Stille Kracht
45 ste jaargang - nummer 1 - juli 2000
Er hangt wat adem van mijn ziel
In elke warme zonnestraal,
Die mij herinnert aan mijn land:
Indië, met haar eigen verhaal.
Wat adem..., in door de wind gestuwde wolken;
In een zomerse regenbui.
O, dat gedrang onder de pantjoran
en de jool van ons jongelui.
Er hangt wat adem van mijn ziel
In elke bloem, die zich ontvouwt.
Verrassend haar gelijkenis toont
Met schoonheid eens aanschouwd.
Wat adem..., in naar de hemel reikende
Knoestige, oude bomen.
Verpoosde in hun luwte vaak
En droomde er mijn dromen.
In brieven vol herinneringen...
Over die goede tropentijd.
Over mooie en lieve dingen
En soms je jonge men sens trijd.
Er hangt wat adein van mijn ziel
In mensen die ik zo ontmoet.
In wie ik iets van mijzelf herken,
Iets, van mijn Indische bloed.
Het is als een lied, opnieuw gezongen;
Gedachtenvlucht die binnen viel
Dit mijmeren, o, stille kracht,
Adem, jij adem van mijn ziel.
Mary Boltze