SiNSatriNUM
Ons' mooie huis
Ui Dj am bi in
'1915 mei mijn
ouders en de
bedienden.
i herken alleen mijn ouders. Mijn moeder'zr
knield met dé ikfihdjHstok.
toen bewoond door een Indonesische
officier. Ik heb toch nog wel een foto van
het huis kunnen maken, onder het voor
wendsel dat ik de djaga voor het huis
wilde fotograferen. Ook van de 'boom'
heb ik foto's gemaakt. Daar legden de
schepen met handelswaar aan waar mijn
vader mee te maken had.
Met mijn moeder zijn mijn broer en ik in
december 1919 naar Nederland terug
gegaan. Zij kon namelijk niet tegen het
klimaat, zeer warm en droog, en ook mijn
broer was ziek. Hij had malaria tropica.
Zes maanden daarna kwam ook mijn
vader naar Nederland. Helaas had zijn
aanvraag om overplaatsing naar de
Minahasa geen succes gehad. Bij terug
keer naar Indië zouden we dan weer naar
Djambi moeten. Hij vroeg toen ontslag,
wat hem zeer eervol werd verleend. En zo
kwam er een einde aan mijn verblijf in
mijn geboorteland.
Nog vele, vele malen hebben mijn ouders
over Indië verteld. Vooral mijn vader, die
heel veel hield van de gordel van smaragd,
sprak er vaak over. Toen hij net in Indië
was aangekomen en in Batavia een schip
naar Nederland zag vertrekken, riep hij:
'Ga maar, ik ga nooit meer terug!'
Maar dat heeft niet zo mogen zijn.
Tekst en foto's:
J. S. C. Thomson-Leertouwer
Het verhaal van Janet Loento over
Djamhi in Moesson van juni
1 QQQ deed mij nog eens hijhen
naar bewaard gebleven foto's, die
m de beginjaren van de vorige
eeuw in en om ons huis aldaar zijn
gemaaht. Een hostbaar bezit. Mijn broer en ih werden in Djambi
geboren in 1Q15 en 1Q1S. Mijn ouders waren beiden totohs.
Mijn vader begon zijn loopbaan in
Nederlands-Indië in ongeveer 1890 en
ging, na vele jaren vrijgezel te zijn
geweest, in 1914 naar Holland om een
vrouw te zoeken. Toen dat in februari
1915 was gelukt, vertrokken zij naar
Djambi, waar mijn vader werkzaam was
bij de Moluksche Handelsvennootschap.
Djamlii-opstand
Hij had dus al heel wat Indische jaren
achter de rug. Mijn moeder was kersver
se import. Ik heb mij altijd verbaasd over
de wijze waarop zij zich aanpaste aan een
omgeving zo totaal anders dan die van
haar jeugdjaren aan de Kralingseweg in
Rotterdam. Zij sprak al spoedig pasar
maleis en had een goede verstandhouding
met de bedienden. Nauwelijks in Indië
werd zij geconfronteerd met de Djambi-
opstand. Mijn vader kwam van kantoor
terug, drukte haar een pistool in de hand
en zei: 'Je schiet maar als ze komen.'
Toen verdween hij weer naar zijn kan
toor. Tijdens die opstand werd de con
troleur Binnenlands Bestuur in Moeara
Tambesi gedood.
We hadden in Djambi een mooi huis met
zicht op de Batang Hari. Het had een
groot erf en achter het huis eindigde de
oetan. Op een morgen was er een gewel
dige commotie onder de bedienden. Wat
was er aan de hand? Op de trap van de
achtergalerij hadden ze de sporen van
een tijger ontdekt. Maar het dier zelf
kwam gelukkig niet meer terug.
Mal aria tropica
Dat huis bestaat nu niet meer. Een
moderne bungalow is er voor in de plaats
gekomen. Dat hebben we zelf kunnen
constateren toen mijn man en ik in 1981
een kort bezoek aan Jambi (nu niet meer
Djambi) brachten. De bungalow werd
Temoe lawak
Reinosan
Darisinol
"Singer Natura"
45 ste jaargang - nummer 1 - juli 2000
45
I
ADVERTENTIE