Reynier de Klerk (1777-1780) Gouverneurs-generaal van Nederlan ds-Indië Tekst: Leo van Putten Reynier Je Klerk werd geboren in bet Zeeuwse Middelburg. Zijn ouders, Reynier de Klerk en Elisabeth Jansse, bielden hem op Q november 1710 ten doop in deze stad. Van de jeugdjaren van de toekomstige landvoogd is weinig bekend. De Klerk komt pas in beeld als bij als vijftienjarige bij de kamer van Zeeland in dienst treedt. Reynier kwam aan boord van een oor logsschip dat werd gebruikt om rond te kruisen op de route van de Indische retourvloot. Later nam hij dienst als matroos bij de VOC en maakte hij twee reizen naar de Oost. Zeeman In 1730 vertrok De Klerk aan boord van 'f Vliegend Hert opnieuw naar Azië en deze keer voorgoed. De Klerk was zee man en zou lange tijd rondzwerven in de Indische wateren. Tussen 1735 en 1737 maakte hij zeven reizen als gezagvoerder van een bark die pendelde tussen Padang en Batavia. Na zijn zeemansleven werkt De Klerk op diverse plaatsen in de archipel. In 1748 werd hij benoemd tot gouverneur van het belangrijke Banda. De Klerk was inmid dels gepokt en gemazeld door diverse functies verspreid over de archipel. Hij had niet de beperking een leven lang bin nen de muren van Batavia te zijn geble ven. Pas in 1754, hij was toen 44, zien we hem in de curieuze functie van 'president van het college van boedelmeesteren der Chinesche en andere onchristelijke sterf huizen' terug in Batavia. Hij verliet deze stad daarna niet meer. In 1777 werd De Klerk met unanieme stemmen verkozen tot gouverneur-gene raal. Hij was inmiddels 67 en karakteri seerde zijn benoeming als 'mosterd na de maaltijd'. Hij zou echter een frisse wind door de hoofdvestiging laten waaien. In tegenstelling tot het voorgaande duo Van der Parra-Van Riemsdijk was de voorma lige zeeman een bescheiden en hardwer kende landvoogd. Een kenmerkend verschil met zijn twee voorgangers was de sterke oriëntatie op de Nederlandse cultuur. Hij was in dit opzicht een landvoogd die paste in een traditie die bij Coen begon en in de acht tiende eeuw ook navolging had gevonden bij een landvoogd als Van Imhoff. De Klerk behoorde hiermee tot de landvoog den die de Indische cultuur voortdurend naar westerse maatstaven maten. Vanuit een Europees superioriteitsgevoel werden de in Indië gegroeide gebruiken en gewoonten beoordeeld en veroordeeld. De Klerk richtte zijn hervormingspogin gen allereerst op het onderwijs waar Portugees en Maleis de voertaal waren. Hij trachtte, zonder succes, het Nederlands als omgangstaal in te voeren. Naast zijn acties in het onderwijs gaf hij de synode van Batavia de opdracht om haar 'inheemse leraren' in het Nederlands te scholen. Maar evenals bij zijn voorgangers misluk ten de pogingen van De Klerk om de Euraziatische cultuur te veranderen. Hij zag geen kans een gevoel van verwant schap te laten ontstaan met de Nederlandse taal en cultuur. De samenle ving in Batavia was hecht en zelfverze kerd en wilde de ontstane culturele identiteit niet zomaar laten afnemen. Ook een energieke landvoogd als De Klerk kon dat niet veranderen. Afgrond Bij alle activiteiten die de landvoogden ontwikkelden ten aanzien van de culturele identiteit van de Nederlandse vestigingen in Azië - en in die van Batavia in het bij zonder - zou je bijna vergeten dat zij eerst en vooral aan het hoofd stonden van een handelsorganisatie; de VOC. Met dit bedrijf ging het niet goed. De Engelse concurrentie werd almaar sterker en met name de Britse particuliere handel was niet te remmen. De Britten namen daar mee een veel flexibeler positie in binnen de inter-Aziatische handel. Voor de VOC was het specerijenmonopo lie nog steeds een belangrijk doel. Ook onder Reynier de Klerk moest opnieuw worden ingegrepen om dit monopolie te consolideren en werden de vorsten van Tidore en Batsjam onttroond en in bal lingschap naar Batavia gezonden. Zij wer den vervangen door van de compagnie afhankelijke stromannen. Toen op 1 september 1780 Reynier de Klerk overleed, verloor de VOC een krachtig hervormer. Toch had ook hij zijn Waterloo gevonden in de krachtige Euraziatische cultuur en meer nog in de structurele veranderingen die de VOC verder naar de afgrond duwden. Op 4 september 1780 luidden alle Wok ken van het Kasteel en van de kerken in de stad. Op de rede van Batavia liet het commandeursschip van de VOC saluut schoten horen en waren de vlaggen half stok gehesen toen de lijkstoet vertrok naar de laatste rustplaats van Reynier de Klerk. 45 ste jaargang - nummer 1 - juli 2000 /ur/w/t f/a/ /Arr/trr Nederlandse cultuur 33

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 33