht te bevinden. Dit is een bijzonder treffende uitspraak, wanneer men bedenkt, dat ze negenhon derd jaar of misschien nog langer geleden werd gedaan. Want ze wijst duidelijk op de tijd waarin men niemand ziet en wel hoort praten, dit is de tijd van de radio. De stikdonkere nacht zouden wij kunnen vergelijken of vereenzelvigen met de gevoelens van absolute onzekerheid waar in de tegenwoordige mens genoodzaakt is te leven. Daarna zal een ramp komen die veel groter zal zijn dan de vori ge wereldramp. Begin van de ivereldstrijd en de hemel en de aarde zullen in beroering komen; mensen en dieren zullen in grotten en holen hun toevlucht zoe ken. Deze voorspelling wijst kennelijk op de wereldoorlogen van 1914-1918 en 1939- 1945, waarin de mensen hun toevlucht zochten in schuilkelders en alles, wat maar dekking kon bieden. Er blijkt ook duidelijk uit dat de Tweede Wereldoorlog aanmerkelijk intensiever en groter in omvang zou zijn dan de Eerste. De heerser van de zee en die van de lucht botsen tegen elkaar op, na zich met duizen den te hebben vermenigvuldigd. Deze voorspelling moet wel betrekking hebben op de Engelse en Amerikaanse zeemacht en de destijds zeer geperfectio neerde luchtmacht van Duitsland. De strijdkrachten van de gele koning zullen van een afstand reeds overwinnend zich naar Java begeven en in honderd dagen, het terugtrekkende leger van Java uiteenslaan de, de regering omverwerpen. Nadat hij alles in zijn macht heeft, zal de strijdmacht van de gele koning dit land gedurende drieënhalf jaar (Tri Madio Tjondro) regeren. Deze regering zal echter zijn als een pauw, die heftig heen en weer geslingerd wordt en meer dan de helft der inwoners zal veel ellende ondervinden. De Heilige Oorlog zal begin- nen: schiftingen (verschuivingen) zullen plaatsvinden (origineel: zand naar beneden, stenen naar boven). Met de strijdkrachten van de gele koning doelt men zonder twijfel op het Japanse leger, dat eigenlijk reeds aan de winnende hand was, voordat het Indië bezet had. In ieder geval blijkt uit de geschiedenis der laatste jaren dat de Japanners er ongeveer drie maanden of honderd dagen over gedaan hebben, alvorens zij de Indische eilanden geheel onder hun beheer had den. Nadien heeft het Japanse leger inderdaad drieënhalf jaar geregeerd en zeker de helft der inwoners veel ellende bezorgd. De tijden in deze voorspelling aangegeven maken indruk door hun nauwkeurigheid. In regeringsperiode van de dienaren van de gele koning zullen wij aan de hemel een natuurverschijnsel zien oplichten dat ons als een zonnescherm (Djamoer pajoeng: padde stoel) overschaduwt, als een lint van lieflijk zeeblauw dat als het ware langs de hemel uitgeworpen is. Dan zullen de dienaren van de vlag met de vele sterren met wapens te hulp komen. Het frappeert ons dat wat negenhonderd jaar geleden voor een natuurverschijnsel werd gehouden (wat te begrijpen was, daar men toen zeker niet de vorderingen van de techniek bevroeden kon) zo dui delijk het resultaat van een uitgeworpen atoombom omschrijft. Het 'lieflijk zeeblauw' maakte in een klap een einde aan de overheersing van de 38

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1999 | | pagina 38