Tro de kettingbeer H. v. Olphen 'INGET MATI" "AD PATRES" Fa. Johs. Ouwejan Zn. Tekst: P. Hoogweg huis gestuurd. Mijn ouders besloten naar Holland te gaan en te bekijken of via familie weer iets opgebouwd kon worden. Tro's wereld stortte ineen en hij besloot om de toean, njonja en anaks (drie, vier en vijf jaar) te volgen naar Negri Dingin. Dat heeft hij geweten. Kleumend met drie gebade jongetjes om zijn rijst en een visje zat hij 's avonds te dromen van warmere streken. Wij snoepten lekker mee en graaiden in zijn berg rijst, want hij had een gezonde eetlust en kon zo'n berg wel aan. Het werd Tro toch te veel, al die kou en hij ging met mijn oom en tante terug naar Java waar hij vandaan kwam. Heel gauw bleek dat de kan sen op werk in Holland nog slechter waren dan in Indië en mijn vader ging op de bonnefooi terug en had bin nen veertien dagen weer werk als leerkracht op een ambachtsschool. I ij werkte onder leiding I van mijn vader die als A, k bouwkundige boortorens bouwde van ijzerhout. Dat hout kwam uit de nabij gelegen bossen en het vellen van de hardhouten bomen was zwaar werk en bij uitstek geschikt om door dwangar beiders uitgevoerd te worden. Na verloop van tijd zat de straf van Tro er op en besloot mijn vader hem als huisjongen in dienst te nemen. Fiets Kort na elkaar werden in het gezin drie jongens geboren, wat de trouw van Tro aan het gezin nog enkele malen versterkte. Op een dag vertrouwde hij mijn moeder toe dat hij zo graag een fiets wilde kopen. 'Wel Tro, dan zal je wat minder moeten gokken,' zei mijn moe der, 'maar weet je wat, ik hou elke maand een bedrag van je salaris in en dan spaar je net zolang totdat je genoeg hebt.' Zo gezegd, zo gedaan en na verloop van tijd was het dan zover en kon mijn moeder hem het bedrag voor een nieuwe fiets overhandi gen. Die moest gekocht worden in de BPM-winkel van het oliebedrijf, want veel meer dan een olieterrein met wat huisjes voor werkers, een soos en een zwembad, was Sambodja in die dagen (1926) niet. Opgewekt vertrok Tro voor zijn grote aankoop, maar kwam een week lang niet meer opdagen. Als een dweil stond hij bij terugkomst weer voor de deur, slechts een lendendoek had hij om. Zijn prachtige hoofddoek was zelfs bij het gokken verspeeld. Na zijn roes te hebben uitgeslapen ging het normale leventje weer door tot de economische wereldcrisis van de jaren dertig. Petroleum bracht niets meer op en de putten van Sambodja werden gedicht en het personeel met een jaar salaris naar Wij terug naar vader en wie kwam daar aangefietst hele maal vanuit Batavia naar Bandoeng, onze grote vriend Tro. Van oom Sim had hij gehoord dat de familie weer terug was. De oorlog brak uit en mijn vader werd als reserve luite nant direct door de Japanners achter de kawat gezet. Op een dag stond ik langs de kant van de weg in Bandoeng te wachten of ik een glimp van mijn vader op kon van gen tijdens een karwei buiten het kamp. Plotseling ontdekte ik een oude gebogen Javaan naast me, zijn blilc was niet opgewekt en wat hij zei ook niet. 'Prang boesoek sinjo Peter, banjak tjilaka.' Het was de laatste keer dat ik Tro tegenkwam. De kampen sloten en niemand kon er meer in of uit. 44 ste jaargang - nummer 4 - oktober 1999 Begrafenis- en Crematie- Onderneming Opgericht 1924 ROUWKAMERS EN ONTVANGKAMERS AIRCONDITIONED Kantoren: Frederik Hendriklaan 7 - Den Haag Tel. 070 - 355 64 27 (drie lijnen) Al meer dan 40 jaar het adres voor de enige echte Indische saucijsjes Tevens in ons assortiment Babat - Paroe - Limpa Oetak De Groenteman H. v. Olphen, Haverkamp 222, 2592 BM Den Haag, tel. 070 - 383 96 99. V.a. Centraal Station bereikbaar met bus 4 of tram 6 Sastro was een notoire goliker en driftig van aard. Tijdens een gokpartij liep een meningsverschil zo hoog op, dat Tro zijn kris greep en toestak. Helaas was het resultaat fataal. Tro kwam als kettingheer op het oliehoorterreiu van Samhodja in Borneo te werken als dwangarbeider. u Ne^ri Dingfin Banjak Tjilal za 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1999 | | pagina 9