f1 Fabels en vergissingen Eerste Nederlandse Bij uitgeverij Bert Bakker is deel één van de eerste Nederlandse biografie van Soekarno verschenen. Moesson kan natuurlijk niet voorbijgaan aan zo'n belangrijke publicatie en heeft prof. dr. Bob Hering - zelf bezig aan een biografie van Soekarno - bereid gevon den om het b oe k te recenseren. Tekst: Bob Hering Gedurende een kleine halve eeuw heeft men zich in Nederland bezig gehouden met de figuur van Soekarno - meestal in nega tieve zin. Al het gekrakeel mondde echter niet uit in een Nederlandstalige biografie over de man die in Indonesië toch moet worden gezien als de vader des vaderlands van een omvangrijk land, eens zo nauw verbonden met het kleine Nederland. Maar nu, zo'n twee jaar voor het eeuwfeest van Soekarno's geboorte, is het er toch van gekomen. En wel door iemand die in 1995 zijn sporen heeft verdiend met een lijvige, politieke bio grafie van nota bene een vroegere diplomatieke tegenspeler van Soekarno: premier Louis Beel! Lambert Giebels heeft kans gezien om het levensverhaal van Soekarno op dezelfde wijze op te zetten als de Beel-biografie van toen. Net zo lijvig (531 pagina's en dit is dan nog maar voor de periode 1901-1950!), vrij goed gedetailleerd, steunend op bron nen die Giebels qua taal beheerst, dikwijls met dezelfde nogal fijnbesnaarde tongue-in-cheek aanpak. Met gekoppeld daaraan het aanboren van veel details en anekdotes, afkomstig niet alleen uit Soekarno's eigen familie- en vriendenkring, maar dikwijls ook uit het kamp van politieke tegenstanders. Daarbij heeft Giebels - dat was niet het geval bij Beel - vervolgens uitvoerig kunnen putten uit een door Soekarno zelf gesanctioneerd levensverhaal, opgetekend door de bekoorlijke Amerikaanse journaliste Cindy Adams. Korte metten Soekarno, op het toppunt van zijn macht en bezig met het opvijzelen van een politiek en persoonlijk imago bestemd voor eigen, maar vooral Engelstalig publiek, heeft wel een héél opmerkelijk verhaal opgedist aan zijn door hem benoemde bio grafe, Cindy Adams. Soekarno benadrukt hier zijn David Copperfield-achtige en in armoede beleefde jeugdjaren (Dickens' magnum opus was ver plichte kost gedurende Soekarno's HBS-jaren en kan hem heb ben geïnspireerd). Daarbij geeft hij allerlei voorbeelden van discriminerende bejegeningen door Nederlandse leraren en leerlingen - bejegeningen die hij niet altijd lijdzaam zou verdragen. Vervolgens wordt in het boek van Cindy Adams met betrekking tot zijn latere episode voortdurend gewag gemaakt van een waarlijk subliem en heldhaftig gevoerde, politieke strijd a la George Washington. Eerst tegen Nederlandse en dan in meer subtiele zin tegen de Japanse overheerser. Zonder veel moeite maakt Giebels korte metten met al dit fraai versierde en gespierd 'gespinsd', door goed gebruik te maken van het HBS Jubileum werk voor Soekarno's HBS-jaren. Bima Ook doorprikt Giebels de fabel van zo'n vijfhonderd door Soekarno geschreven Oetoesan Hindia-artikelen, voorzien van het nom de plume 'Bima' in het lijfblad van zijn eerste politieke mentor en aanstaande schoonvader. Net als Bernhard Dahm vóór hem, verwijst Giebels naar slechts vijf vrij gematigde Oetoesan Hïwdfa-artikeltjes van Soekarno's hand. Het bevreemdt mij echter dat een biograaf - zo gebrand om het Javaanse wereldbeeld en de dramatiek van de wajang te koppe len aan zijn onderwerp - niet eens de moeite heeft genomen om achter Soekarno's bijnaam als een ware Bima te komen, laat staan aan de rol die Soekarno samen met zijn eerste politieke mentor gespeeld heeft in de Djowo Dipo-beweging. Van die eerste mentor, sinds 1916 al lid van de studentenvereni ging Tri Koro Dharmo, de voorganger van Jong Java, leren wij hoe hij geregeld botste met de conservatief-gematigde leiding van deze jeugdverenigingen en toen al niet alleen de bijnaam Bima verkreeg, maar ook als de 'rode' leider werd gekenmerkt van de Soerabaja branch. Gewag van dit optreden is gemaakt in een dozijn 1916-21 Oetoesan Hzwtfez-verslagen en zelfs ook nog in Asia Raya van 12 december 2602 (1942). Indonesische hromien Nu zijn zulke bronnen voor Giebels qua taal moeilijker te door gronden, maar waarom dan geen gebruik gemaakt van Takashi Shiraishi's uitstekende monografie An Age in Motion (1990) en het eveneens goed gedocumenteerde Nederlandstalige werk van Hans van Miert Een koel hoofd en een warm hart (1995)? Voor de latere perioden wordt een veelheid van gedocumenteer de bronnen (meestal Nederlandse of in het Engels vertaalde documenten) aangedragen en één Engelstalige biografie geraad pleegd: die van de nogal Soekarno-vijandige Sumatraanse pro minent Abu Hanifah. Deze Abu Hanifah geeft een nergens te achterhalen botsing moessQn 40

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1999 | | pagina 40