Liz' veertigste clao
Tekst: Tijn Timmermans
In Indië geloofde men dat een
gestorven ziel nog veertig dagen
op de aarde vertoeft, om dan
afscheid te nemen van zijn ach
terblijvende geliefden en daarna
de grote reis te aanvaarden. In
Indische kringen waar men hier
aan ge/ooft, komen vrienden en
familie na veertig dagen hij
elkaar om met gebed en offeran
de -maaltijd (altijd nasi koening
met toebehoren) de dode te her
denken en liefde mee te geven
op zijn of haar reis naar de eeu
wigheid. Het is gebruikelijk dat
er een bordje voor die persoon
opzij wordt gezet met nasi koe
ning en gerechten die hij of zij
het liefst at, alsof de overledene
dus ook aanwezig is.
Toen mijn oudste zus Liz op 1 juli 1991
als gevolg van een acute hartstilstand
overleed, was dat voor de familie een
grote schok. Zij leed al jaren aan ernstige
reuma, maar stond nog zo volop in het
leven.
Ela u
Ze was dol op juwelen en opsmuk (voor
haar laatste, 75ste verjaardag in april
kreeg ze van ons gezamenlijk haar fel
begeerde parel-oorknopjes), droeg met
veel verve de bijzondere en kleurrijke
creaties van dochter Fedorine. Hoe
gedurfder hoe beter. Altijd met een pan
talon om de lelijke littekens aan haar
benen (twee knieprotheses en twee
heupprotheses) te verbergen. Met wat ze
daarboven droeg leidde ze de aandacht
van onder de gordel af!
Ze kreeg elke maand een schoonheid- en
manicurebehandeling, kocht dure par
fums en maakte zich altijd zorgvuldig
op. Ze had vaak visite en hield graag
18
open huis. Kortom, Liz was een vrouw
die, zoals haar huisarts zei, haar slopen
de en pijnlijke ziekte 'met elan droeg'.
Daarom dat die onverwachte dood ons
zo ontredderd achterliet.
Toen Liz stierf heb ik in m'n agenda 'L'
genoteerd op de veertigste dag na de
sterfdag, mogelijk met de bedoeling om
dan in gedachten even afscheid te
nemen van mijn liefste zus, mijn beste
vriendin.
Picknick
Ik zou die julimaand 65 worden en mijn
zoon Bart had een feestje georganiseerd,
met wie ik er maar bij wilde hebben. De
uitnodigingen waren verstuurd, een zaal
tje en koud buffet besteld. Door het
overlijden van Liz werd alles afgelast.
Mijn goede vriendin en yoga-lerares
Ong en een gezamenlijke goede vriendin
Johanna vonden dit alles kennelijk zo
verdrietig voor mij, dat ze me op een
dag in augustus een verrassingstochtje
aanboden. Ik hoefde nergens voor te
zorgen en waar de trip naar toe ging,
werd me ook niet verteld. Op de bewus
te ochtend, vrijdag 9 augustus, zat ik
's morgens vroeg aan mijn eettafel op de
twee vriendinnen te wachten en zag in
mijn agenda 'L' staan. Ik herinnerde me
toen de veertigste dag en uitgerekend op
die dag werd ik door m'n lieve vriendin
nen als troost mee uit genomen!
Hardop zei ik: 'Hé Liz, je gaat geen enge
dingen doen hoor. Je weet hoe bang ik
voor zoiets ben!' En moest er zelf om
lachen.
De twee vrouwen bleken een uitgebreide
picknick voor me te hebben georgani
seerd midden in de hei op de Hoge
Veluwe. Het was een prachtige, zonnige
dag met een koel briesje. Onder een
oude, hoge eikenboom spreidde Johanna
een ouderwets geblokt kleed dat ze nog
van haar oma had, en uit de meege
brachte mand kwamen versgebakken
broodjes en stokbrood te voorschijn, een
pot verrukkelijke zelfgemaakte bosbes
senjam, kaasjes, dozen met verschillende
salades, fruit en zelfs een flesje koele,
witte wijn.
Kortom, het was een uitgelezen feest
maaltijd daar in die prachtige natuur.
Geen geluid te horen, behalve het
gekwetter van vogeltjes. En een grappige
eekhoorn kwam uit de oude eik om bij
een hoek van ons geblokte kleed rustig te
kijken, of hem ook iets lekkers ten deel
zou vallen. Ja dus.
Kröller-Müller
Ik wist er geen woorden voor te vinden,
het voelde zo goed om omsloten te zijn
door warmte en liefde van twee vrien
dinnen die zoveel moeite en zorg had
den besteed aan mij.
Ik vertelde dat ik die ochtend had ont
dekt dat het Liz' 'veertigste dag' was en
hoe ik haar vermanend had toegespro
ken. Ong (van Chinese afkomst) en ik
(de Indische) legden (Hollandse)
Johanna de betekenis en Indische
gewoonten rondom die veertigste dag
uit. Ik mijmerde hoe Liz net als ik zou
hebben genoten van een picknick als
deze, van de broodjes met zelfgemaakte
jam. Ong herinnerde zich het gedicht
dat we als knipsel bij haar begrafenis
papieren hadden gevonden en haar op
haar rouwkaart hadden meegegeven:
Sta niet bij mijn graf te treuren.
Ik ben daar niet. Ik slaap ook niet.
Ik ben het zonlicht op het wuivend riet.
Ik ben de tere herfstkleuren;
ik ben de kracht die door je lichaam
vloeit.
Ik ben de wind die door je haren stoeit.
Ik ben de stille sterrenpracht.
Sta niet bij mijn graf en schrei,
ik ben daar niet, ik ben nabij.
Ik ben dicht bij je, dag en nacht.
Is de vierde dame van uw gezelschap dan niet
even naar het toilet?
Ik zou toch zweren dat ik u met z'n vieren
zag binnen komen!'
moessQn