Douwes Dekker werd ondergebracht in het
kamp Diyatalawa in het hoogland van
Midden-Ceylon met een aangenaam kli
maat en behoorde niet tot de onverzoenlijke
krijgsgevangenen. Die zijn verplaatst naar
het halve strafkamp Ragama. Hij heeft zich
dus in gevangenschap braaf gedragen. Op
31 mei 1902 is vrede gesloten en kregen de
krijgsgevangenen de vrijheid.
Emest is eind 1902 of begin 1903 naar
Oost-Indië teruggegaan. Hij was voor de
oorlog Nederlands nationalist en werd
spoedig na de oorlog Indonesisch nationa
list evenals zijn broers Jules en Guido.
Mijns inziens heeft hun strijd tegen het
Britse imperialisme en hun gevangenschap
veel tot deze verandering bijgedragen.
Glissenaar verzuimt hierop de aandacht te
vestigen. Het ligt echter voor de hand dat
hun afkeer van Britse overheersing overging
op afkeer van de Nederlandse overheersing.
Del ntlisck e Partij
Terug in Oost-Indië ging Emest in de jour
nalistiek. Hij had zijn talent daarvoor in
Zuid-Afrika ontdekt. Hij werkte voor cou
ranten in Semarang en Batavia en schonk
veel aandacht aan verontrechting van de
Javaan. Hij werd spoedig Indonesisch natio
nalist en strijder voor onafhankelijkheid van
Indië van Nederland en demagoog-opruier
van de massa - zeiden zijn tegenstanders.
In 1912 stichtte Douwes Dekker de
Indische Partij - later de Nationale Indische
Partij (NIP) genoemd - samen met de
Javaanse intellectuelen Tjipto en Soewardi.
De meeste leden waren de eerste tien jaar
echter Indo's, die ontevreden over hun
armoede waren.
De drie partijstichters maakten propaganda
in couranten, tijdschriften, brochures en
vunge toespraken, vooral Douwes Dekker.
De regering sloeg spoedig toe en verbande
in 1913 de drie partijstichters en hoofdagi
tators, onder wie Douwes Dekker, naar
Nederland. Hij nam zijn gezin mee.
Banneling' en avonturier
In Nederland zetten de drie hun agitatie
voort, krachtig gesteund door de Sociaal-
Democratische Arbeiderspartij (SDAP),
waarvan zij echter geen lid werden.
Douwes Dekker ging in 1914 economie
studeren aan de universiteit van Zurich en
diende een lijvig proefschrift in over de
landseconomie van Indonesië, zoals hij
beweerde, maar hij kreeg de doctorstitel
niet. Toch heeft hij zich altijd doctor
genoemd.
Intussen was de Eerste Wereldoorlog uitge
broken. De Duitse regering trad in verbin
ding met Britsindische nationalisten in
Zwitserland om gewapende onrust in Voor-
Indië op te wekken. Emest maakte kennis
met deze Brits-Indiërs en nam op zich om
wapens naar Brits-Indië te smokkelen. Via
Berlijn, Amsterdam - waar hij geld van
Duitsland ontving - San Francisco en
Tokio reisde hij naar Sjanghai. Hij waagde
zich in Hongkong, maar werd daar dadelijk
gearresteerd door de Britse politie, die hem
reeds sinds zijn bezoek aan Berlijn had
Het voormalige
schoolgebouw van
het Ksatrian
Instituut in
Bandung, 1998.
Foto: Frans
Glissenaar.
gevolgd. Hij werd naar Singapore gestuurd,
ter dood veroordeeld, maar om onbekende
redenen in 1917 vrijgelaten.
Douwes Dekker bleef in Singapore, totdat
de regering van Oost-Indië hem in 1918
toestond terug te keren. Inmiddels was zijn
gezin naar Oost-Indië teruggegaan, omdat
zijn eega voor inkomsten moest zorgen. Tot
zijn leedwezen vervreemdde zij van hem.
Onderwijs
Bij zijn temgkeer in Oost-Indië hervatte
Douwes Dekker dadelijk zijn nationalisti
sche agitatie, in strijd met zijn belofte. Hij
werd in 1920 op futiele gronden veroor
deeld en bracht een jaar in de gevangenis in
Weltevreden door. Daarna trok hij zich
terug uit de openbare politiek, omdat hij
geen gevangenisstraf meer wilde riskeren en
omdat de meeste Indo's zich uit de
Nationale Indische Partij (NIP) hadden
teruggetrokken en regeringsgezind ble
ven.
De NIP werd overgenomen door inlan
ders, met wie Ernest een uitstekende
verstandhouding handhaafde, onder
andere met Soekarno, Hatta en Sjahrir.
Het voormalige schoolgebouw van het Ksatrian Instituut in
Bandung, 1998. Foto: Frans Glissenaar.
Frans Glissenaar in Indonesië.
45 ste jaargang - nummer 2 - augustus 2000
23